Sinds 23 september hebben in bijna alle provincies van Indonesië studentendemonstraties plaatsgevonden. De protesten keren zich tegen een reeks nieuwe wetsvoorstellen die door het vertrekkende parlement zijn voorgesteld. Bij het eerste protest in de universiteitsstad Yogyakarta gingen 15.000 studenten de straat op, ondanks het feit dat de oproep minder dan 24 uur daarvoor werd gedaan.

Hoewel de studenten in heel Indonesië grotendeels dezelfde eisen hebben, wordt de beweging nog niet nationaal gecoördineerd.

Een van de wetsvoorstellen waar de studenten zich tegen verzetten zou de anti-corruptie commissie (bekend als de KPK, Komisi Pemberantasan Korupsi) verzwakken, andere wetsvoorstellen bevatten  clausules die het ‘beledigen’ van het staatshoofd, het parlement en andere staatsinstellingen zouden verbieden, en een herziening van het algemeen wetboek van strafrecht zou seks buiten het huwelijk en andere aspecten van het privéleven strafbaar stellen.

De woede onder studenten werd verder versterkt omdat het parlement tegelijkertijd aarzelde  om een wet tegen huiselijk geweld aan te nemen.

President Joko ‘Jokowi’ Widodo heeft sindsdien een concessie gedaan door de politieke partijen ertoe te bewegen de stemming over al deze wetsontwerpen uit te stellen – met uitzondering van de nieuwe, herziene wet op de KPK, die al is aangenomen. Volgens berichten in de lokale media overweegt Widodo om een presidentieel decreet uit te vaardigen dat de herzieningen van de KPK-wet nietig zou verklaren, maar dat is nog niet gebeurd.

Het verzwakken van de gerespecteerde KPK is een centrale factor geweest bij het ontketenen van de huidige protesten.

De voortdurende arrestaties door de KPK van leden van de elite wegens corruptie (23 leden van het huidige parlement werden gearresteerd en in één regio bijna het hele lokale parlement) hebben het aanzien van politici onder de jeugd ondermijnd.

Het zou echter een grote fout zijn om de studentenbeweging te zien als alleen, of zelfs in de eerste plaats, gericht op het steunen van de KPK. De meeste reguliere media en sommige politici hebben echter juist deze vergissing begaan.

Corruptiebestrijding stond centraal in de stemming van Reformasi: de wens tot algemene hervormingen en sociale vooruitgang na de val van Soeharto in 1998.

Het afbouwen van de bestrijding van corruptie bracht de woede onder de jeugd aan het licht over het feit dat er op veel andere fronten geen vooruitgang is geboekt. Wat nu lijkt te zijn begonnen, is een zeer zichtbaar begin van een jongeren-radicalisering (inclusief middelbare scholieren), met een agenda die breder is dan alleen de bestrijding van corruptie.

Deze radicalisering broeit al enige tijd. Na de val van Soeharto stopte de staat geleidelijk met ideologische indoctrinatie op scholen. Dit leidde de laatste jaren tot een snelle en toenemende modernisering van het politieke en sociale denken bij een deel van jongeren die in het digitale tijdperk gemakkelijk toegang hebben tot informatie online.

De meer liberale en progressieve sociale waarden van deze jongeren worden weerspiegeld in de zeven belangrijkste eisen van de studenten. De Jakarta Post publiceerde één versie:

– Verwerp de wet op het wetboek van strafrecht, trek de KPK-wet in en neem onder andere de wet tegen seksueel geweld aan.

– Verwijder problematische, door het Huis van Afgevaardigden aangewezen, KPK-leiders.

– Verbied militair- en politiepersoneel om officiële burgerposten te bekleden.

– Beëindig de militaire inzet in Papoea en andere regio’s en bevrijd onmiddellijk de politieke gevangenen van Papoea.

– Beëindig de vervolging van alle politieke activisten.

– Stop het platbranden van bossen in Kalimantan en Sumatra, straf bedrijven die verantwoordelijk zijn voor branden en trek hun vergunningen in.

– Stop mensenrechtenschendingen en berecht mensenrechtenschenders, ook op de hoogste regeringsniveaus; onmiddellijk herstel van de rechten van de slachtoffers.

