Laten we in actie komen tegen de stijging van de kosten van levensonderhoud

Sinds enkele maanden ontwikkelen zich in Europa ‒ zowel binnen als buiten de Europese Unie ‒ stakingsbewegingen en volksmobilisaties om zich te verzetten tegen de explosieve stijging van de kosten van levensonderhoud.

De prijzen van energie, voedsel, huur en vervoer zijn de afgelopen twee jaar in alle landen gestegen, waardoor de levensomstandigheden van de arbeidersklasse ‒ die de afgelopen jaren al zwaar onder vuur lag door onzekerheid, het schrappen van banen tijdens covid en een daling van de reële lonen en uitkeringen ‒ nog verder zijn verslechterd.

Na een inflatie in de EU-27 en het VK van respectievelijk 2,6 procent en 2,5 procent in 2021, bereikte de CPI-inflatie op jaarbasis in augustus 2022 10,5 procent en 9,9 procent, met 12,0 procent en 13,1 procent voor levensmiddelen, 37,5 procent en 32,0 procent voor brandstoffen (44,6 procent en 48,8 procent in 15 maanden), (bronnen STATISTA en ONS). De elektriciteitsprijzen begonnen vorig najaar in heel Europa te stijgen, terwijl de gasprijzen in dezelfde periode explodeerden (ruim voordat het Russische leger Oekraïne binnenviel) en in een jaar tijd verdrievoudigden ze in Duitsland en Nederland, terwijl de energieprijzen voor huishoudens in Groot-Brittannië verdubbelden. Op de Ierse energiemarkt zijn de prijzen over de hele linie gestegen, zowel in het noorden als in het zuiden, met inbegrip van de belangrijke kosten van stookolie, waarbij de overheidsinterventies in het noorden zijn vastgelopen door de ineenstorting van de politieke instellingen en de aanhoudende gevolgen van Brexit.

De drijvende kracht achter deze inflatie is de beursspeculatie op grondstoffen sinds het herstel van de vraag na het hoogtepunt van de covidepandemie, in de context van een oligopolistische markt. De rampzalige klimaatsituatie van de afgelopen maanden ‒ droogte en hitte, expliciete gevolgen van de klimaatverandering ‒ hebben deze situatie nog verergerd, evenals natuurlijk de invasie van Oekraïne door het leger van Poetin. Het mondiale olieaanbod zal krimpen, waardoor de bezorgdheid over de stijgende inflatie toeneemt nadat de OPEC+-groep van landen (waaronder Rusland), geconfronteerd met de dalende prijzen, begin september zijn grootste aanbodvermindering sinds 2020 aankondigde. De maatregel loopt vooruit op een embargo van de Europese Unie op Russische energie vanwege de oorlog in Oekraïne. Speculatie op de energieprijzen en een explosie van de winsten die aan de aandeelhouders van grote ondernemingen worden uitgekeerd, zijn het gevolg. Aan de basis van dit alles ligt een historische vermindering van de beschikbaarheid van fossiele brandstoffen.

De winsten zijn gestegen, niet alleen bij grote transport-, energie- en farmaceutische bedrijven. De winsten in 2021 zijn historisch. De vijf grootste Franse banken hebben in een nooit eerder geziene beweging in 2021 meer dan 31 miljard euro winst gemaakt. Het Spaanse Santander boekte 8,1 miljard euro nettowinst, het Italiaanse Intesa San Paolo 4,2 miljard euro en de Deutsche Bank 3,4 miljard euro. De winst op omzet van Volkswagen verdubbelde bijna tot 20 miljard euro. In de eerste helft van 2022 gaat Shell aan kop met een winst van 19,9 miljard euro, gevolgd door BP (VK) met 20,8 miljard euro en TotalEnergies (Frankrijk) met 14,2 miljard euro.

Deze voorbeelden van duizelingwekkende verrijking ‒ die ook gepaard gaat met de persoonlijke verrijking van de bezittende klasse, met name door de uitkering van dividenden en de waardestijging van aandelen ‒ staan in contrast met de geringe loon- en uitkeringsstijgingen, het drastische verlies van koopkracht en arbeidsrechten, die de verarming van de volksklasse hebben vergroot. De ongelijke verdeling van de rijkdom verergerde in het begin van de covid-jaren. Deze ongelijkheid is nog groter geworden, met name voor vrouwen, jongeren, de geracialiseerde arbeidersklasse, gehandicapten en de bevolkingsgroepen die in de meest achtergestelde gebieden wonen. Een studie voorspelt dat tegen het einde van dit jaar 80 procent van de huishoudens in het Verenigd Koninkrijk in energiearmoede zal verkeren en in 2023 wordt een verdere explosie van de energieprijzen verwacht.

In deze periode hebben neoliberale regeringen de belastingmaatregelen ten gunste van bedrijven opgevoerd, de sociale uitgaven verlaagd en de militaire budgetten aanzienlijk verhoogd ‒ met alle gevolgen van dien voor de inflatie ‒ waardoor de levensomstandigheden van de meest behoeftigen nog verder verslechteren. De oorlog in Oekraïne wordt door reactionaire krachten, multinationale ondernemingen en imperialistische machten gebruikt om hun eigen agenda door te drukken, met het argument dat alle militaire budgetten bedoeld zijn om het Oekraïense verzet te helpen, wat duidelijk onjuist is. Solidariteit tegen de invasie van Poetin verhindert niet de strijd tegen neoliberale en imperialistische agenda’s en het tegen de arbeidersklasse gerichte bezuinigingsbeleid.

Regeringen op verschillende niveaus (nationaal, regionaal, lokaal) hebben steunregelingen, plafonds voor energieprijzen of vervoerspakketten ingevoerd, zodat het gewicht van de inflatie voor de volksklasse ongelijk is, afhankelijk van de staat, maar deze regelingen zijn tijdelijk en compenseren de stijging van de kosten van levensonderhoud niet.

Materiële omstandigheden, inclusief het eindeloze wachten op de volgende loon- of uitkeringscheque, zijn de belangrijkste zorg geworden voor de overgrote meerderheid van de werkende klasse. Energie, voedsel en huisvestingskosten zijn voor iedereen essentieel en die kosten stijgen allemaal tot ondraaglijke niveaus.

Een dergelijke situatie is ondraaglijk.

De afgelopen maanden is er veel strijd geleverd:

In het hele Verenigd Koninkrijk is het aantal nationale stakingen sinds het voorjaar aanzienlijk toegenomen, ondanks de meest repressieve anti-stakingswetten in Europa ‒ met name in het vervoer, bij de post, in de telecommunicatie en in verschillende grote havens. Onlangs is een belangrijke stemming gewonnen voor stakingen van universiteitsdocenten, terwijl ook onderwijzers en gezondheidswerkers in staking zijn gegaan. Anderzijds zijn er tekenen van versnippering van de acties op het spoor en bij de post door de leiders van die vakbonden. Er is aanzienlijke publieke steun voor de stakingen. Ze worden gecombineerd met politieke actie, vooral rond het recht op voedsel en het recht op huisvesting. In Schotland is door de regering een huurbevriezing van zes maanden ingevoerd.

Tegelijkertijd is in heel Groot-Brittannië en in Italië, vooral in Napels, een beweging ontstaan om de betaling van energierekeningen te boycotten met ‘Don’t Pay UK’. In Duitsland zijn de demonstraties van links tot nu toe beperkt gebleven tot oppositioneel links en een paar vakbonden. Deze zwakte is vooral te wijten aan het feit dat de leiding van de grote industriële vakbonden, de vakbond van chemiearbeiders en de vakbond van metaalarbeiders, zijn ingebed in een tripartiete structuur die noodmaatregelen voor de bevolking aandraagt. Extreemrechts probeert van de enorme prijsstijgingen te profiteren met demonstraties die die van links overtreffen. Op 3 oktober vond in Tsjechië een enorme demonstratie plaats. Verschillende dagen van stakingen die door de vakbonden werden uitgeroepen, demonstraties tegen de hoge kosten van levensonderhoud hebben plaatsgevonden of zijn gepland (in Frankrijk op 29 september, 16 en 18 oktober, 21 september en op 9 november in België). In Frankrijk ontstonden stakingen rond de olieraffinaderijen, waarbij de werknemers vier weken lang staakten.

De aanvallen op de levensomstandigheden zullen de komende maanden nog verergeren, met name door de geplande verhoging van de contract- en energieprijzen en het einde van de maatregelen die de gevolgen daarvan gedeeltelijk verzachtten.

In Italië, Duitsland, Tsjechië en Frankrijk zien we verschillende politieke stromingen met verschillende motieven die proberen de woede van de volksklasse af te leiden van de kapitalisten die verantwoordelijk zijn voor deze crisis en die bovendien weigeren onmiddellijk concrete maatregelen te nemen om de levensomstandigheden van het armste en meest precaire deel van de bevolking te beschermen en te verbeteren. Nu extreemrechts deze situatie probeert uit te buiten, is het onze verantwoordelijkheid om te proberen de meest brede klassen-, sociale en politieke fronten te organiseren om sociale eisen te stellen, de geproduceerde rijkdom op te eisen en openbare diensten ten gunste van de volksklasse te organiseren door de kapitalistische winsten aan te pakken. We willen vooral dat de hele beweging middelen inzet voor de organisatie en ondersteuning van de meest behoeftigen.

In deze mobilisaties komen wij op voor:

– Verhoging van lonen en uitkeringen ten minste in overeenstemming met de inflatie, met bijzondere bescherming voor mensen met lage inkomens en ‘Uberwerkers’, die de facto werknemers van kapitalistische concerns zijn.

– Voor automatische verhogingen die gelijke tred houden met de inflatie ‒ een glijdende schaal van lonen en uitkeringen met reële maatstaven voor de inflatie die door de georganiseerde werknemers en uitkeringsgerechtigden zelf worden vastgesteld.

– Afschaffing van genderongelijkheid op het werk; toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor mannen en vrouwen voor werk van gelijke waarde.

– Toegang tot gratis kinderopvang voor elk kind dat het nodig heeft.

– Afschaffing van de BTW op voedsel en energie en verlaging en bevriezing van de huren en prijzen van eerste levensbehoeften.

– Verhoging van het effectieve belastingtarief op vermogen en winst.

– Gratis lokaal en regionaal vervoer, uitbreiding van het openbaar vervoer.

– Gratis stroom en verwarming in overeenstemming met de basisbehoeften van de mensen.

– Socialisatie van energie-, bank- en vervoersbedrijven onder democratische controle van werknemers en gebruikers.

– Audit van de staatsschuld met participatie van de burgers, die leidt tot de kwijtschelding van de onrechtmatige schuld als middel om meer ruimte te vinden voor een verhoging van de sociale uitgaven en in de strijd tegen de ecologische crisis.

– Massale investeringen in hernieuwbare energie, geen nieuwe fossiele brandstoffen ‒ voor de ontmanteling van kernenergie.

In een tijd waarin ultraliberale regeringen zich ontwikkelen en democratische rechten aanvallen, ook in alliantie met neofascistische krachten zoals in Zweden en Italië, is het van vitaal belang dat de antikapitalistische krachten, de arbeidersbeweging als geheel, een noodplan ontwikkelen tegen de hoge kosten van levensonderhoud en de inflatie om alle al bestaande volksmobilisaties te ondersteunen en te versterken en tegelijkertijd de pogingen van extreemrechts om de volkswoede uit te buiten te bestrijden.

Ondertekenende organisaties:

België: SAP-Antikapitalisten / Gauche anticapitaliste

Engeland en Wales: Anticapitalist Resistance

Frankrijk: Ensemble! (Mouvement pour une Alternative de Gauche et Ecologiste)

-NPA (Nouveau parti anticapitaliste)

Duitsland: ISO (Internationale Sozialistische Organisation)

Griekenland: TPT (Fourth International Programmatic Tendency) & Magazine ‘4’ – Griekse afdeling van de 4e Internationale

Italië: Sinistra Anticpapialista

Nederland: SAP / Grenzeloos

Noorwegen: FIN (Fourth International in Norway, Forbundet Internasjonalen)

Portugal: SPQI: collectief van activisten van de 4e Internationale en Toupeira Vermelha: collectief van activisten van de 4e Internationale

Schotland: ecosocialist.scot

Spaanse staat: Anticapitalistas

Zweden: Socialistik Politik

Zwitserland: BFS/MPS (Bewegung für den Sozialismus/mouvement pour le socialisme/movimento per il socialismo) en solidaritéS