Temidden van de opkomst van autoritaire heerschappij in Guatemala, El Salvador en zelfs Nicaragua, is er goed nieuws uit Honduras.

Xiomara Castro, de voormalige First Lady van Honduras, is bij de presidentsverkiezingen van 28 november als grote winnares uit de bus gekomen met 20 procentpunten voorsprong op haar naaste rivaal. Ze zal in januari 2022 aantreden als eerste vrouwelijke president.

Castro was een sleutelfiguur in het verzet tegen de staatsgreep die haar echtgenoot, Manuel Zelaya, in 2009 omverwierp en sloot zich aan bij de duizenden die protesteren op straat. Als First Lady was ze verantwoordelijk voor sociale ontwikkelingsprogramma’s en werkte ze samen met de Verenigde Naties om de problemen van vrouwen met hiv aan te pakken.

In de campagne van 2021 bekritiseerde Castro de zittende regering van de Nationale Partij, die geteisterd wordt door beschuldigingen van corruptie. De zittende president werd genoemd als vermeende mede-samenzweerder in een drugshandelzaak waarin zijn broer eerder dit jaar in de VS levenslang kreeg.

Castro’s overwinning was des te opmerkelijker gezien eerdere pogingen van het regime om de verkiezingsresultaten te vervalsen, de hoge mate van geweld waarmee de campagne gepaard ging, de verspreiding van leugens over Castro via valse Twitter-accounts en het gebrek aan kiezersidentificatie voor honderdduizenden potentiële kiezers. Toch overwon Castro deze obstakels – in een land waar naar verluidt minder dan 3% van de bevolking het land als een ‘volledige democratie’ erkent – om te winnen bij de hoogste opkomst sinds 1997.

Duizenden mensen stroomden de straat op om feest te vieren. ‘We hebben het autoritarisme teruggedrongen’, zei Castro tegen de menigte in de hoofdstad Tegucigalpa. ‘Weg met de corruptie, weg met de drugshandel, weg met de georganiseerde misdaad.’

De afgelopen twaalf jaar hebben een wrede impact gehad. Na de staatsgreep in 2009 trachtte het Hondurese regime elk spoor van de progressieve agenda van Zelaya uit te wissen. Nu heeft het land het hoogste armoedecijfer van Centraal-Amerika, waar 70% van de bevolking onder gebukt gaat en een van de hoogste moordcijfers ter wereld. Dit heeft geleid tot massale emigratie, hoofdzakelijk naar de VS.

Ongeveer 40% van de Hondurese politie is naar schatting – door politiechefs zelf – betrokken bij de georganiseerde misdaad. Een corruptiebestrijdingsambtenaar zei dat 70% van de politie ‘niet meer te redden’ was. In 2014 betaalden Hondurezen naar schatting 2 miljoen dollar aan bendes die gespecialiseerd zijn in afpersing. Niet betalen is steevast fataal. Dat is de realiteit die de enorme migratiegolf naar het noorden aanwakkert.

Het vooruitzicht van een hervormende regering die de bevolking van Honduras een zekere mate van hoop biedt, zou kunnen helpen om de uittocht uit het land te verminderen. Ironisch genoeg kan dit de Amerikaanse regering minder afkerig maken van Castro’s aantredende regering dan van het hervormingsgezinde project van haar echtgenoot meer dan tien jaar geleden. Ook Castro’s belofte om corruptie en drugshandel hard aan te pakken, heeft raakvlakken met de doelstellingen van de VS.

In een toespraak op de televisie na de stemming beloofde Castro een ‘directe, participatieve democratie’. Er zou ‘geen haat, oorlog, corruptie, drugshandel, georganiseerde misdaad en geen ZEDES, armoede of ellende meer zijn’. ZEDES verwijst naar de werkgelegenheids- en economische ontwikkelingszones die onder de aftredende regering werden gecreëerd en die worden gecontroleerd door investeerders die hele gebieden – met hun bevolking – overnemen en landbouwondernemingen op industriële schaal, belastingvrije productie en grootschalige mijnbouw- en energieprojecten ontwikkelen.

Castro, die zichzelf een democratisch socialiste noemt, voerde een progressieve campagne, waarin ze pleitte voor het belasten van rijkdom, het creëren van nieuwe sociale voorzieningen voor de armen en ouderen en het versoepelen van het algehele verbod op abortus in het land. Haar overwinning is een grote overwinning voor de sociale bewegingen die zich verzetten tegen de staatsgreep van 2009 en blijven strijden tegen winningsprojecten en speciale economische zones, vóór reproductieve rechten en de vrijheid van politieke gevangenen die nog steeds wegkwijnen in gevangenissen.

