Het is dringend nodig opnieuw een wereldwijde vredesbeweging op te bouwen die zich verzet tegen alle militaire allianties en de voortdurende massale verhogingen van de defensiebudgetten.

Eind juni zal het Atlantisch Bondgenootschap voor de tweede keer sinds de Spaanse staat in 1982 lid werd van de NAVO, een topconferentie houden in Madrid. Het toeval wil dat elk van deze twee topontmoetingen in Madrid een belangrijk bepalend moment in de geschiedenis van de organisatie vormt.

De vorige top, in 1997, was de bekroning van een lang debat tussen de regeringen van de NAVO-leden over de uitbreiding van het bondgenootschap naar het oosten. Het debat werd openbaar en verhit in de Verenigde Staten, waar bijna het gehele establishment van het buitenlands beleid van het land bij betrokken was. Degenen die waarschuwden tegen het buitensluiten van Rusland – wat volgens hen de manier was waarop elke uitbreiding van de NAVO naar landen die voorheen ondergeschikt waren aan Moskou onvermijdelijk door de Russen zou worden opgevat – stonden tegenover degenen die graag de kans wilden grijpen die werd geboden door wat Washington Post-columnist Charles Krauthammer in 1990 ‘het unipolaire moment’ had genoemd, om de Amerikaanse hegemonie uit te breiden naar gebieden die vroeger deel uitmaakten van de Sovjetsfeer.

Dit laatste standpunt werd gedeeld door het grootste deel van de regering-Clinton, achter de schermen geïnspireerd door Zbigniew Brzezinski. Het tegenovergestelde standpunt werd binnen de regering vertegenwoordigd door minister van Defensie William Perry tijdens het eerste mandaat van Bill Clinton. Perry werd uit de regering gezet en veelzeggend genoeg vervangen door de Republikein William Cohen voor Clinton’s tweede termijn, het jaar waarin de Top van Madrid werd gehouden.

Voorstanders van de oostwaartse expansie van de NAVO wilden dat het Amerikaanse imperium een groot deel van het voormalige Sovjet-imperium zou omvatten, in de overtuiging dat het post-communistische Rusland vroeg of laat zou proberen zijn lange imperialistische traditie nieuw leven in te blazen. Daarom moest deze onvermijdelijke ontwikkeling worden voorkómen door ervoor te zorgen dat de VS zoveel mogelijk van het voormalige Sovjet-imperium in handen zouden krijgen. Aangezien het regime van Poetin zich sinds 2008 inderdaad schuldig heeft gemaakt aan roofzuchtig gedrag in wat Rusland traditioneel beschouwt als zijn imperiale ‘nabije buitenland’ – interventie in Georgië in 2008, annexatie van de Krim en interventie in Donbas in 2014, invasie met het oog op regimeverandering in Oekraïne in 2022 en voortdurende pogingen om de Donbas en aangrenzende gebieden volledig te bezetten – zou men geneigd zijn te geloven dat degenen die pleitten voor uitbreiding van de NAVO gelijk hebben gekregen.

Maar in feite is dit resultaat precies waartegen de tegenstanders van de uitbreiding hadden gewaarschuwd. Ze voorspelden terecht dat de Russen de oostwaartse uitbreiding van de NAVO als een vijandig gebaar zouden opvatten en dat dit bij hen derhalve een revanchistische houding zou kweken. Met andere woorden, ze waarschuwden dat de uitbreiding van de NAVO als voorbode van de terugkeer van Rusland naar imperiaal gedrag in feite zou werken als een self-fulfilling prophecy.

Op de top in 1997 werden Hongarije, Polen en Tsjechië officieel uitgenodigd om tot het bondgenootschap toe te treden. De toetreding van de drie Oost-Europese landen werd twee jaar later voltooid op de top van Washington, waar de 50e verjaardag van de NAVO werd gevierd. Dat gebeurde op een moment dat het bondgenootschap Joegoslavië bombardeerde in strijd met het internationaal recht, in de eerste door de VS geleide oorlog na 1990 die niet was goedgekeurd door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

Samen met de door de VS geleide invasie van Irak in 2003, waarbij opnieuw de VN-Veiligheidsraad werd omzeild, en de daaropvolgende uitbreiding van de NAVO in 2004 met nog eens zeven Oost-Europese landen, waaronder de drie Baltische staten, die vroeger deel uitmaakten van de USSR, was deze opeenvolging van gebeurtenissen doorslaggevend voor het ontstaan van de vijandigheid tussen Rusland en het Westen die de opmaat vormde voor de invasie van Oekraïne.

De komende top in Madrid zal de gelegenheid zijn voor een grote kwalitatieve sprong in de definitie van het doel van de NAVO, die niet minder ingrijpend zal zijn dan de top in 1997. Dit is geen toespeling op de formele uitnodiging van Finland en Zweden om toe te treden tot het bondgenootschap, hoewel deze ontwikkeling zeker van grote betekenis is, misschien wel meer dan alle voorgaande uitbreidingsrondes, omdat hierdoor de directe grens van de NAVO met Rusland aanzienlijk wordt verlengd (de grens van Finland met Rusland is 1.340 kilometer lang). Het enige vraagteken in dit verband is het standpunt van Turkije, aangezien elk nieuw lidmaatschapsaanbod unaniem moet worden goedgekeurd door alle bestaande NAVO-leden, een beginsel dat elk van hen een feitelijk vetorecht verleent. Ankara wil dat de twee noordelijke staten maatregelen nemen tegen de Koerdische beweging, die sterk vertegenwoordigd is onder de vluchtelingen in beide landen.

