Op zondag 1 september hadden in twee Duitse deelstaten, Saksen en Brandenburg, verkiezingen plaats voor het deelstaatparlement. De beide deelstaten liggen in het oosten van Duitsland, en maakten voor de ‘Wende’ deel uit van de DDR.

Er werd voor gevreesd dat het uiterst rechtse islamofobe en vreemdelingen hatende Alternative für Deutschland (AfD, opgericht in 2013) een belangrijke overwinning zou behalen, en die vrees is ook bewaarheid geworden. De partij, die in 2017 voor het eerste sinds de Tweede Wereldoorlog voor een vertegenwoordiging van uiterst rechts in de Bundestag zorgde (94 verkozenen) en sinds dit jaar met 11 verkozenen in het Europees Parlement zit in dezelfde fractie (‘Identiteit en Democratie’) als het Vlaams Belang, de Lega van Salvini en Marine Le Pen’s Rassemblement National, behaalde in deelstaat Saksen 27,5% van de stemmen (komende van 9,7% in 2014), in Brandenburg (de deelstaat rond Berlijn) 23,5% (12,2% in 2014).

AfD wordt in deze deelstaten weliswaar niet de sterkste partij, maar de CDU van Angela Merkel en de sociaaldemocraten van de SPD leden aanzienlijke verliezen. In Saksen ging de CDU van 39,4% in 2014 naar 32,1 %, de SPD valt van 12,4% op 7,7%; Saksen wordt momenteel bestuurd door een coalitie van CDU en SPD. In Brandenburg verloor de SPD 5,7%, komend van 31,9%, de CDU verliest 7,4% en komt op 15,6%.

De Grünen doen het vrij goed: van 5,7% naar 8,6% in Saksen, van 6,2% naar 10,8% in Brandenburg. De liberalen van FDP komen niet boven de kiesdrempel van 5%.

Voor Die Linke zijn de resultaten ronduit slecht. In Saksen verliest de partij 8,5% van de stemmen en komt op 10,4%, in Brandenburg gaat het van 18,6% naar 10,7%. In het oosten van Duitsland was Die Linke is traditioneel de uitdrukking van de misnoegdheid over de blijvende ongelijkheid tussen ‘oost’ en ‘west’; die rol heeft AfD in belangrijke mate naar zich toe kunnen halen. Brandenburg wordt sinds 2013 bestuurd door een zo genoemde rot-rote Koalition, bestaande uit SPD en Die Linke.

Men kan de ontwikkelingen in Duitsland in zekere mate zien als een weergave in het klein van wat zich in de EU in haar geheel afspeelt. Men behoort tot dezelfde federale staat resp. dezelfde Unie, maar de welvaartsverschillen zijn en blijven zeer aanzienlijk. De kapitalistische logica is verantwoordelijk voor een sterke ongelijkheid in de economische ontwikkeling. Zowel in Oost-Europa als in Oost-Duitsland werd een ware economische slachting aangericht toen de vrije markt zijn intrede deed.

De arbeidsmigratie uit Oost-Europa naar het Westen vindt haar Duitse tegenhanger in de binnenstatelijke migratie van 3 miljoen ‘Ossies’ die naar het westelijk deel van het land trokken. De vreemdeling als zondebok is een andere parallel. Zo ook een sociaaldemocratie die zich in en niet tegen de kapitalistische logica heeft gekeerd en dus geen toeverlaat was voor verweesde ‘achterblijvers’.

Herman Michiel is actief in Ander Europa. Dit aritkel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa