Op 12 juni hield Bernie Sanders een toespraak op de George Washington universiteit waarin hij zijn opvattingen over het democratisch socialisme uiteenzette. Naar aanleiding daarvan schreef Ashley Smith op de site Truthout een stuk met de titel Sanders’s Speech Presents a Conundrum for New Left’s Socialist Strategy (De toespraak van Sanders is een raadsel voor de socialistische strategie van Nieuw Links).

In de VS worden, net als in 2016, de mislukkingen van het kapitalisme, vervormd in de race voor het Witte Huis. Aan de ene kant verzamelt President Trump zijn hoofdzakelijk middenklasse kiezers voor zijn herverkiezing, op basis van zijn programma van economisch nationalisme en onverdraagzaamheid dat in binnen- en buitenland verwoesting heeft veroorzaakt.

Aan de andere kant voeren Democraten strijd om de presidentskandidaat van hun partij te worden om de onverdraaglijke miljardair in 2020 uit te dagen. Zoals te verwachten was heeft de Democratische partij zich, op zijn minst voor dit moment, verenigd rond de door het establishment goedgekeurde kandidaat Joe Biden die de bestaande kapitalistische orde, zij het met kleine hervormingen, verdedigt.

Zijn uitdagers zijn echter naar links opgeschoven en nemen, (hoe eerlijk of oneerlijk dan ook), veel over van het programma van 2016 van Bernie Sanders, terwijl ze tegelijkertijd zijn democratisch socialisme verwerpen. Om de steun van de partij te winnen als Biden struikelt, moeten ze zich aan de pro-kapitalistische lijn van de partij houden. Dat weten ze allemaal, met inbegrip van senator Elizabeth Warren.

Bezorgd over Sanders en de groeiende populariteit van het socialisme, plaatsen Trump, maar ook laaggeplaatste democratische genomineerden, zoals de gouverneur van Colorado John Hickenlooper, Sanders in een kwaad daglicht en proberen ze zijn politiek in diskrediet te brengen door hem te associëren met stalinistische regimes. Onlangs drukte Sanders zijn tegenstanders in een historische toespraak op de George Washington Universiteit met de neus op de feiten.

Hij betoogt dat de dreiging van autoritaire oligarchen zoals Trump niet verslagen kan worden door centristische neoliberalen zoals Biden en Hickenlooper, maar alleen door democratisch socialisme. Hij definieert dat als een uitbreiding van de New Deal van Franklin Roosevelt met een nieuw economische handvest, waarin het recht op een fatsoenlijke baan, gezondheidszorg en veilige pensionering zijn opgenomen.

Sanders neemt ook de strijd tegen klimaatverandering en alle vormen van onverdraagzaamheid op als essentieel onderdeel van de strijd voor het socialisme. Hij onderstreept dat hij dit alles niet in zijn eentje kan winnen, maar alleen als onderdeel van een politieke revolutie waarin miljoenen mensen zich aansluiten bij het politieke proces, de Democratische Partij overnemen en de controle over de regering verwerven om de prioriteiten van de Amerikaanse samenleving te veranderen.

De afwijzing door het establishment in de media en beide partijen was voorspelbaar. Robert J. Samuelson van de Washington Post noemde Sanders een ‘vluchteling uit de jaren dertig’. Senator Warren – die onlangs verklaarde dat ze ‘tot op het bot kapitalist is’, een uitspraak die we  misschien als een domme electorale vergissing moeten zien die de aanhangers van Sanders van haar kan vervreemden – reageerde met gelach op de vraag naar zijn toespraak.

Sommigen ter linkerzijde hebben de toespraak afgedaan als slechts een poging van Sanders om radicalen terug in de Democratische Partij te lokken. Anderen vierden het enthousiast  als de meest diepgaande en veranderende toespraak sinds die van Martin Luther King en verwierpen kritiek op Sanders als het missen van het grote verhaal.

