De grote verscheidenheid van de Wit-Russische protestbeweging garandeert een breed front, maar maakt deze coalitie ook kwetsbaar. Veel mensen houden Wit-Rusland momenteel nauwlettend in de gaten. De gebeurtenissen van de afgelopen weken hebben, in de woorden van de autoriteiten, vragen doen rijzen over de befaamde ‘stabiliteit’ van het land.

Op 9 augustus hield Wit-Rusland de belangrijkste stemdag in de presidentsverkiezingen. Die avond al begonnen in Minsk en veel andere steden grote groepen mensen samen te komen om hun ongenoegen te uiten over stemvervalsingen. Er werden speciale politie-eenheden ingezet om hen aan te pakken en die inzet ging gepaard met ongekende agressie, mishandeling en geweld. Als reactie daarop kwamen mensen de straat op om verder te protesteren, en uiteindelijk kwam de proteststemming terecht bij de staatsbedrijven van Wit-Rusland.

De situatie in Wit-Rusland blijft onvoorspelbaar. Aliaksandr Loekasjenko is niet van plan om onder welke omstandigheden dan ook de macht op te geven. Hij heeft zelfs nog niet de wens uitgesproken om met de demonstranten te onderhandelen en een compromis te vinden.

Naast de nieuw opgerichte Oppositieraad, eisen ook de demonstranten dat de verkiezingen nietig worden verklaard en dat Loekasjenko snel aftreedt. Om een vreedzame machtsoverdracht te waarborgen, stelt de oppositie voor om rondetafelgesprekken te houden tussen vertegenwoordigers van de samenleving en de staatsinstellingen.

Maar in hoeverre zijn deze acties onder de huidige omstandigheden gerechtvaardigd en heeft de Wit-Russische oppositie voldoende reële macht om haar eisen in te willigen? In hoeverre sluit het economische programma van de oppositie aan bij de belangen van de meerderheid van de kiezers, waaronder de arbeiders – die actief deelnemen aan de protesten?

De zwakke punten van het regime

De Wit-Russische president Aliaksandr Loekasjenko kwam in 1994 aan de macht na een golf van sociale ontevredenheid, veroorzaakt door de ineenstorting van de Sovjet-Unie en de ‘markthervormingen’ van de economie. Maar hij begon al snel afstand te nemen van het populistische platfrom waarmee hij werd gekozen.

In 1995 schafte het land een aantal sociale uitkeringen af en voerde vervolgens een gedwongen arbeidscontract voor bepaalde tijd in, beperkte de staat de controle over de prijzen en verhoogde de pensioenleeftijd. Wit-Rusland werd onder Loekasjenko financieel afhankelijk van het IMF en in ruil voor leningen van het IMF werd het land gedwongen de eisen van het IMF ten aanzien van bezuinigingen op sociale programma’s ten uitvoer te leggen. De enige maatregel die Loekasjenko niet ten uitvoer heeft gelegd, is de massale privatisering van de Wit-Russische staatsbedrijven. De autoriteiten beperkten intussen de activiteiten van de onafhankelijke vakbonden en hun leiders werden vervolgd.

Alle verkiezingen die sinds 1994 zijn gehouden, gingen gepaard met talrijke en ernstige schendingen. Daarom begon Loekasjenko de presidentsverkiezingen van dit jaar met een bijzonder lage score in de peilingen. Hoewel alle onafhankelijke onderzoeken in Wit-Rusland verboden zijn, suggereren online uitgevoerde onderzoeken dat Loekasjenko niet meer dan 25 procent steun krijgt. Hier zijn een paar redenen waarom:

Ten eerste heeft de moeilijke sociaaleconomische situatie van de meerderheid van de kiezers hun houding in de aanloop naar de verkiezingen beïnvloed. Officieel is het gemiddelde maandloon in Wit-Rusland $505 (mei 2020), maar in werkelijkheid ligt het maandloon in de regio’s ergens rond de $250-$300. Een brood kost $0.70, en een busrit kost $0.25. De energiekosten voor een tweekamerappartement liggen rond de $50 per maand.

