Met een verkiezingsnederlaag betaalt Syriza de rekening voor het opgeven van haar verzet tegen de bezuinigsmaatregelen die de EU aan Griekenland oplegde. Maar de vraag blijft hoe er succesvol tegen die bezuinigingspolitiek gestreden kan worden. Kevin Ovenden vertelt er vanuit Athene meer over.

Conservatief rechts zit na de algemene verkiezingen in Griekenland van twee weken geleden weer in de regering. Het goede nieuws voor de antifascistische beweging wereldwijd is dat de neonazi’s van De Gouden Dageraad niet langer meer in het parlement zitten. Ze zijn al hun zetels kwijt – zetels die ze zeven jaar geleden voor het eerst kregen.

De centrumrechtse partij Nea Dimokratia kreeg iets minder dan 40 procent van de stemmen, terwijl Syriza, ooit de partij van radicaal-links en tot voor kort regeringspartij, slechts 31,5 procent kreeg. Daarmee krijgt Kyriakos Mitsotakis, de leider van Nea Dimokratia, 158 parlementszetels in het 300-koppige parlement. Hij krijgt daarmee een absolute meerderheid volgens de ondemocratische kieswet die de partij met de meeste stemmen beloont met 50 extra zetels.

Toen Syriza in januari 2015 in de regering kwam, hoopvol bejubeld door links in Griekenland en internationaal, kreeg ze de gelegenheid om deze ondemocratische kieswet te veranderen. Maar net als op veel andere gebieden – en niet alleen op het centrale front tegen de bezuinigingen – heeft ze dat niet gedaan.

Het falen van Syriza

Het algehele falen van Syriza maakte het mogelijk dat rechts kan terugkeren in de politieke arena. En voor het eerst sinds 2009 heeft rechts nu een meerderheidsregering – hoewel deze ook weer niet zo groot is als het gehoopt had.

Liberale commentatoren binnen en buiten Griekenland zagen in het verkiezingsresultaat “de afwijzing van het links populisme” zoals dat belichaamd werd door Syriza. De meer voor de hand liggende verklaring is echter dat met de vertrekkende regering, die moest dealen met een crisis die doet herinneren aan de crisis van de jaren 1930, nu hetzelfde gebeurde als met al zijn voorgangers. Elke regering en regeringspartij die deelneemt aan de brute bezuinigingsmaatregelen, die onder de noemer van “hulpprogramma’s” door de “trojka” (EU, IMF en ECB) aan Griekenland worden opgelegd, wordt bij de verkiezingen daarvoor afgestraft.

Zo is ook Syriza’s voormalige coalitiepartner, de nationalistische partij Onafhankelijke Grieken (ANEL) die zich tegen het trojka-beleid uitsprak maar als coalitiepartner wel aan de bezuinigingen deelnam, nu volledig verdwenen.

“OXI” verraden

Het keerpunt voor Syriza kwam bijna precies vier jaar geleden. Toen de Grieken in een referendum met een indrukwekkende 61 procent duidelijk verklaarden tegen de deal met de trojka te zijn, negeerde de Griekse premier Alexis Tsipras van Syriza deze Nee (in het Grieks “OXI”) en verdraaide hij het binnen zes dagen in een Ja van zijn regering. Dit was een capitulatie tegenover de EU en andere instituten, op zelfs nog slechtere voorwaarden.

Dat was een zware klap. Het weerlegt ook de bewering dat het radicale links populisme bij de verkiezingen twee weken geleden een nederlaag leed. Want al in de zomer van 2015 had de leiding van Syriza gekozen tegen een linkse opstand en voor de koers van een conventionele centrumlinkse partij, en om te zwichten voor de druk van de bezuinigingspolitiek. Minister van Financiën Yanis Varoufakis, die om tactische redenen de confrontatie bleef zoeken met de EU, werd ontslagen en de linkervleugel van de partij werd weggedrukt.

Varoufakis en DiEM25

Nu is Varoufakis erin geslaagd om met zijn nieuwe partij MeRA25, de Griekse zijtak van DiEM25 (Democracy in Europe Movement 2025), in het nieuw gekozen Griekse parlement te komen. Dat MeRA25 net boven de drempel van 3 procent uit kwam is vooral te danken aan de reputatie van Varoufakis als tegenstander van het bezuinigingsbeleid van de EU. Maar programmatisch biedt zijn nieuwe partij niet veel meer dan de eis om de EU te democratiseren en een Green New Deal in te voeren.