Deze reacties van uiterst links laten zien dat deze mensen niets begrijpen van de tegenstrijdige aard van de Sanders-campagne, zijn verkiezingsstrategie in de Democratische Partij en zijn opvattingen over democratisch socialisme. In tegenstelling tot de ultralinkse tegenstanders van Sanders moeten radicalen het feit, dat voor de tweede achtereenvolgende presidentiële voorverkiezingen een openlijke voorvechter van het socialisme in de race is voor de Democratische nominatie, waarderen.

Degenen die Sanders de verdienste toeschrijven dat hij de nieuwe socialistische beweging heeft opgericht, overdrijven zijn invloed natuurlijk. Zijn populariteit werd mogelijk gemaakt door de Grote Recessie, de redding van de banken door de kapitalistische partijen en het verzet van de bevolking tegen bezuinigingen en de  zondebok politiek. Toch is het belangrijk om te erkennen dat Sanders dit verzet heeft aangemoedigd, er een naam aan heeft gegeven – socialisme – en heeft bijgedragen aan de opkomst van de Democratische Socialisten van Amerika (DSA).

We moeten zijn aanvallen op het ‘ongebreidelde kapitalisme’, de oligarchische miljardairsklasse, de autoritairen en fascisten, evenals zijn volledige verdediging van het socialisme als middel om vrijheid voor arbeiders en onderdrukte mensen te bereiken, vieren.

Bovendien verhoogt het voorstel van Sanders voor een economisch handvest de inzet voor ons allemaal om te strijden voor een agenda die mensen boven winstbejag stelt. Dat een mainstreamkandidaat dergelijke eisen stelt, moet als een kans worden aangegrepen en worden gebruikt om sociale- en klassenstrijd te bevorderen om die eisen te realiseren.

Tegelijkertijd mag links  zich niet beperken tot het toejuichen van de toespraak van Sanders en de zwakke punten ervan verdoezelen, want het gaat niet om Sanders op zich, maar om de politiek, de doelstellingen en de strategie van de nieuwe socialistische beweging. Zijn toespraak bracht drie belangrijke problemen aan het licht die we moeten overwinnen om de systeemverandering die we zo hard nodig hebben te realiseren.

De Democratische Partij: het kerkhof van links

Ten eerste: de strategie van Sanders om via de Democratische Partij een politieke revolutie na te streven is, hoezeer dat het socialisme ook in de verf zet, een valkuil. Zoals iedereen, van de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Nancy Pelosi en vele (zo niet de meeste) leden van de DSA, erkent, is de Democratische Partij een kapitalistische en imperialistische partij en niet een in de vakbonden gewortelde arbeiderspartij, zoals de partij onder leiding van Jeremy Corbyn in Groot-Brittannië.

De partij wordt strak gecontroleerd door een bureaucratie en gekozen bestuurders, die beide afhankelijk zijn van de bazen voor financiering. Dat betekent niet dat de partij niet verschilt van de Republikeinse Partij, die historisch gezien het ‘A-team’ van de kapitalisten is, die openlijk hun belangen dient en het conservatisme omarmt.

De Democraten zijn het liberale ‘B-team’ van de heersende klasse dat een beroep doet op arbeiders en onderdrukte groepen door verandering binnen het systeem te beloven. De kapitalisten sturen ze pas het veld op als het ‘A-team’ slecht speelt en dreigt te verliezen.

De functie van de Democraten in het politieke spel is tweeledig: door links aan zich te binden voorkomen dat het een arbeiderspartij opbouwt; en de klassen- en sociale strijd te beperken tot het sleutelen aan het kapitalisme in plaats van het te vervangen door socialisme. Daarom hebben marxisten de Democratische Partij altijd het kerkhof van sociale bewegingen en links genoemd.