Ten tweede, Loekasjenko’s positie wat betreft het Coronavirus bracht schade toe aan steun voor hem in de samenleving. Wit-Rusland voerde geen quarantainemaatregelen in en scholen en bedrijven bleven normaal functioneren. Velen begonnen te vermoeden dat de statistieken van het ministerie van Volksgezondheid het aantal mensen dat het virus had opgelopen en degenen die eraan waren gestorven, aanzienlijk verminderden. Maar het waren vooral de grappen van Loekasjenko over covid die een groot effect hadden (‘Ik maak me vooral zorgen dat mensen een psychose zullen ontwikkelen’), evenals pogingen om de schuld voor de sterfgevallen te leggen bij de mensen die stierven. In die zin deed Loekasjenko’s publieke houding tegenover de pandemie denken aan Jair Bolsonaro in Brazilië.

Ten derde hadden Loekasjenko’s pogingen om de samenleving bang te maken het meeste effect. In een van zijn toespraken in juni herinnerde de president andersdenkenden aan het bloedbad van Andijan in Oezbekistan in 2005, toen honderden mensen werden gedood door de veiligheidstroepen. In een ander interview verklaarde Loekasjenko dat hij, als het moest, ‘het bevel zou geven om te vuren’ om het land te verdedigen.

Ondanks de duidelijke nederlaag bij de verkiezingen blijven de Wit-Russische autoriteiten hun favoriete retoriek gebruiken. In de toespraken van Loekasjenko (‘Ik heb het land in de jaren negentig van de vorige eeuw van de rand van de afgrond gehaald’) zijn verwijzingen naar vroegere ‘prestaties’ en pogingen om angst aan te wakkeren nog steeds dominant aanwezig, evenals aanvallen op tegenstanders en demonstranten (‘Agenten van buitenlandse mogendheden’, ‘drugsverslaafden’, ’tot zombies gemaakt door sociale media’).

Om op zijn minst enige vorm van steun uit de samenleving te laten zien, hebben de autoriteiten ook openbare bijeenkomsten gehouden (‘Voor vrede en stabiliteit’). Ze dwongen arbeiders in de overheidssector die bijeenkomsten bij te wonen onder de dreiging van het verlies van hun baan. Het extreem bureaucratische machtssysteem is niet doeltreffend gebleken om de sympathie van de kiezers te behouden. Alle pogingen om met een soort ‘staatsideologie’ op de proppen te komen, zijn mislukt, en in die zin bevindt het Loekasjenko-systeem zich in een minder benijdenswaardige positie dan de bureaucratie van de communistische partij onder Leonid Brezjnev.

In de gelederen van de Wit-Russische heersende klasse is ook een ernstige crisis ontstaan. Na de verkiezingen hebben verschillende hooggeplaatste ambtenaren en ook politiefunctionarissen ontslag genomen.

De nieuwe oppositie en het oude regime

In het verleden waren de belangrijkste tegenstanders van de Wit-Russische autoriteiten oppositiepartijen – zowel liberaal-nationalistische als linkse. Na de ontbinding van de Hoge Raad van Wit-Rusland in 1996 werden deze partijen min of meer met succes verhinderd om hun vertegenwoordigers in de wetgevende macht te krijgen, gezien de totale vervalsing van de verkiezingen. Hun activiteiten bleven daarom beperkt tot straatprotesten, die bijna onmogelijk buiten Minsk konden worden gehouden. In feite werden de politieke partijen in Wit-Rusland gedwongen om te veranderen in opgeschaalde gepolitiseerde NGO’s.

In de aanloop naar de verkiezingen van 2020 probeerden de conservatieve en liberale partijen een ‘verenigde kandidaat’ te kiezen om Loekasjenko uit te dagen. Maar door persoonlijke ambities en de algemene crisis van de ‘gevestigde oppositie’ waren deze voorverkiezingen schandalig weinig succesvol. Toch kwam de ‘sensatie’ van deze verkiezingen in de vorm van nieuwe leiders op het Wit-Russische politieke toneel – blogger Siarhei Tsikhanouski, bankier Viktar Babaryka en voormalig plaatsvervangend hoofd van de presidentiële regering Valery Tsepkala.