Maar terwijl Castro campagne voerde om de Hondurese grondwet te herschrijven – één van de vermeende voorwendselen voor de staatsgreep tegen haar man twaalf jaar eerder – zijn er ook aanwijzingen dat ze haar progressieve sociale agenda enigszins heeft teruggeschroefd, in een poging om conservatieve zakensectoren en de VS gerust te stellen. Haar pogingen om  radicale economische veranderingen door te voeren kunnen ook worden gedwarsboomd door de zware schuldenlast die ze erft van de vertrekkende regering.

Volgens een commentator ‘moeten Xiomara Castro en haar bondgenoten een maatschappij herstellen die de op één na armste is van het westelijk halfrond, een land dat een overslagstation voor narcotica is voor een grote regio en een regering die vertrouwt op een gewelddadige gemilitariseerde politie’.

Van cruciaal belang hierbij zal zijn dat Castro een meerderheid in het Hondurese Congres krijgt. Voorlopige resultaten wijzen erop dat ze een gewone meerderheid zou kunnen behalen in de wetgevende macht met één kamer, waardoor sommige van haar prioriteiten zouden kunnen worden goedgekeurd, maar haar belofte om een vergadering bijeen te roepen om de Hondurese grondwet te herschrijven zou nog steeds kunnen worden geblokkeerd, aangezien daarvoor een tweederde meerderheid nodig is. Dezelfde gekwalificeerde meerderheid is ook nodig om nieuwe leden van het Hooggerechtshof te kiezen en andere grondwettelijke hervormingen door te voeren.

In 2022 zal het Congres een nieuw Hooggerechtshof van 15 rechters kiezen, samen met de procureur-generaal van het land. Welke partij het Congres controleert, zal een grote invloed hebben op wie wordt gekozen en op de strijd tegen corruptie en drugshandel op langere termijn.

De terugkeer van de democratie in Honduras heeft lang op zich moeten laten wachten. Twaalf jaar geleden ontvoerden de militairen de president onder bedreiging van een pistool en vlogen hem het land uit. Het was de eerste geslaagde Latijns-Amerikaanse staatsgreep in meer dan twintig jaar. Ondanks aanvankelijk verzet kwam de regering-Obama snel in actie om het regime van na de staatsgreep te erkennen en te stabiliseren. Enkele maanden later bekrachtigde ze de uitkomst van een onwettig verkiezingsproces dat door de leiders van de staatsgreep onder staat van beleg was gevoerd en internationaal wijd en zijd werd veroordeeld.

De regering Zelaya, die bij deze staatsgreep ten val werd gebracht, had gratis onderwijs voor alle kinderen ingevoerd, subsidies aan kleine boeren, schoolmaaltijden voor meer dan 1,6 miljoen kinderen uit arme gezinnen en rechtstreekse overheidssteun voor 200.000 gezinnen die in extreme armoede verkeerden. Dat was uitzonderlijk in de Hondurese politiek, die gedurende een groot deel van de 20e eeuw werd gedomineerd door oligarchen die nauwe banden hadden met de economische belangen van de VS.

De staatsgreep bracht een neerwaartse spiraal van repressie, geweld en toenemende armoede op gang. Het regime van na de staatsgreep vernietigde de rechtsstaat en haalde de verzorgingsstaat onderuit, waardoor Honduras het meest ongelijke land van Latijns-Amerika werd. Het maakte ook de weg vrij voor spectaculaire corruptie en de heerschappij van de georganiseerde misdaad. Honduras werd de moordhoofdstad van de wereld.

Als reactie op protesten werden politie-executies en martelingen steeds gewoner. Activisten werden verkracht, verdwenen of werden ongestraft vermoord. Ook rechters werden vermoord, samen met iedereen die de rechtsstaat verdedigde, dit alles terwijl de VS achter de schermen werkte en elke nieuwe electorale farce die het regime orkestreerde prees.

Toch bleven nieuwe volksbewegingen voor constitutionele orde en sociale rechtvaardigheid, waarbij boeren, vakbondsleden en anderen betrokken waren, energiek werken in weerwil van de repressie. In 2017 maakte Castro’s partij deel uit van een anticorruptie-alliantie die voor lag in de peilingen, maar nipt verloor in een omstreden verkiezing waarvan zelfs de Organisatie van Amerikaanse Staten opriep om hem over te doen. In plaats daarvan onderdrukte het zittende regime de protesten tegen de frauduleuze uitslag met harde hand en consolideerde het zijn bewind voor nog eens vier jaar.

In 2019 legde een nationale staking onder leiding van leraren en artsen het land enkele dagen plat, nadat de regering had geprobeerd het Congres te omzeilen en het onderwijs en de gezondheidszorg te privatiseren.

De verwachtingen voor radicale verandering zijn nu hooggespannen in Honduras. Hoe radicaal de nieuwe regering van Castro mag zijn van de VS, die een lange geschiedenis van inmenging in het land heeft, blijft een kritieke vraag.