Elke poging om het ‘B-team’ van de kapitalisten te gebruiken, heeft voor links een averechtse uitwerking gehad: van het volksfront van de Communistische Partij tijdens de Grote Depressie en Michael Harrington’s herschikkingsstrategie die in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw probeerde om er een arbeiderspartij van te maken, tot de gelijkaardige inspanningen van de maoïsten in de jaren tachtig van de vorige eeuw in Jesse Jackson’s Rainbow Coalition. Elke keer dat links werd gecoöpteerd, werden bewegingen gedemobiliseerd ter ondersteuning van een partij die ze als vanzelfsprekend aannam en die vervolgens naar rechts schoof, waarbij ze haar beloften verraadden.

De Democraten bevinden zich nu in een sterkere positie om de nieuwe socialistische linkerzijde te coöpteren. Zoals Kim Moody schreef: ‘De partij is uitgegroeid tot een goed gefinancierde, geprofessionaliseerde, hiërarchische organisatie die in staat is om te interveniëren bij verkiezingen op zowat elk niveau. De partij selecteert kandidaten, verstrekt financiering, geeft goedkeuringen, biedt mediacontacten aan en levert computer- en digitale campagne- en stembusdiensten. In het Congres en de meeste parlementen van deelstaten leggen de leiders van het Congres een hoge mate van partijdiscipline op, zodat de laatste twee decennia 90 procent van de stemmen in beide huizen volgens strikte partijlijnen is verlopen.’

De campagne van Sanders in 2016 is een voorbeeld van de wurggreep van de heersende klasse op de partij. Hoewel hij met zijn roep om socialisme een nieuwe generatie enthousiast maakte en het beter deed dan hij of iemand anders had verwacht, werd hij uiteindelijk gedwarsboomd door de bureaucratie, de leiders en kapitalistische financiers. Terwijl zij hem in het openbaar beleefd behandelden, zorgden zij ervoor dat hun gedoodverfde kandidaat, Hillary Clinton, de nominatie won.

Het democratisch establishment is dit keer nog beter voorbereid om Sanders te neutraliseren. Nu steunen ze Biden en hebben ze een groot aantal pro-kapitalistische ‘progressieven’ aangemoedigd om de steun aan Sanders te verdelen en hebben ze Hickenlooper en anderen groen licht gegeven om Sanders in een kwaad daglicht te stellen. De partij zal wanhopig proberen om kiezers te overtuigen dat, om Trump uit het Witte Huis te verjagen, er op veilig gespeeld moet worden en er geen risico’s met het socialisme van Sanders genomen moeten worden en voor Biden of een andere ‘verkiesbare’ kandidaat gekozen moet worden die gematigd genoeg is om conservatieve kiezers over te halen.

Zelfs Anita Hill, die de ergste seksistische discriminatie van Biden heeft ondervonden en alle reden heeft om zich tegen hem te verzetten, keurt deze logica goed, en zei tegen verslaggevers, ‘natuurlijk zou ik voor hem stemmen.’ Deze tactiek heeft in de afgelopen maanden met succes de positie van Sanders in de peilingen omlaag gehaald, terwijl Warren hiervan heeft geprofiteerd. Dit bewijst eens te meer hoe moeilijk het is om het socialisme in een kapitalistische partij te bevorderen.

De DSA heeft Sanders gesteund, maar de linkervleugel begrijpt dat de Democratische Partij niet kan worden overgenomen, maar moet worden vervangen. Maar, in plaats van nu andere partijen te steunen, steunt één van de prominentste groepen binnen de DSA, Bread and Roses, een strategie om via de stemmachine van de Democraten socialistische kandidaten deel te laten nemen, haar programma ingang te doen vinden, klassenstrijd aan te moedigen, gekozen te worden en een organisatie binnen de Democraten op te bouwen om uiteindelijk af te splitsen en een nieuwe arbeiderspartij op te zetten.

Terwijl deze strategie tot een paar overweldigende doorbraken heeft geleid, zoals de verkiezing van congresafgevaardigde Alexandria Ocasio-Cortez en kandidaten voor parlementen van deelstaten en gemeenteraden, steunt Sanders dit niet. In plaats van het bepleiten van het overnemen van de partij, heeft hij al beloofd dat als hij verliest, hij campagne zal voeren voor elke Democraat die de nominatie wint.