Studenten staan erop dat alle zeven eisen even belangrijk zijn. Sociale media worden overspoeld met foto’s van demonstranten met posters waarop al deze eisen staan afgebeeld.

Eisen die in het verleden werden gezien als kwesties die alleen door mensenrechtenorganisaties werden verdedigd, zijn nu te zien op posters van universiteitsstudenten. Er zijn bijvoorbeeld affiches verschenen die opriepen om de coördinerend minister van Politiek, Recht en Veiligheidszaken, oud-generaal Wiranto, voor een mensenrechtenrechtbank te dagen.

Mensenrechtenorganisaties beschuldigen Wiranto ervan verantwoordelijk te zijn voor mensenschendingen in Oost-Timor en Indonesië tijdens de laatste maanden van het bewind van Soeharto.

Verdedigers van president Jokowi beweren dat de studenten aangestuurd worden door een verborgen hand, zonder dat ze namen of bewijzen overleggen. Studenten hebben deze beschuldiging van de hand gewezen. De demonstraties worden georganiseerd door coalities van diverse studentenorganisaties die zich op lokaal niveau verenigen.

Terwijl Indonesische jongeren progressief worden, blijven de politieke elites vastzitten in de conservatieve en autoritaire sociale visie van Soeoharto’s Nieuwe Orde, inclusief de nadruk dat de ‘ouderen’ (de bapak-bapak) ervoor moeten zorgen dat alle regels worden nageleefd.

Het is niet ongewoon om op sociale media te zien dat jongeren deze politieke figuren uit het Soeharto-tijdperk als dinosaurussen aanduiden. De aanhoudende invloed van de Nieuwe Order-visie van de elite en het staatsapparaat werd zichtbaar in de arrestaties van activisten in de afgelopen maand (ten minste 12 activisten zijn gearresteerd of worden beschuldigd van het organiseren van demonstraties of het twitteren van kritische berichten).

De veiligheidstroepen hebben traangas en waterkanonnen gebruikt om de protesten te breken, met als gevolg dat studenten gewond zijn geraakt. Ook zijn twee studenten doodgeschoten.

Het is niet verbazingwekkend dat president Jokowi nu zelfs vanuit het parlement wordt opgeroepen Wiranto te ontslaan wegens een repressieve reactie op de protesten van studenten.

Jokowi’s aanhangers beschrijven hem vaak als een ‘orang baik’; een ‘goed mens’. In toenemende mate wordt de term nu verkort tot OrBa – de Indonesische afkorting die ook als term voor Suharto’s Nieuwe Orde wordt gebruikt.

De regering heeft alle eisen van de studenten genegeerd, behalve de eisen die te maken hebben met de wetsvoorstellen, en zelfs hiervan weet niemand of ze daadwerkelijk zullen worden ingetrokken.

Het is waarschijnlijk dat de jongerenradicalisering, die de afgelopen jaren onder de oppervlakte broeide en die de afgelopen tijd zichtbaar werd, een voortdurend maar ook onvoorspelbaar proces zal zijn.

Een deel van de studentenbeweging, de studentenraden die op veel universiteiten bestaan, heeft ondertussen geweigerd een ontmoeting met de president te organiseren, nadat hun eis dat een dergelijke ontmoeting op de televisie zou worden uitgezonden, werd genegeerd.

Widodo zal op 20 oktober opnieuw als president beëdigd worden. De studenten hebben duidelijk gemaakt dat ze niet om zijn afzetting vragen. Alles wijst er echter op dat zij zullen blijven mobiliseren voor hervormingen.

Hoe het tweede presidentschap van Jokowi hiermee zal omgaan, kan blijken uit het antwoord op de vraag of hij een van de ministers die het meest betrokken zijn bij de repressieve reacties van de afgelopen dagen zal ontslaan.

Max Lane is sinds 1972 actief in het ondersteunen van progressieve bewegingen in Indonesië. Hij vertaalde de belangrijkste romans van Pramoedya Ananta Toer naar het Engels en is auteur van verschillende boeken over de Indonesische politiek.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Today online. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.