Hoe dit zou moeten gebeuren met rechts aan de macht in Griekenland en de EU, en waarom de strategie van Syriza – waarvan Varoufakis zegt dat hij die opgezet heeft – heeft gefaald, werd niet serieus onderzocht. Het valt nog te bezien hoe de negen leden van MeRA25 zich zullen verhouden tot de sociale bewegingen en strijd.

Maar het is toe te juichen dat de partij van Varoufakis, die geassocieerd wordt met de afwijzing van Syriza’s capitulatie, in het parlement vertegenwoordigd is. Dat geldt ook voor het succes van de Communistische Partij (KKE) die haar verkiezingsresultaat van 2015 en het aantal parlementsleden weet vast te houden, ondanks dat radicaal-links erg onder druk stond bij deze verkiezingen.

Nederlaag van Syriza was te verwachten.

Dat Syriza tijdens de verkiezingen de rekening gepresenteerd zou worden voor de afgelopen vier jaar aan bezuinigingsbeleid was te voorzien. Tijdens de verkiezingen in september 2015, na Syriza’s verraad van de “OXI” van de bevolking, wist de partij van Tsipras nog haar regering vast te houden – zij het met een aanzienlijk lagere opkomst. Toen al waren miljoenen stemgerechtigden uit de arbeidersklasse bitter teleurgesteld in de capitulatie van Syriza.

De herinnering aan de rechtse regering was echter nog springlevend en de meeste mensen wilden een terugkeer van de “vampieren” uit de rechtse Griekse zakenwereld voorkomen.

Tsipras beweerde destijds dat hij hard gestreden had maar dat er geen andere mogelijkheid was dan een eervolle capitulatie. Hij beloofde de kiezers dat zijn regering de impact van de bezuinigingsmaatregelen op de arbeidersklasse en de armen zoveel mogelijk zou dempen. De maatregelen die hij hiervoor genomen heeft waren echter zeer beperkt en konden het aangescherpte bezuinigingsbeleid zelfs niet een beetje compenseren. Toen er weer een bescheiden economische groei was in Griekenland, schepten de ministers op dat ze de schulden aan het IMF voortijdig konden terugbetalen. Ondertussen blijft de werkloosheid op 18 procent en onder jongeren op 40 procent.

Sociale kaalslag

Na de kaalslag in de sociale zekerheid en de gezondheidszorg werd er geen ommekeer gemaakt. Velen zagen in het einde van het formele “reddingsmechanisme” vorig jaar vooral een geschenk aan de bazen terwijl het grote begrotingsoverschot niet werd gebruikt om de schade aan het sociale stelsel ook maar enigszins te herstellen.

De bosbrand in een toeristenoord in de buurt van Athene afgelopen juli, waarbij 103 mensen om het leven kwamen, onthulde de dodelijke gevolgen van de bezuiniging op brandweer en burgerbescherming, en daarmee de minachting van bestuurders voor de levens van gewone mensen.

Met andere woorden, Syriza was een conventionele regering “zoals alle anderen”. Dat zal ook gelden voor de nieuwe regering van Kyriakos Mitsotakis. Die heeft belastingverlaging beloofd op voorwaarde van een (onbereikbare) economische groei en een begrotingsoverschot van 4 procent.

Syriza capituleerde ook in de vluchtelingenkwestie

Maar niet alleen op economisch vlak demotiveerde Syriza zijn aanhangers. In 2016 capituleerde het opnieuw, wat haar morele verval toonde en het vertrouwen van de linkse mensen in de partij vernietigde.

Tsipras ondertekende niet alleen de kwalijke overeenkomst tussen de EU en Turkije om vluchtelingen te weren, hij verwelkomde het. Het heropenen van vluchtelingenkampen en deporteren van mensen naar Turkije was schijnbaar “goed voor Griekenland”. Het was een mes in de rug van de antiracistische en progressieve beweging en gaf daarmee legitimiteit aan de neonazi’s van de Gouden Dageraad en al het andere racistische rechts.

Nazi’s leiden nederlaag

Het is de grote verdienste van de antifascistische beweging in Griekenland, geleid door anti-kapitalistisch links, dat de Gouden Dageraad is teruggedrongen. Met alle soorten van extreemrechtse partijen in Europa, is de Gouden Dageraad een echte nazi-partij met paramilitaire stormtroepen die terreur van knokploegen kon combineren met electoraal succes. In de meeste landen is er nog steeds een scheiding tussen de gewelddadige neonazi-scene en de “eurofascistische” of extreemrechtse formaties met hun (voorlopige) oriëntatie op parlementsverkiezingen.