Links moet zijn argument bestrijden, vooral omdat hij de grootste invloed heeft op de ontwikkeling  van onze nieuwe beweging. Om het lot van onze linkse voorgangers te vermijden, moeten socialisten, ongeacht hun standpunt over de campagne van Sanders, zich verenigen om een vertrek uit de Democratische Partij te organiseren en een nieuwe onafhankelijke socialistische partij op te bouwen.

Socialisme, niet liberalisme

Ten tweede associeert Sanders – die vroeger de Socialistische Partij van Eugene Debs als zijn model aanprees – het socialisme nu expliciet met de New Deal van Franklin Delano Roosevelt als onderdeel van zijn aanpassing aan de Democratische Partij. Hoewel het kan zijn dat hij dat doet om een breed publiek te bereiken zoals sommigen ter linkerzijde  zeggen, schept het  illusies over Roosevelt’s programma en beperkt het de horizon van het socialisme tot in het beste geval een hervormingsgezind beheer van het kapitalisme.

Laten we duidelijk zijn: Roosevelt was, zoals hij zelf verklaarde, ‘de beste vriend die het winstsysteem ooit had’ en de ‘redder’ van ‘het systeem van particuliere winst en vrij ondernemerschap’. Het doel van Roosevelt was niet om het socialisme in te stellen door middel van de New Deal, maar om door middel van overheidsprogramma’s het systeem nieuw leven in te blazen, het te stabiliseren door middel van sociale hervormingen, en een arbeidersbeweging te coöpteren die dreigde te breken met het tweepartijensysteem en de kapitalistische overheersing aan te vechten.

Zelfs de roep van Roosevelt om een economisch handvest, die Sanders nu reanimeert, heeft nooit de bedoeling gehad  om de productiemiddelen van het kapitalisme te nationaliseren. Daarom hebben 169 kapitalistische landen – waaronder Duitsland, Australië en Frankrijk – de versie van Verenigde Naties van dat economische handvest dat ‘Het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten’ heet, geratificeerd.

Dat is waar veel linkse mensen zich vergissen en het liberale geknutsel verwarren met echt socialisme. Norman Thomas, de oude leider van de hervormingsgezinde Socialistische Partij, had gelijk toen hij schreef: ‘Wat de heer Roosevelt ons heeft gegeven is staatskapitalisme: dat wil zeggen, een systeem waarbij de staat ingrijpt en  reguleert, en in veel gevallen in bezit komt, van bedrijven. Niet om de productie voor gebruik vast te stellen, maar juist om het winstbejag zo veel mogelijk in stand te houden, met de enorme beloningen van het privébezit en de grove onrechtvaardige verdeling van het nationaal inkomen.’

Dus, hoezeer Sanders ook verwachtingen oproept van sociale hervormingen, hij vernauwt de visie op het democratisch socialisme en zelfs de visie op de sociaaldemocratie tot New Deal-liberalisme. De klassieke sociaaldemocratie, wat haar zwakheden ook zijn, beloofde op zijn minst nationalisatie aan te wenden om de controle over de economie te socialiseren en te democratiseren, terwijl het liberalisme slechts aanpassingen aan het kapitalisme belooft, en niet de transformatie ervan in de democratische controle van de samenleving door de arbeiders, wat het doel van het socialisme is.

Gecompromitteerd socialistisch internationalisme

Ten derde slaagde Sanders er met zijn toespraak niet in het socialistisch internationalisme toe te passen op de huidige centrale kwesties van immigratie en het Amerikaanse imperialisme. Dit falen vloeit voort uit zijn samenwerking met een imperialistische partij en uit de nationalistische logica van de sociaaldemocratie, die altijd de staat meer heeft gebruikt voor binnenlandse hervormingen voor arbeiders thuis dan voor internationale solidariteit. Het was dus geen toeval dat hij de toespraak hield voor een zee van Amerikaanse vlaggen.

