Groen kapitalisme is een contractio in terminis. Hoe meer de ecologische crisis voortschrijdt, hoe duidelijker het wordt dat alleen radicale antikapitalistische maatregelen de enige uitweg bieden. Dit verklaart waarom klimaatnegationisme, ook al werd het door de wetenschap compleet onderuit gehaald, wereldwijd toch aantrekkelijk blijft voor meer en meer burgerlijke politici en zakenlui. In feite schijnt net de totale irrationaliteit van klimaatnegationisme een zeer rationele manier voor deze lieden om de irrationele kapitalistische logica van accumulatie te verdedigen.

Het moge duidelijk zijn dat het verzet van figuren als Trump, Bolsonaro, Morrison het risico op enorme rampen verhoogt en zo de levens van honderden miljoenen armen bedreigt, vooral in arme landen.

In deze context is het waarschijnlijk dat cynische neomalthusiaanse tendensen zich ontwikkelen in de komende jaren, wat natuurlijk gepaard zal gaan met toenemend racisme en neokolonialisme en een stijging van de aanvallen op de rechten van vrouwen.

Om met deze ideologische sleutelkwestie om te gaan, zal het niet volstaan te stellen dat de Aarde in staat is om 11 miljard bewoners, of meer, te voeden en dat zonne-energie meer dan volstaat om de noden van de mensheid te voldoen. Het zal ook niet volstaan om toe te geven dat het bevolkingsaantal weliswaar een element is van de leefmilieuproblematiek (de Kaya-vergelijking bijvoorbeeld (1)De Kaya-vergelijking brengt de hoeveelheid uitgestoten CO2, het aandeel koolstof in energie ; de energetische intensiteit van het BNP en de productiviteit per persoon en van de ganse bevolking in relatie tot elkaar.) maar niet in staat is bij te dragen tot een oplossing omdat de demografische transitie een traag proces is. We hebben meer nodig dan dat. We hebben nood aan een positief verhaal.

Een belangrijk deel van het antwoord dient te bestaan uit het argument dat het maximale aantal mensen dat ondersteund kan worden door een bepaalde productiewijze niet de enige parameter is van het debat over het bevolkingscijfer.

Een andere parameter die minstens zo belangrijk is, is die over het minimum aantal mensen dat noodzakelijk is om een bepaalde productiewijze te laten functioneren. Hoeveel mensen zijn er nodig om de biodiversiteit te redden, het klimaat te stabiliseren en de sociale wonden van de neoliberale politiek te helen?

Met andere woorden, hoeveel mensen zijn er nodig om op rationele wijze het sociaal metabolisme te beheren, in de wetenschap date en andere relatie tussen mens en natuur een andere relatie tussen mensen veronderstelt?

Enkele concrete voorbeelden kunnen in grote mate de ideologische inhoud van het bevolkingsdebat veranderen. Laat ons het voorbeeld van de visserij nemen en de industriele visvangst vergelijken met kleinschalige visserij vanuit verschillende standpunten: jobs, energie, klimaat, efficiëntie, biodiversiteit van het zeeleven, subsidies betaald door de gemeenschap enz. De cijfers zijn verbazend.

Industriële en artisanale visvangstbedrijven vangen elk jaar dezelfde tonnage vis voor menselijke consumptie: rond de dertig miljoen ton. De eerste – die 25 tot 27 miljard dollars in subsidies ontvangen – stellen rond 500 000 mensen te werk, consumeren 37 miljoen ton brandstof, dumpen 8 tot 20 miljoen ton dode dieren terug in de zee en transformeren nog eens 35 miljoen ton in olie of veevoeder. De tweede – die slechts 5 tot 7 miljard aan subsidies ontvangen – stellen 12 miljoen mensen te werk, consumeren 5 miljoen ton brandstof, werpen een verwaarloosbaar deel van hun vangst terug en transformeren bijna geen vis in olie of veevoeder. Bovendien is de vergelijking van de energie-efficiëntie van beide systemen duidelijk: een of twee ton vis per ton brandstof voor de industriële bedrijven, vier tot acht ton voor kleinschalige visvangstbedrijven!

Dezelfde soort vergelijking kan gemaakt worden voor agricultuur (agrobusiness vs. ecologische landbouw), veeteelt (industriële overproductie van vlees vs. kleinschalige veeteelt en verandering in het voedselpatroon) en bosbouw (extractivistische bosbouw gebaseerd op monoculturen en vs. ecologische bosbouw).

Zulke vergelijking kan ook gemaakt worden op het terrein van het sociaal beleid politiek (neoliberale sociale afbraakpolitiek gebaseerd op jacht op winst en op het patriarchaat vs. een beleid van zorg die gelijk gedragen wordt door vrouwen en mannen en die gericht is op het welzijn van de mensen).

Het besluit is kristalhelder: een ecosocialistische productiewijze is goed voor het klimaat, goed voor de biodiversiteit, goed voor de tewerkstelling, goed voor de samenleving in het algemeen en goed voor de openbare financiën. Hiervoor is geen daling van het bevolkingscijfer nodig maar een breuk met de absurde kapitalistische en productivistische logica van overheersing en accumulatie voor winst.

Natuurlijk betekent dit niet dat het aantal mensen op de Aarde onbeperkt kan groeien: de demografische transitie zou op een zekere manier moeten en kunnen versneld worden door democratische, sociale en feministische maatregelen (bovenal door een goed sociaal zekerheidsstelsel met goede pensioenen voor iedereen en door het ten volle respecteren van het recht van vrouwen hun fertiliteit te controleren, inbegrepen het recht op abortus).

Noch betekent dit dat er voldoende banen zijn voor iedereen: een weer drastische arbeidsduurvermindering is noodzakelijk ten gevolge van het feit dat we absoluut minder moeten produceren (volgens sommige onderzoekers is een arbeidsweek van zes uren, waarbij alle andere factoren gelijk blijven, het maximum dat compatibel is met de limiet van een stijging van 2°C in de OESO-landen). Maar het introduceren van de tweede parameter in het debat over het bevolkingscijfer op de Aarde (het minimum aantal mensen dat noodzakelijk is voor een bepaalde productiewijze) maakt het mogelijk om een defensieve positie in te ruilen voor een offensieve: een veel beter leven voor iedereen is mogelijk op deze Aarde, zowel voor menselijke als niet-menselijke wezens!

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de website van het recent gelanceerde Global Ecosocialist Network. Nederlandse vertaling: redactie SAP-Rood.

Voetnoten

Voetnoten
1 De Kaya-vergelijking brengt de hoeveelheid uitgestoten CO2, het aandeel koolstof in energie ; de energetische intensiteit van het BNP en de productiviteit per persoon en van de ganse bevolking in relatie tot elkaar.