In Hongarije heeft het extreem-rechtse Fidesz van Viktor Orbán de verkiezingen gewonnen na een racistische en antisemitische campagne. Ook het neonazistische Jobbik won. Rechts-extremisten in de rest van Europa vierden feest.

Een partij die gelooft in een wereldwijde Joodse samenzwering heeft afgelopen zondag de Hongaarse verkiezingen gewonnen. De nazi’s kwamen als tweede uit de bus. Ongeveer 60 procent van de Hongaarse stemmers steunden een extreem-rechtse partij. Rechts Europa viert feest.

Britse minister van buitenlandse zaken Boris Johnson en de minister-president van Israël Benjamin Netanyahu stuurden schandalig genoeg ook hun felicitaties. Deze uitslag is een serieuze bedreiging voor Joden, Roma, LHBTQ+ ers, vrouwen en mensen uit de arbeidersklasse.

De rechtse racistische Fidesz partij van minister-president Viktor Orbán heeft 134 van de 199 parlementaire zetels weten te winnen. De nazi-partij Jobbik wist een kleine winst te boeken en staat nu op 25 zetels. Officieel gezien vormen zij nu de oppositie. Steun voor een samenwerking tussen de Hongaarse Socialistische Partij (MSZP) en de liberale partij Dialoog voor Hongarije is op niets uitgelopen.

Orbán voerde een sterk antisemitische verkiezingscampagne gebaseerd op het ‘verdedigen van Hongarije’ om te voorkomen dat het een ‘land van immigranten’ zou worden. ‘We moeten een openlijke dialoog voeren over de toekomst die Brussel, de Verenigden Naties en George Soros voor ons gepland hebben,’ zei hij. De naam van de financier Soros wordt hier gebruikt als codewoord voor Joden.

Rechts domineert de Hongaarse politiek al sinds de financiële crisis van 2007. Deze crisis kwam hard aan bij de middenklasse die gebukt ging onder schulden. De fascistische partij Jobbik wist aanhang te winnen door de schuld bij Joden en Roma te leggen. De partij wist ook andere maatschappelijke groepen achter zich te krijgen, namelijk armen op het platteland en jongeren die onder het vrijemarktbeleid nauwelijks vooruit zijn gekomen.

Paramilitair

Jobbik is verantwoordelijk voor het opzetten van de nu (officieel) verboden paramilitaire Hongaarse Garde. Na een regeringsperiode vol schandalen onder de MSZP werd in 2010 Fidesz gekozen. Zij kwamen met een wetgeving ter bescherming van het ‘traditionele gezin’, richtten zich tegen de Roma en reageerden op de opkomst van Jobbik door deze na te apen.

Tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 verschoof het politieke landschap verder naar rechts. Duizenden Syrische vluchtelingen op de vlucht voor oorlog (gevoerd door het westen) vonden hun weg via Hongarije naar Duitsland. De Duitse kanselier Angela Merkel en de EU kwamen om deze reden met een quota voor de hervestiging van vluchtelingen.

De Hongaarse regering bouwde ondertussen een hek aan de grens met Servië en hield een racistisch referendum over de quota in 2016. Ze zijn gebruik gaan maken van islamofobie om zo te kunnen poseren als de verdediger van ‘christelijk Europa’.

Wanneer één vorm van racisme groeit, zullen anderen floreren. De aanvallen van Fidesz op Soros zijn verbonden met hun islamofobe bangmakerij omtrent vluchtelingen. ‘Het grootste gevaar is dat miljoenen migranten vanuit het zuiden deze kant op dreigen te komen,’ zei hij vorige week. ‘Samen met een steenrijke speculant laten Europese leiders liever migranten toe in plaats van onze grenzen te verdedigen.’

Hoewel de fascisten geen grote winst hebben geboekt, is de dreiging alom aanwezig. Jobbik leider Gabor Vona heeft aangekondigd op te stappen. Eerder leidde hij de paramilitaire vleugel, maar aangezien hun doorbraak tijdens de verkiezingen van 2014 is mislukt probeerde hij nu een nette indruk te maken. Op sommige momenten tijdens de campagne leek Jobbik zelfs gematigd in vergelijking met Fidesz.

De strategie van Vona om een nette indruk te maken is echter mislukt. Jobbik zou nu weer kunnen inzetten op het opbouwen van een straatbeweging. Hongarije is een duidelijke waarschuwing van wat er gebeurt wanneer rechts en racisme bij gebrek aan tegenspraak een poging doen om de boosheid van het volk naar rechts te trekken.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Socialist Worker. Nederlandse vertaling: redactie socialisme.nu.