De PSD, de Roemeense sociaaldemocratische partij, heeft de verkiezingen gewonnen met 9,5 % van de potentiële kiezers. Van de opgedaagde kiezers stemde 30 % voor die partij, waarmee ze de eerste blijft. Een magere troost, want ongeveer geen enkele andere partij wil met de “linkse” PSD regeren. Links met aanhalingstekens. Een ultranationalistische partij, AUR, doet met 8 % haar intrede.

PSD

De opkomst, 31,84%, is niet alleen zo laag door de Covid-pandemie, het heeft ook te maken met een diepe afkeer van het politieke aanbod. De PSD vindt dat haar “succes” (vorige keer nog 45 %), ligt aan de “slechte manier” waarop de rechtse regeringspartij, de Nationaal-Liberale Partij (PLN) de coronacrisis heeft aangepakt. Deze PLN van premier Ludovic Orban, haalt 25 %, een andere iets meer links-liberale coalitie, USR PLUS, haalt 14 %. De uiterst-rechtse AUR 8, de partij van de Hongaarse minderheid (UDMR) 6%. De and ere partijen blijven on der de kiesdrempel van 5 %.

President Klaus Iohannis, een vijand van de PSD, hoopt dat Orban kan aanblijven aan het hoofd van een rechtse coalitie, rond PNL en USR PLUS. Het was Johannis die een jaar eerder de PSD hielp buitenwerken.

De sociaaldemocraten zitten ver onder hun resultaat van vier jaar geleden, 45 %, maar doen het beter dan de peilingen aangaven. De PSD kan op een trouwer – ouder en landelijker – publiek rekenen, al gaat het dus telkens maar om minder dan een derde opgedaagde kiezers.

Covid 19-factor

De PSD had campagne gevoerd tegen de strenge maatregelen van de nationaal-liberale regering om de pandemie af te remmen. “De sluiting van scholen, van markten, banken en kleinhandel was een ramp”, aldus Marcel Ciolacu, leider van de PSD. Die partij regeerde tot november vorig jaar, toen ze ten val kwam bij een vertrouwensstemming in het parlement. Daarop vormde Ludovic Orban een minderheidsregering.

De PSD was in moeilijkheden geraakt door verscheidene corruptiezaken en door haar maatregelen om bestrijding van corruptie te dwarsbomen. Haar vroegere leider, Liviu Dragnea, werd in mei vorig jaar opgesloten na veroordeling voor corruptie. De autoritaire Dragnea had de PSD een nationalistische richting ingestuurd.

De PDS bleef als oppositiepartij wel het parlement controleren en deed verscheidene sociale maatregelen – zoals verhoging van lonen voor ambtenaren en van pensioenen – goedkeuren. De regering Orban stapte naar de rechtbank om die tegen te houden, wat de populariteit van de PNL geen goed heeft gedaan.

Het regeringsbeleid werd zowel door de PSD als door de uiterst-rechtse AUR aangevallen omdat het leidde tot werkloosheid en faillissementen. Beide wierpen zich op als verdedigers van de kleinhandel die doodgedrukt werd door de lockdown. Het feit dat ook overdekte markten werden gesloten, terwijl de grootwarenhuizen mochten openblijven, werd uitgelegd als een cadeau aan buitenlands grootkapitaal dat die warenhuizen bezit. AUR beschuldigt de “politieke elite” ervan dat buitenlands kapitaal te begunstigen tegenover de hardwerkende Roemeense kleine ondernemers.

‘Goud’

Dragnea (PSD) stak jarenlang een beschuldigende vinger uit naar buitenlands kapitaal dat volgens hem de Roemenen minderwaardig voedsel verkoopt. Het nationalistisch discours van Dragnea is het voorbije jaar overgenomen en opgedreven door AUR (Roemeens voor ‘goud’), de Alliantie voor Unie van de Roemenen. Deze pas vorig jaar opgerichte partij voerde net als de PSD, maar nog veel feller, campagne tegen de lockdownmaatregelen van de regering.

De AUR spiegelt zich aan de Poolse regerende oerconservatieve PiS: herstel van de soevereiniteit van het land, tegen recht op abortus en homo’s, voor de versterking van het “klassieke gezin”. De kopstukken van die partij steunden in 2017 het referendum om grondwettelijk vast te leggen dat een huwelijk alleen kan tussen man en vrouw. Dat referendum mislukte omdat slechts 20% van de kiezers opdaagde.

Groot-Roemenië

Daarnaast voert de AUR ook campagne voor een Groot-Roemenië door de hereniging van Moldova met Roemenië. Dat nationalisme sluit niet alleen aan bij dat van Dragnea, maar ook dat van Nicola Ceausescu, de in 1989 geëxecuteerde communistische leider, die de laatste jaren van zijn bewind vooral dat nationalisme bespeelde.

Onder andere de Hongaren, toen tien percent van de bevolking, waren daar slachtoffer van. In de jaren 1990 was er de uiterst-rechtse nationalistische partij Romania Mare (Groot Roemenië) die zich zeer anti-Hongaars, antisemitisch en anti-Roma, opstelde.

Ook de AUR voert nu campagne tegen de etnische Hongaren. De strijd wordt alweer, zoals zelfs onder Ceausescu gebeurde, gevoerd op begraafplaatsen in Transylvanië waar vooral graven van Hongaren zijn. Er waren al in de jaren 1980 pogingen om die begraafplaatsen te “roemaniseren” door namen op grafstenen Roemeens klinkend te maken. Het kwam vorig jaar tot een botsing toen de overheid op een overwegend Hongaarse begraafplaats Orthodoxe kruisen kwam plaatsen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.