Tsikhanouski, een zakenman uit Gomel, raakte niet zo lang geleden betrokken bij de politiek – hij werd bekend door zijn YouTube-kanaal (‘Wit-Rusland is een land om in te wonen’). Zijn video’s over de problemen van gewone Wit-Russen maakten hem ongelooflijk populair. En inderdaad, Tsikhanouski trad op als een klassieke populist en mobiliseerde een breed electoraat van proteststemmers. Maar gezien de plotselinge opkomst van Tsikhanouski en zijn team, en het feit dat hij in het verleden in Rusland heeft gewerkt, hebben bepaalde leden van de ‘oude’ oppositie hem met argwaan bekeken, en er gingen geruchten dat Tsikhanouski een ‘Russische agent’ zou zijn.

De kandidaturen van zwaargewichten van het establishment, Valery Tsepkala en Viktar Babaryka, waren nog sensationeler. Tsepkala, een voormalige ambassadeur in de VS en plaatsvervangend hoofd van de presidentiële regering, runde een door de staat gesteund IT-park net buiten Minsk; Babaryka was jarenlang hoofd van de raad van bestuur van Belgazprombank. Aanvankelijk zagen velen deze twee kandidaten als ‘spoilers’ die door de autoriteiten werden gepromoot, maar het werd al snel duidelijk dat zij de echte oppositie van Loekasjenko zijn. Ze werden de kandidaten van de ‘nieuwe oppositie’ – het afwijkende liberale deel van de staatsbureaucratie en het grootkapitaal. In plaats daarvan lijkt het erop dat Hanna Kanapatskaya van de oppositiepartij United Civic Party, de spoiler-kandidaat was.

Loekasjenko zag de dreiging die de drie kandidaten voor hem vormden. In tegenstelling tot de oude oppositie hadden deze nieuwe kandidaten steun van een nieuw gemobiliseerd, breed spectrum van de samenleving. Tsikhanouski en Babaryka werden tijdens de campagne gearresteerd op grond van valse beschuldigingen en Tsepkala moest het land ontvluchten.

Liberalen en het proletariaat

Maar een andere verrassing voor de autoriteiten was dat de arrestaties van Tsikhanouski, Babaryka en hun teams, evenals de leiders van het radicale deel van de oude oppositie, de protestbeweging niet hebben tegengehouden, noch hebben gedesorganiseerd. In plaats daarvan gaven de arrestaties de beweging een nieuwe impuls. Een intensief proces van zelforganisatie begon op Telegram, waarbij activisten hun acties coördineerden via internetchats.

Uiteindelijk werd de Centrale Verkiezingscommissie van Wit-Rusland gedwongen verschillende alternatieve kandidaten te registreren – Sviatlana Tsikhanouskaya, echtgenote van de blogger Siarhei Tsikhanouski, Andrey Dmitriyev – leider van de ‘constructieve oppositie’, Hanna Kanopatskaya, en de sociaaldemocratische zakenman Siarhei Cherachen.

De logica van de autoriteiten was waarschijnlijk dat Sviatlana Tsikhanouskaya, een lerares Engels en een onbekende in de politiek, een geschikte tegenstander zou zijn voor de huidige president. Maar ze werd al vroeg de belangrijkste rivaal van Loekasjenko en werd gesteund door de teams van Tsepkala en Babaryka. Veranika Tsepkala en Maria Kolesnikova, vertegenwoordiger van het Babaryka-team, vergezelden Tsikhanouskaya in het hele land – de vrouw van de diplomaat en de vrouw van de openbaar ambtenaar die gewicht geven aan Tsikhanouskaya’s oprechtheid.

Veel verschillende sociale groepen hebben zich rond Tsikhanouskaya verenigd – kleine ondernemers en arbeiders, jongeren en gepensioneerden, intelligentsia en grote bedrijven. Het grote aantal arbeidsmigranten – dat vanwege de quarantaine niet naar Polen of Rusland kon wegkomen – heeft ook voor extra spanning gezorgd voor het regime.

Het is het vermelden waard dat het team van Tsikhanouskaya heeft besloten een economisch programma te gebruiken dat eerder door liberale economen is ontwikkeld voor de ‘verenigde kandidaat’ van de Wit-Russische oppositie. Het stelt een verregaande privatisering van staatsbezittingen voor, waarbij nieuwe arbeidswetten en andere asociale maatregelen worden ingevoerd. Maar in de euforie van de strijd tegen het autoritaire regime zien de gewone kiezers dit niet, en denken ze er ook niet over na.

