In de voorbije jaren is er heel wat beweging gekomen in het Europese electorale landschap. Rechtse en uiterst rechtse partijen rukken op, sociaaldemocraten lijden vaak verpletterende nederlagen, maar het Britse Labour onder Corbyn doet het dan weer heel goed, in Portugal kan radicaal-links de socialist Costa een wat minder neoliberale koers laten varen en in Spanje heeft Podemos een flinke pad in de korf gezet van Partido Popular en PSOE (christen-, resp. sociaaldemocraten) die traditioneel het laken onder elkaar verdelen.

Ook in 2018 zijn er een aantal verkiezingen waar we met spanning kunnen naar uitkijken: lokale verkiezingen in Nederland op 21 maart, in het Verenigd Koninkrijk op 3 mei en in België op 14 oktober, parlementsverkiezingen in Italië op 4 maart, in Zweden op 9 september, presidentsverkiezingen in Tsjechië, Finland, Ierland … Vooral in 2019 zullen de stemhokjes het druk krijgen, met – naast de Europese verkiezingen – parlementaire (en regionale) verkiezingen in België, Denemarken, Griekenland, Polen en Portugal, om nog niet te spreken van mogelijke onverwachte electorale evenementen.

Het belang van verkiezingen mag noch overschat noch onderschat worden. Enerzijds maakt het voor echte sociale vooruitgang niets uit of sociaal – liberalen dan wel liberaal – socialen aan de touwtjes trekken, anderzijds kunnen (extreem-)rechtse partijen een sterke boost geven aan het antisociaal beleid wanneer ze de ministeriële kabinetten bezetten. Daarom deze suggestie bij je goede voornemens voor het nieuwe jaar: weet welk vlees je in de electorale kuip hebt!

Zoals in het verleden zullen we je daarom ook in de toekomst regelmatig op de hoogte houden van het stemgedrag van onze Europarlementsleden. Het belang daarvan is niet alleen dat de goedkeuring van het Europees Parlement, naast die van de Raad van ministers, vereist is voor de meeste voorstellen die de Europese Commissie doet, maar dat zulk stemgedrag een weerspiegeling is van de opstelling van de politieke partijen. Een Belgisch christendemocraat, een Nederlandse liberaal of sociaaldemocraat zal bijna steeds het partijstandpunt innemen, of hij/zij nu nationaal of Europees parlementslid is, minister in een nationale regering of optreedt binnen de Raad.

Voor de meeste dossiers, en bijna altijd voor de echt belangrijke, is er ook over de nationale grenzen heen een grote mate van overeenstemming binnen elk van de diverse politieke families, sporadische dissidenties niet te na gesproken. Ook wanneer het Europees Parlement over een niet bindende resolutie stemt is het daarom nuttig om het stemgedrag te kennen, want het is een kijkvenster op het denken (of ontbreken daarvan) binnen de partijhoofdkwartieren.

In wat volgt kijken we specifiek naar standpunten die in december jongstleden binnen het Europees Parlement ingenomen werden over een belangrijk onderwerp: het streven van de EU om zich als militaire macht op het wereldtoneel te manifesteren. Het is een materie waarover het Europees Parlement weliswaar geen bevoegdheid heeft, maar waarbij dit Parlement zoals hierboven gesteld wel als barometer fungeert van de heersende politieke oriëntaties. Het gaat over de niet bindende resolutie, gestemd op 13 december 2017 over het ‘defensiebeleid’ (1)Resolutie over de uitvoering van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid.

Enkele letterlijke citaten:

“Het Europees Parlement

  • dringt er bij de lidstaten op aan zich te committeren aan een gemeenschappelijke en autonome Europese defensie, en ervoor te zorgen dat hun nationale defensiebudget binnen 10 jaar ten minste 2% uitmaakt van hun respectieve bbp; (…)
  • roept er opnieuw toe op dat de begroting van de Unie zou voorzien in passende financiering voor Pesco (2)Pesco is het pas beklonken militair samenwerkingsverband van 25 lidstaten binnen de Europese Unie, zie hier. (…)
  • is verheugd over het voornemen van de Commissie om binnen het volgende meerjarig financieel kader een specifiek programma voor defensieonderzoek voor te stellen, met een eigen begroting en eigen regels; benadrukt dat de lidstaten extra middelen beschikbaar moeten stellen voor dat programma, (…)
  • is van mening dat de uitvoer door lidstaten van wapens, munitie en aan defensie gerelateerde goederen en diensten een onlosmakelijk bestanddeel vormen van het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid van de EU; [dit staat er letterlijk!!] (…)
  • beklemtoont dat het benutten van alle mogelijkheden in het Verdrag het concurrentievermogen en de werking van de defensie-industrie in de interne markt ten goede komt (…)
  • spoort de lidstaten die aan Pesco deelnemen aan een permanente “Europese geïntegreerde strijdkracht” in het leven te roepen (…)
  • gelooft dat in de huidige context het strategisch partnerschap tussen de EU en de NAVO van fundamenteel belang is (…)”

