Ondanks een onderzoek van het Huis naar de opstand op 6 januari 2021 en strafrechtelijke onderzoeken in verschillende staten, blijft voormalig president Donald Trump de leider van de Republikeinse Partij en oefent hij grote invloed uit op haar politiek.

Voor de komende voorverkiezingen in november 2022 steunt Trump 130 Republikeinse kandidaten voor het Huis en de Senaat en anderen voor het gouverneurschap van een deelstaat en andere ambten. Zijn belangrijkste criterium om voor hen te kiezen is dat ze hem steunen en zeggen dat hij, en niet Biden, in 2020 tot president verkozen is en uiteraard moeten ze ook zijn ‘Make America Great Again’-beleid steunen. Maar mochten onderzoeken van het Congres of strafzaken Trump uitschakelen, dan staan andere Trump-achtige kandidaten, zoals Ron DeSantis, gouverneur van Florida, klaar om zich in 2024 kandidaat te stellen voor het presidentschap met dezelfde politieke agenda.

Tegen abortus en LGBTI-rechten

Intussen bereiden de Republikeinse gouverneurs en de door hen gecontroleerde deelstaatregeringen zich voor op de volgende voorverkiezing door rassen- en genderkwesties centraal te stellen in de politieke wetgeving en het publieke debat. Republikeinen hebben sinds het begin van het jaar in 30 staten wetsvoorstellen ingediend om abortus te beperken of vrijwel geheel af te schaffen en hebben deze in zes staten al goedgekeurd, hoewel ze nog steeds door rechtbanken ongedaan kunnen worden gemaakt. Een wet in Oklahoma zou het uitvoeren van een abortus tot een misdrijf maken, waarop tien jaar gevangenisstraf staat. Veel van deze wetten zijn gebaseerd op de veronderstelling dat het Amerikaanse Hooggerechtshof binnenkort de uitspraak in de zaak Roe v. Wade, dat het recht van vrouwen op abortus beschermt, zal vernietigen. In reactie daarop hebben Democraten in veel andere staten wetten ingevoerd ter bescherming van abortusrechten. Beide partijen zien abortus als een manier om hun potentiële kiezers te mobiliseren.

Republikeinse wetgevers hebben dit jaar ook 238 anti-LGBTI-wetten ingediend, waarvan de helft gericht is tegen transgenders. Deze wetten verbieden of criminaliseren medische zorg voor transseksuele jongeren, regelen de toegang tot toiletten, beperken de deelname van transseksuele studenten aan school en sport, staan religieuze discriminatie van transseksuelen toe, of maken het moeilijker om identiteitsdocumenten te krijgen met hun naam en geslacht. Republikeinen zeggen dat deze wetten kinderen, ouderlijke rechten en godsdienstvrijheid zullen beschermen. Florida en verschillende andere staten hebben ‘Zeg geen homo’-wetten aangenomen, zogenaamd om kinderen te beschermen tegen homo-indoctrinatie door leraren op openbare scholen. Deze wetten verbieden elke discussie over genderkwesties met leerlingen op openbare lagere- of middelbare scholen.

​​​​​​​Racisme en seksisme in het hart van de Republikeinse politiek

Het derde belangrijke gebied van Republikeinse wetgeving, bedoeld om het electoraat op te hitsen, is het verbod op het onderwijzen van de kritische rassenleer op openbare scholen. In feite is de kritische rassentheorie een gesofisticeerde juridische theorie over racisme die nooit op scholen is onderwezen, maar voor de Republikeinen betekent dit verbod verzet tegen elke vorm van onderwijs over racisme. Ze stellen dat de kritische theorie wordt gebruikt om studenten te indoctrineren met het idee dat alle witte mensen racistisch zijn en om witte kinderen zich ‘beschaamd’ te laten voelen. Zestien staten hebben al dergelijke wetten aangenomen en 19 andere overwegen dat te doen.

De anti-abortus-, anti-LGBTI- en anti-rassentheorie-wetten van de Republikeinen maken deel uit van een voortdurende tegenreactie van witte mensen tegen de sociale bewegingen in de jaren zestig en zeventig die progressieve wetten voor zwarten en latino’s, vrouwen en LGBTI-mensen tot stand brachten. Racisme en seksisme vormen de kern van de Republikeinse politiek.

Natuurlijk zullen de Republikeinen ook blijven botsen met president Biden en de Democraten over economische en sociale kwesties: het huidige inflatiecijfer is 8,5 procent, wat voor hen onafhankelijke kiezers kan aantrekken (dat wil zeggen degenen wier stem tussen de partijen heen en weer slingert) die minder nadruk leggen op ideologische kwesties. Maar ze rekenen sterk op hun aanvallen op vrouwen-, LGBTI- en zwarte rechten om hun basis te mobiliseren, de controle over het Congres in 2022 te winnen en Trump of iemand zoals hij in 2024 weer aan de macht te brengen. De afgelopen maanden hebben deze maatschappelijke kwesties de vergaderingen van de plaatselijke schoolbesturen, de nationale wetgevende instanties en de media beheerst. Er zijn echter nog andere belangrijke kwesties, zoals het loonpeil en de internationale situatie. Het verzet blijft groeien en links heeft het er moeilijk mee.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op l’Anticapitaliste. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.