In de directe toespraken tot de kiezers gaat de ‘verenigde oppositie’ niet in op het vooruitzicht van neoliberale hervormingen. En in een toespraak tot 14.000 mensen in Gomel beloofde Maria Kolesnikova het tegenovergestelde – ‘het respect van de arbeiders te herstellen’ en arbeiderscontrole in de Wit-Russische ondernemingen te introduceren.

Bloedige zondag

Na afloop van de stemming op de avond van 9 augustus, gebruikte de Wit-Russische politie rubberkogels, flitsgranaten en waterkanonnen tegen vreedzame demonstranten, en deze middelen leidden tot ernstige verwondingen. De politie hield zowel actieve demonstranten als voorbijgangers aan. In de dagen na 9 augustus werden zo’n 7.000 mensen in het land vastgehouden.

Volgens vele getuigenissen werden de gevangenen tijdens de arrestatie en daarna in de detentiecentra geslagen. Uit officiële statistieken blijkt dat meer dan 200 mensen in het ziekenhuis zijn beland en dat een aantal van hen nog steeds in ernstige toestand verkeert. In de stad Pinsk kreeg een man een schotwond aan het hoofd en verkeert nog steeds in kritieke toestand. Minstens drie mensen zijn omgekomen. En 80 mensen zijn nog steeds vermist.

Maar zelfs dit ongekende geweld hield de demonstranten niet tegen en veroorzaakte in plaats daarvan een explosie van woede onder de bevolking. Vrouwen waren de eersten die zich tegen de terreur van de politie uitspraken en in de week na de verkiezingen stonden ze in het wit op straten en pleinen van steden in het hele land en eisten ze dat er een einde kwam aan het geweld. Het lijkt erop dat de autoriteiten ervoor hebben gekozen om geen gebruik te maken van politiegeweld tegen hen.

Op 13 en 14 augustus verchoof de protestbeweging naar de fabrieken. De arbeiders van de autofabriek van Minsk, GrodnoAzot en de Wit-Russische Metaalfabriek in Zhlobin behoorden tot de eerste stakers. Vervolgens werden er bijeenkomsten gehouden in andere fabrieken, grotendeels rond eisen om het geweld te stoppen, degenen die nog in hechtenis zitten vrij te laten en vrije verkiezingen te houden. Het waren precies deze acties van de arbeidersklasse die de Wit-Russische autoriteiten dwongen om een einde te maken aan de massale arrestaties van demonstranten. En na vier dagen van brute repressie maakten de autoriteiten een einde aan de wijdverbreide vervolging van de demonstranten. Minister van Binnenlandse Zaken Yury Karajev verontschuldigde zich voor de acties van zijn ondergeschikten en de arrestanten begonnen vrij te komen, ook vóórdat hun straf was afgelopen.

Op zondag 16 augustus werden in Minsk en andere grote steden in Wit-Rusland massabijeenkomsten gehouden die ongekend groot waren. In de hoofdstad waren tussen 120.000 en 200.000 mensen aanwezig. De politie bemoeide zich er niet mee en de bijeenkomsten werden gehouden in de sfeer van een feestdag. In een aantal steden moesten vertegenwoordigers van het openbaar bestuur en de politie de acties van hun ondergeschikten in het openbaar rechtvaardigen.

De volgende dag, 17 augustus, ging de staking door en begon zich te verspreiden. Mijnwerkers in Salihorsk kondigden een staking aan en hielden een bijeenkomst in het centrum van de stad. Grote ondernemingen zoals Belaruskalii, het petrochemische complex Naftan, de Minsk Wheel Tractor Plant, de Minsk Tractor Factory, de Minsk Automobile Plant, de Belarusian Metal Plant en de BelAZ autofabriek en de Polotsk glasvezelfabriek kwamen in staking of hielden solidariteitsacties. Het stakingscomité in Grodno had aanvragen van initiatiefgroepen van 22 ondernemingen uit de stad, waaronder het plaatselijke vliegveld. Ook journalisten van de staatstelevisie hebben zich bij de staking aangesloten, nadat ze eerder hadden deelgenomen aan de informatieoorlog tegen de Wit-Russische oppositie. Enkele duizenden arbeiders van de autofabriek van Minsk marcheerden naar het gebouw van de staatstelevisie.