Kun je je in deze standpunten terugvinden? Vind je dat België jaarlijks vijf miljard en Nederland acht miljard euro meer moeten uitgeven aan militairen en wapens? Vind je dat er EU-geld moet voorbehouden worden voor militair onderzoek en sponsoring van de wapenindustrie? Wil je dat de Europese Commissie de export van wapentuig gaat promoten in plaats van de wapenhandel af te bouwen? Ben je voorstander van een Europees leger dat buiten elke democratische controle valt?

Dan mag je je gelukkig achten met het standpunt van je Europees Parlement, dat precies dit soort aanbevelingen doet. Stuur misschien een dankbriefje naar de hoofdkwartieren van liberalen, christendemocraten en sociaaldemocraten die de meerderheid leverden voor dit standpunt (3)Het detail van de stemming is te vinden bij VoteWatch.. Of een persoonlijke boodschap voor de Europarlementariërs Agnes Jongerius, Kati Piri en Paul Tang van de PvdA en Kathleen Van Brempt van de sp.a (4)Van Brempt is bovendien ondervoorzitter van de social-démocratie fractie (S&D) in het Europees Parlement. Ook de Europarlementariërs van de Waalse PS, Bayet, Tarabella en Arena, stemden voor, niettegenstaande het linksere imago dat ze zich graag aanmeten. die, niettegenstaande de belabberde populariteit van hun partij, ermee instemmen om meer overheidsgeld uit de sociale kassen naar das Militär te versassen.

Behoor je daarentegen tot het slag mensen dat vindt dat er al te veel wapentuig geproduceerd en verhandeld wordt, dat de belangen van de wapenlobby al vele malen beter behartigd worden dan die van vakbonden en sociale organisaties, heb je grote twijfels bij de vredesrol van de NAVO en vrees je dat over een Europees militair beleid nog minder democratisch zal beslist worden dan over het nationale, dan is het electoraal keuzepalet al veel beperkter.

De stemmen tegen de resolutie kwamen enerzijds van radicaal links en de Groenen, anderzijds van kleinere rechtse en uiterst rechtse fracties (5)ECR met o.a. de Nederlandse Christen Unie en SGP, de EFDD met o.a. de Duitse vreemdelingenhaters van AfD, en ENF met Front National, Vlaams Belang en PVV. waar het slag mensen waarover we het hebben zich ook niet in terugvindt. Van de Nederlandse en Belgische ‘progressieve’ Europarlementariërs stemden dus alleen tegen deze militaristische resolutie: Anja Hazekamp van de Partij voor de Dieren, Anne-Marie Mineur en Dennis de Jong van de SP, Bas Eickhout en Judith Sargentini van GroenLinks, Bart Staes (Groen) en Philippe Lamberts (Ecolo).

De electorale kuip bevat dus slechts een zeer beperkt aanbod aan partijen –radicaal links en groenen – die op het vlak van het militair beleid geen aanstootgevende standpunten innemen; wie voor uittrede uit de NATO is moet zelfs van de groenen afzien. Deze vaststelling vereenvoudigt je electorale afweging, maar is toch verre van geruststellend…

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Ander Europa.

Voetnoten

Voetnoten
1 Resolutie over de uitvoering van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid
2 Pesco is het pas beklonken militair samenwerkingsverband van 25 lidstaten binnen de Europese Unie, zie hier.
3 Het detail van de stemming is te vinden bij VoteWatch.
4 Van Brempt is bovendien ondervoorzitter van de social-démocratie fractie (S&D) in het Europees Parlement. Ook de Europarlementariërs van de Waalse PS, Bayet, Tarabella en Arena, stemden voor, niettegenstaande het linksere imago dat ze zich graag aanmeten.
5 ECR met o.a. de Nederlandse Christen Unie en SGP, de EFDD met o.a. de Duitse vreemdelingenhaters van AfD, en ENF met Front National, Vlaams Belang en PVV.