Maar de gevaarlijkste nieuwigheid op de Top van Madrid is een belangrijke kwalitatieve uitbreiding van het doel van de NAVO. De NAVO, die oorspronkelijk is opgericht als een defensieve alliantie tegen de Sovjet-Unie en haar ondergeschikte staten, is na 1991 veranderd in een ‘veiligheidsorganisatie’ – wat betekent dat ze betrokken is geweest bij militaire acties (de NAVO als zodanig heeft formeel geen oorlog gevoerd in de tijd van de USSR) – en ze heeft haar doel geherdefinieerd door post-Sovjet-Rusland uit te sluiten door zich uit te breiden naar de grenzen van dat land. De in 1997 opgerichte NAVO-Rusland Raad, in plaats van het land uit te nodigen om lid te worden van het bondgenootschap, was een schrale troost voor Moskou. Niemand werd voor de gek gehouden. Van stilzwijgend werd de vijandigheid van de NAVO tegenover Rusland expliciet na de annexatie van de Krim door Rusland in 2014.

De komende top in Madrid zal de NAVO rechtstreeks betrekken in openlijke vijandigheid tegenover China, ver buiten het oorspronkelijke gebied van de alliantie. Dit gebied wordt in het verdrag van 1949 bij de oprichting van de NAVO gedefinieerd als omvattende ‘het grondgebied van een van de partijen in Europa of Noord-Amerika, op de Algerijnse departementen van Frankrijk, op het grondgebied van of op de eilanden onder de jurisdictie van een van de partijen in het Noord-Atlantische gebied ten noorden van de Kreeftskeerkring.’ De verandering die de NAVO na 1991 heeft ondergaan, heeft ertoe geleid dat ze ook buiten het grondgebied van haar leden is gaan optreden, eerst in de Balkan en vervolgens veel verder van haar oorspronkelijke gebied, in Afghanistan, in de nasleep van de aanslagen van 11 september 2001.

Deelname aan de bijeenkomsten van de organisatie is echter beperkt gebleven tot Europa en Noord-Amerika. Nu niet meer: Japan is samen met Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea uitgenodigd om de top van Madrid bij te wonen als ‘partners’ van de NAVO in de regio Azië-Stille Oceaan – een zware provocatie aan het adres van Peking. Het kan deze uitnodiging alleen maar interpreteren als een stap in de richting van de consolidatie van door de VS geleide allianties in één enkel wereldwijd netwerk dat zich verzet tegen zowel Rusland als China. Na de voorbereidende vergadering van de ministers van defensie van de NAVO op 16 juni verklaarde Jens Stoltenberg, secretaris-generaal van de organisatie, dat het nieuwe Strategisch Concept van de NAVO, dat op de Top van Madrid zal worden goedgekeurd, het standpunt van de alliantie zal bepalen ’ten aanzien van Rusland, van de opkomende uitdagingen en, voor het eerst, van China’.

Vanuit het oogpunt van Washingtons streven om zijn hegemonie over het grootste deel van Europa en Azië te bestendigen door Rusland en China als vijanden af te schilderen – een strategie die door alle opeenvolgende regeringen van de VS na 1991 is gevolgd – is de nieuwe escalatie die in Madrid zal worden bevestigd, volkomen logisch. Terwijl hij het verzet van Oekraïne tegen de Russische invasie resoluut steunde, heeft president Biden het aantal provocerende gebaren naar Peking uitgebreid, waaronder zijn verklaring, voorafgaand aan een topontmoeting in mei van de anti-Chinese alliantie die bekend staat als de Quad (Japan, Australië en India samen met de Verenigde Staten), dat de Verenigde Staten Taiwan militair zullen verdedigen. De verklaring werd snel afgezwakt door het State Department, dat in mei uit een informatieblad over Taiwan op zijn website de verklaring ‘wij steunen de onafhankelijkheid van Taiwan niet’ had verwijderd en deze in juni weer had opgenomen.

Vanuit het oogpunt van Europa en Azië is instemmen met deze feitelijke uitbreiding van de rol van de NAVO hetzelfde als zich laten hoeden als de schapen van Panurge en zich in zee werpen. China tegen zich in het harnas jagen is niet in het belang van Europa en ook niet in het belang van de landen die voor de Top van Madrid zijn uitgenodigd. Zelfs als de Europese regeringen van mening zouden zijn dat Rusland nu onomkeerbaar een bedreiging voor hun veiligheid is geworden, zou het voor hen volstrekt contraproductief zijn Beijing aan te zetten tot het consolideren van een alliantie met Moskou.

Deze ontwikkelingen brengen de wereld dichter bij een vuurzee die de huidige oorlog in Oekraïne in de schaduw zou kunnen stellen en de toekomst van de mensheid in gevaar zou kunnen brengen. Het is dringend nodig om opnieuw een wereldwijde vredesbeweging op te bouwen die zich verzet tegen alle militaire allianties en hun ontbinding eist, een beweging die zich ook verzet tegen de voortdurende enorme verhogingen van de militaire budgetten. Het is de hoogste tijd om terug te keren naar wereldwijde ontwapening onder auspiciën van de VN, zoals voorzien in het VN-Handvest. Dat Handvest is de hoeksteen van het internationaal recht, dat een nieuwe rol moet gaan spelen tegen de voortdurende tendens naar het recht van de sterkste. De enorme en alsmaar groeiende bedragen die worden uitgegeven aan bewapening en vernietiging zouden wijselijk moeten worden herbestemd voor de enige oorlogen die echt in het belang van de mensheid zijn: de oorlogen tegen armoede en klimaatverandering.

Dit artikel stond op The Nation. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.