Als reactie daarop bezocht Loekasjenko per helicopter de fabriek van Minsk Wheel Tractor. Maar hij werd gedwongen om zijn toespraak, die bestond uit smeekbeden èn dreigementen, te beëindigen nadat de arbeiders hem weggehoond hadden met leuzen als ‘Ga weg!’. In de nasleep werd een aantal mensen gearresteerd. Diezelfde dag werd op initiatief van Tsikhanouskaya een nieuwe Oppositieraad voor de overdracht van de macht opgericht en werden in het hele land soortgelijke raden gevormd – en Loekasjenko deed enkele vage beloften om de Wit-Russische grondwet via een referendum te wijzigen en vervolgens verkiezingen te houden.

Opgesloten in de politieke strijd

Maar hebben de demonstranten genoeg echte macht om deze eisen tot uitvoering te brengen? Ondanks de opkomst van de protestbeweging is dat niet zo duidelijk. In de meeste gevallen zijn bedrijven niet in staking gegaan. In plaats daarvan houden de arbeiders van de staatsbedrijven meestal openbare bijeenkomsten, resoluties en marsen. In veel fabrieken heeft het management de situatie nog steeds onder controle – in de grootste fabriek van Gomel, de producent van Gomselmash-landbouwapparatuur, worden de arbeiders bijvoorbeeld gewoon opgesloten in hun werkplekken.

De mobilisatie van arbeiders om te protesteren is vaak spontaan gebeurd, en onafhankelijke vakbonden hebben een tijd lang een ‘afwachtende’ houding aangenomen en zich iets later bij de strijd aangesloten. Hun invloed, zo moet gezegd worden, is uiterst beperkt door het verzet van het management. De initiatiefnemers van de mobilisaties zijn vooral jonge arbeiders in de grote fabrieken in Minsk. In dit opzicht zijn de arbeiders die ouder zijn, of die in de provincies werken, conservatiever en inert.

Ook liberale ideologen en commentatoren dwingen de arbeiders een zuiver politieke agenda op. De Wit-Russische Onafhankelijke Vakbond heeft al de oprichting van een Nationaal Stakingscomité aangekondigd. Toch lijkt het er vaak op dat mensen die voor dit comité spreken geen relatie hebben met de arbeidersbeweging. Als stakingscommissies wel sociaaleconomische eisen stellen – bijvoorbeeld het beëindigen van het systeem van contracten voor bepaalde tijd of het opheffen van de verhoging van de pensioenleeftijd – dan berichten de media van de oppositie daar niet over. Het bedrijfsleven heeft inmiddels een campagne aangekondigd voor materiële steun aan stakende arbeiders.

Bovendien is er een nieuw marxistisch Telegram kanaal (‘StrikeBY’, ‘ZabastovkaBY’) opgericht, dat duidelijkere klasse-eisen voor de Wit-Russische arbeiders stelt. Naast de eis om de presidentsverkiezingen als vals te erkennen, stelt dit kanaal een verbod op privatisering voor en stelt het voor een einde te maken aan het systeem van contracten voor bepaalde tijd, de pensioenhervorming, de ‘sociale parasiet’-belasting, en arbeiderscontrole bij de staatsbedrijven in te stellen. Maar de invloed van deze groep onder de arbeiders is beperkt.

Enkele weken voor de verkiezingen werd in Minsk een conferentie van linkse partijen en vakbonden gehouden – de linkse partij Just World (Rechtvaardige Wereld), de Wit-Russische Groene Partij, de Wit-Russische Sociaaldemocratische Partij (Assemblee), de marxistische groep Common Cause, het Wit-Russische Congres van Democratische Vakbonden, de Onafhankelijke Unie van Metaalarbeiders en verschillende andere organisaties. De conferentie kwam overeen een gezamenlijke eis aan de alternatieve kandidaten voor te leggen om sociaaleconomische eisen in hun agenda op te nemen. Helaas kon de conferentie vanwege onenigheid tussen Just World en de Groene Partij (waarvan ik plaatsvervangend voorzitter ben) geen overeenstemming bereiken over de definitieve tekst: de Groene Partij heeft een aparte sociale resolutie aangenomen; de sociaaldemocraten kozen ervoor om het liberale programma van Tsikhanouskaya te steunen.

