Na de bliksemzege van de Taliban in Afghanistan, zitten o.a. de Fransen met de bange vraag of hetzelfde scenario niet doemt in Mali en andere landen van de Sahel. President Emmanuel Macron kondigde begin juni aan dat de operatie Barkhane na 7 jaar wordt stopgezet om plaats te maken voor een beperktere antiterrorisme operatie. Barkhane noch de Afrikaanse strijdmachten hebben de opmars van zowel Daeh (IS) als Al Qaida niet kunnen tegenhouden. Die controleren steeds meer gebieden, vooral in Mali en Burkina Fasso.

Onheilspellend

Er zijn heel wat onheilspelende tekenen. Op de eerste plaats de opmars van zowel de GSIM (Groupe de soutien de l’islam et des musulmans), filiaal van Al Qaida, als van IS. De kaart van het jihadisme is ingewikkelder dan dat, vaak enten die groepen zich op lokale conflicten tussen clans en zijn ze verstrengeld in maffieuze benden die enkele belangrijke smokkelroutes in handen hebben.

Franse legerexperts zeggen dat de regering van Mali geen enkele controle meer heeft over de helft van het land. In Burkina Fasso is dat volgens die bronnen een derde dat aan Ouagadougou ontsnapt. Ze verwachten meer en meer jihadisten rond de Sahel, zoals in Ivoorkust, Benin, Nigeria, Senegal.

Diverse lokale en nationale autoriteiten maken, tot woede van Parijs, via allerlei kanalen afspraken met deze terreurbewegingen. De gemakkelijke overwinning van de Taliban moedigen die groepen uiteraard aan, waarom zou een dergelijk scenario zoals Kaboel binnenkort niet kunnen in bij voorbeeld Bamako, Mali. Bij Al Qaida beschouwen ze de overwinning van de Taliban als de hunne.

Oorlogsmoe

Er is daarnaast ook de toenemende oorlogsmoeheid bij een deel van de bevolking. Die is er eveneens bij de G5 Sahel (de militaire samenwerking tussen Mali, Burkina Fasso, Niger, Mauritanië en Tsjaad). De legerleiders van die landen zijn, op weinig uitzonderingen na, vooral onledig met eigen gewin.

In Mali trok een militaire junta in mei alle macht naar zich, in Tsjaad kwam er in april na de dood van president Idriss Déby ook een militair bewind. Tsjaad trok zondag nog 600 soldaten terug uit die 5G. De Tsjaadse troepen worden als de meest efficiënte van deze alliantie beschouwd, wat dus een nieuwe klap betekent voor de strijd tegen de terreurgroepen.

Het is mee daardoor dat Macron het dit jaar niet meer zag zitten om met Barkhane verder te doen. Vooral omdat er bij de Europese bondgenoten en de VS zo weinig bereidheid is om een steentje bij te dragen. Met andere woorden, Frankrijk staat er in de praktijk alleen voor. Na de catastrofe in Afghanistan zal de bereidheid van die bondgenoten om zich in de Sahel te gaan moeien, nog kleiner zijn – dus onbestaande.

Zwakke schakel

Vandaar de voor de hand liggende vraag: hoelang duurt het nog eer een van die Sahellanden in handen valt van lokale ‘taliban’? Er wordt vooral gekeken naar de zwakste schakel, Mali, waar de leider van Al Qaida in 2017 bij de oprichting van de GSIM niet alleen trouw zwoor aan Al Qaida, maar ook aan de strijdbroeders van de Afghaanse Taliban.

Malinese legerleiders maken al langer afspraken met plaatselijke Al Qaida commandanten; in het centraal gedeelte is er minstens één regio waar ze met de zegen van Bamako de sharia kunnen toepassen. Maar tot in Bamako zelf kunnen de jihadisten op brede sympathie rekenen onder religieuze leiders die invloed hebben in het leger.

Veel van die legerleiders zijn net als talrijke politieke leiders slechts geïnteresseerd in de vele miljarden euro steungelden, wat veel mensen doet uitkijken naar alternatieven. De aanhoudende steun van Parijs aan die corrupte leiders, maakt de Fransen nog meer ongeliefd.

Frankrijk wil volgend jaar zijn basissen in het noorden (Kidal, Timbouctou, Tessalit) sluiten. Wie of wat zal de jihadisten dan tegenhouden om net als tien jaar eerder daar heer en meester te worden? Zeker niet het Malinese leger en zoals het er nu naar uitziet ook geen enkele Afrikaanse strijdmacht.

Macron verzekert dat Frankrijk zich niet zoals de VS in Kaboel zal terugtrekken en die landen niet aan hun lot zal overlaten. Maar zijn eigen generaals hebben sterke twijfels over de kansen op succes. Corruptie en machtswellust hebben enkele regimes zodanig aangetast dat ze nog weinig krediet hebben bij de eigen bevolking. Cfr Afghanistan.

Handicaps

Toch zijn er enkele handicaps die het Al Qaida, IS en co moeilijk maken. Ten eerste, het feit dat ze concurrenten zijn van elkaar. Al maken ze vermoedelijk onderling wel afspraken, toch zijn ze rivalen, onder meer ook in de strijd om grote inkomstenbronnen zoals drugs- en mensenhandel en de controle over goud- en andere mijnen.

En er ontbreekt één grote factor die de Afghaanse Taliban enorm heeft geholpen, zelfs meer dan dat: een veilige uitvalsbasis als Pakistan. Want in veel commentaren rond de Taliban wordt de Pakistaanse dimensie vaak verwaarloosd. De Afghaanse Taliban zijn een creatie van de Pakistaanse militaire geheime dienst, hun succes is daar grotendeels aan te danken. Die troef hebben de geestesgenoten in de Sahel niet.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.