De Gouden Dageraad blijft een bedreiging, met 166 000 stemmen, haar “battalions” en de fysieke aanvallen op hun tegenstanders. Maar het feit dat een fascistisch organisatiemodel, dat afgelopen paar jaar het voorbeeld was voor ‘militantere’ extreemrechtse kaders aan weerszijden van de Atlantische Oceaan, doorslaggevend verzwakt is is een succes voor links internationaal.

Het proces tegen 68 leiders en kaders van de Gouden Dageraad voor verschillende strafbare feiten en het voeren van een criminele organisatie zal worden voortgezet met de rechterlijke uitspraken in de herfst. De antifascistische Alliantie KEERFA en andere antifascistische en antiracistische initiatieven zullen intussen hun activiteiten voortzetten.

“Voor wet en orde, met harde hand”

Dit wordt een belangrijk strijdfront tegen de regering van Nea Dimokratia. Mitsotakis, die door de internationale financiële pers zo vleiend als een ‘liberale reformistische leider’ wordt voorgesteld, heeft beloofd om met harde hand ‘wet en orde’ te handhaven en heeft verdere racistische maatregelen aangekondigd tegen migranten.

In het recente geschil over de naam van het buurland ten noorden van Griekenland (dat tegenwoordig Noord-Macedonië heet) deed hij een cynische concessie aan nationalistisch rechts dat vindt dat de naam Macedonië alleen voor Griekenland gebruikt mag worden. Hierdoor kregen Mitsotakis en zijn Nea Dimokratia de rechtse stemmers mee (hoewel ook een nieuwe nationalistische partij genaamd Griekse Oplossing meer dan 3 procent van de stemmen kreeg).

De lessen uit deze bittere ervaring

De noodzaak voor links om glashelder te zijn over antiracisme, internationalisme en anti-imperialisme is één les uit deze bittere ervaring. Enn Syriza faalde spectaculair op alle drie de gebieden. Haar nauwe banden met de Amerikaanse regering van president Trump, de Israëlische leider Benjamin Netanyahu en generaal Al-Sisi van Egypte kunnen als een vernietigende aanklacht tegen haar gebruikt worden.

Een andere les is de noodzaak om terug te keren naar grote strategische kwesties. Syriza volgde een strategie van links regeren zonder linkse strijd. Het weigerde het conflict aan te gaan met het Griekse en Europese kapitalisme en te breken met de kapitalistenklasse en de staat in Griekenland en hun vrienden binnen de EU.

Dit was al vóór 2015 duidelijk. Syriza-activisten waren nauw betrokken bij de enorme sociale strijd tegen bezuinigingen. Maar sinds 2012 zag een steeds conventioneler wordende leiding deze strijd in het beste geval als reclame voor Syriza, en in het slechtste geval als een vervelende afleiding van de “echte politiek” met zijn focus op parlementsverkiezingen.

Ook tijdens Syriza’s regering was er sociale strijd. Maar de bewering dat ze een “dubbele strategie” had voor links regeringsbeleid gesteund door mobilisaties vanuit de bevolking, was een leugen. Niet in de laatste omdat massamobilisaties –zoals tijdens de referendumcampagne vier jaar geleden – onmiddellijk – en niet pas op een later, door strategen uitgekiend tijdstip– een breuk vormen met normale regeermethodes en een bedreiging voor de navelstreng van het Grieks kapitaal, met de EU en de euro.

Nieuwe strijd

Deze kwesties zullen opnieuw aan de orde komen in de strijd tegen de nieuwe regering van Mitsotakis. Zijn vader was ooit ook premier, maar van een terugkeer naar de stabiliteit die het Griekse politieke systeem voor de crisis kende zal geen sprake zijn.

In de komende maanden is er een kans om de extreem gevaarlijke neonazi-optie uit het politieke stelsel te gooien.

Activisten van radicaal links zullen ook de kans moeten grijpen om gezamenlijk te strijden samen met de kiezers en aanhangers van Syriza die nu in de oppositie zit. Het is noodzakelijk om op een open maar solidaire manier over de gemaakte fouten te discussiëren – en hoe het deze keer beter kan.

Kevin Ovenden, revolutonair socialist in Athene, schreef het boek Syriza – Inside the Labyrinth (Pluto Press 2015) over de aard en de politieke bocht van Syriza.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op socialisme.nu.