De Coördinatieraad, die ondertussen het doelwit is van een strafrechtelijk onderzoek, heeft nauwelijks afgevaardigden van Wit-Russische staatsbedrijven en bestaat voornamelijk uit vertegenwoordigers van de liberale intelligentsia, waaronder Nobelprijswinnaar Svetlana Aleksvitsj, creatieve beroepen, het bedrijfsleven en centrumrechtse oppositiepartijen. Natuurlijk blijven de neoliberale hervormingen voor hen een prioriteit, hoewel ze dit niet al te sterk naar voren willen laten komen in het bijzijn van de meeste demonstranten.

Het regime is ook begonnen met het actief mobiliseren van hun aanhangers en een van de centrale thema’s van de officiële propaganda is de privatisering. In de grotendeels in handen van de staat zijnde Wit-Russische industrie zijn de mensen bang dat ze zonder werk komen te zitten en de autoriteiten spelen op die angst in. De Coördinatieraad heeft zich al publiekelijk gedistantieerd van het ‘anti-Russische’ gedeelte van zijn programma. Maar niemand in de Coördinatieraad heeft haast om afstand te nemen van de neoliberale hervormingen. En dit vermindert het protestpotentieel in het land aanzienlijk.

Bovendien zijn er verschillende stemmen in het Nationaal Stakingscomité die suggereren dat de arbeiders niet ‘voor geld’ naar buiten zijn gekomen, terwijl sommigen in het liberale kamp vergelijkbare ideeën naar voren hebben gebracht. Ondanks het schijnbare idealisme negeren deze boodschappen de sociale component van de arbeidersonrust – en dienen ze de ware belangen van de liberale bourgeoisie in het land. Soortgelijke boodschappen werden naar voren gebracht tijdens de Maidan in Oekraïne.

In zijn voorgaande toespraken hebben voormalig bankier Viktar Babaryka en andere kandidaten geprobeerd een populistische inslag te geven aan het vooruitzicht van massale privatisering. Naar hun mening zullen arbeiders die als gevolg van de privatisering hun baan verliezen, zich via door de staat gesteunde programma’s kunnen omscholen en herkwalificeren en zich zo bij het midden- en kleinbedrijf kunnen aansluiten. Het resultaat van dit voorstel is voor velen duidelijk.

Het probleem van het bedrijfsleven in Wit-Rusland is niet dat de staat zakenmensen ‘verstikt’. In feite heeft de overheid al lange tijd slechts beperkte controle op het bedrijfsleven. Kleine ondernemers hebben, net als de economie als geheel, te lijden onder een hoge mate van concurrentie, onder meer door transnationale ondernemingen, de lage koopkracht van de mensen en de wereldwijde economische crises. De belofte om de economie van Wit-Rusland te laten ‘bloeien’ door miljoenen arbeiders tot individuele ondernemers te maken, is een reactionaire utopie. Maar als politieke propaganda vindt het steun onder ondernemers en jongeren.

De verscheidenheid aan sociale krachten die bij de protesten in Wit-Rusland betrokken zijn, garandeert een breed front, maar maakt deze coalitie ook intern kwetsbaar. Vandaag de dag zitten de autoriteiten en hun tegenstanders opgesloten in een politieke houdgreep. Aan de ene kant Aliaksandr Loekasjenko, de staatsbureaucratie en de daarmee verbonden sectoren van het grootkapitaal. De meer inerte delen van de samenleving staan ook aan hun kant. En dan heb je nog een breed spectrum van maatschappelijke groepen, van liberale ondernemers, arbeiders en bedienden en zelfs enkele ambtenaren. Zij hebben een gemeenschappelijk doel: het land democratiseren. Maar het is moeilijk te vergeten dat de ware belangen van de ‘progressieve bourgeoisie’ en de arbeiders niet hetzelfde zijn.

Over de uitkomst van de impasse in Wit-Rusland is nog lang geen beslissing genomen. Maar in ieder geval zal het land nooit meer hetzelfde zijn. Het autoritaire machtsmodel maakt de ernstigste crisis in zijn bestaan door.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Open Democracy. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.