“Gedichten en romans zijn de zuurstof die onze geest in tijden van klimatologische en mentale verzuring vrijer doet ademen. Wie leest, komt vanzelf in aanraking met andere manieren van denken. Wie leest, blijft niet opgesloten in de hokjes van het eigen gelijk.” (De Standaard der Letteren, 4.12.2021) De auteur van deze beeldsprakige wijsheid is docent letterkunde aan de Universiteit Gent.

Niet alleen getuigt de heer bibliotherapeut Jürgen Pieters van elitaire opvattingen, maar zij zijn bovendien idealistisch. In zijn ogen zijn het namelijk de ideeën die de wereld maken, en daarvoor zorgen belezen mensen. Die leven niet in hokjes maar voornamelijk in universitaire lokalen.

Pieters heeft de zware taak op zich genomen een zorgend man te zijn: literatuur moet naast artsen, psychiaters, psychologen en andere zorgverleners een zorgende functie krijgen. Zorgwinkels zullen voortaan een boekenafdeling huisvesten, samengesteld door literatuurdocenten die de Westerse canon beheersen. Dante, Cicero en Boëthius waren in de oudheid al actief in de “cura animarum”, in de volkstaal zielszorg. Daarna komen vertroostende auteurs als Shakespeare, Flaubert, Rilke, Coetzee en Houellebecq aan bod als zorgverleners, dixit Jürgen Pieters. Hij schreef er ook een boekje over.

Genezing van de ziel, daar gaat het om. Een gezonde geest in een gezond lichaam en anders leren denken. Waarop we de complottheorieën van de hand wijzen, ons laten inenten, stemmen voor democratische partijen en, halleluja, het klimaat is gered. We kunnen weer op beide oren inslapen met een boekje van Pirandello. Wat een literatuurdocent niet allemaal uitvindt om zijn beroep te rechtvaardigen. Hij is immers niet zomaar een docent, maar een genezer die dankzij zijn aan de hogeschool verworven kennis de mensheid de geestelijke troost geeft die zij nodig heeft.

De meerderheid van de bevolking vindt zijn troost elders. In het voetbalstadion, in de kroeg, in window shopping, in tuinieren, in disco’s, in modedefilés, in nordic walking, aan de Costa Brava, in hash, etc. Niet omdat de mensen dom zijn, verre van daar. Maar, naast het spook van de vermarkting, omdat cultuurfreaks die het hogere omhelzen lullen over ideeën niet niemand praktisch helpen, in plaats van de strijd aan te gaan tegen de deze verkeerde, wanordelijke wereld.

Platonist Jürgen Pieters haalt de Zuid-Afrikaanse auteur Antjie Krog aan. Hij vergeet dat Mevrouw Krog politiek actief was in de strijd tegen de Apartheid en dat ze daarbij gedichten heeft gemaakt die een schrijnende aanklacht waren tegen het racistische onrecht. Heeft Dante dat gedaan? In tegendeel. En Rilke? Die was vooral met persoonlijk gemoedsleven bezig.

Sinds de religie steeds minder vat op onze geesten heeft, zoeken velen naar een religieus alternatief: men vergaapt zich in de musea en kunstgalerijen aan het hogere, en in de literatuur zoekt men het geestverheffende sublieme. En de wereld blijft wat hij is. Wie uit de hokjes wil treden doet dat vooreerst actief, niet geestelijk. Een groot bewonderaar van Homeros stelde in 1845 dat de kwestie of de menselijke geest tot waarheid kan komen, geen theoretische maar een praktische kwestie is.

Lezen doe ik omdat ik er plezier aan beleef, namelijk aan de manier waarop een auteur een verhaal in elkaar steekt en hoe hij of zij met de taal omspringt. Als ik daarbij troost vind, des te beter. Maar het mag geen opium zijn.