Natuurlijk veroordeelt Sanders terecht de aanvallen van Trump op immigranten. Maar hij bestrijdt open grenzen door te suggereren dat het een idee is van de gebroeders Koch (multimiljardairs die veel rechtse sociale en politieke projecten steunen) en steunt in plaats daarvan de ‘oplossing’ van het ‘probleem’ van de ongedocumenteerde immigranten, waaraan de Democraten de voorkeur geven – de Comprehensive Immigration Reform, CIR (de uitgebreide immigratie hervorming). In het beste geval is dit een minder kwaad; het omvat meer grensbewaking om verdere immigratie tegen te gaan, zware voorwaarden voor legalisering en programma’s voor gastarbeiders ten gunste van het bedrijfsleven.

Zoals Lucy Herschel stelt, was dit beleid in de praktijk verantwoordelijk voor ‘een schrikbewind voor immigrantengemeenschappen dat de voormalige president Obama zelf tot een hoge kunst heeft verheven gedurende zijn acht jaar in functie. In de afgelopen tien jaar heeft de CIR tot de uitzetting van meer dan 100.000 mensen per jaar geleid, de detentie van nog eens honderdduizenden mensen in onmenselijke omstandigheden, en miljoenen gezinnen geterroriseerd – dit alles in ruil voor een allesomvattende wetgeving die er nooit is gekomen en nu verder weg lijkt te zijn dan ooit.’

Socialisten zouden de CIR moeten afwijzen en in plaats daarvan open grenzen moeten eisen en amnestie voor alle immigranten zonder papieren. Onze slogans zouden de slogans moeten zijn die Jesse Myerson voorstelt: ‘Geen straffen, geen elektrische afrasteringen, geen bewaking met drones, geen papieren, geen angst. In plaats daarvan: universele mensenrechten, verworven in de strijd, afgedwongen door solidariteit. De eenwording van de arbeiders in de wereld vereist dit’.

Een dergelijk internationalisme vereist ook verzet tegen het imperialisme – iets wat Sanders vreemd genoeg buiten zijn toespraak heeft gelaten. Socialisten moeten niet vergeten dat de VS niet zomaar een staat is. Het is een informeel imperium dat het wereldwijde kapitalisme reproduceert en afdwingt. Het concurreert met andere imperialistische machten, vooral China en het onderdrukt de zwakkere naties over de hele wereld. Onder de verkeerde benaming ‘nationale defensie’, slokt de oorlogsmachine van Washington honderden miljarden dollars per jaar op voor conventionele en nucleaire wapens, troepen en meer dan 800 militaire bases over de hele wereld.

Natuurlijk heeft Sanders zich terecht verzet tegen de bezetting van Irak door George W. Bush, de door de VS gesteunde oorlog in Jemen en de dreiging van Trump met een oorlog tegen Iran. Maar hij stemde vóór de oorlog in Afghanistan en de oorlogsbudgetten die de bezettingen van zowel Afghanistan als Irak financierden.

Dit is het gevolg van zijn verkeerde overtuiging dat de VS, onder progressieve leiding, een positieve rol in de wereld kan spelen, vooral in het smeden van wat hij een internationale alliantie ter verdediging van de democratie noemt: tegen autoritaire heersers zoals Xi Jinping van China, die hij expliciet in zijn toespraak noemt. Een dergelijke positie dreigt linkse dekking te bieden voor de confrontatie van Washington met Peking, een inter-imperialistische rivaliteit die niet wordt gedreven door de politiek van een van beide regimes, maar door de concurrentie van hun kapitalistische economieën om overheersing op de wereldmarkt.

De nieuwe socialistische beweging zou in plaats daarvan het voorbeeld moeten volgen van Martin Luther King die de Amerikaanse staat niet als een potentieel goedaardige kracht beschouwde, maar als ‘de grootste leverancier van geweld in de wereld van vandaag’. King vestigde er ook de aandacht op hoe de enorme uitgaven voor de oorlogsmachine, die mensen in het buitenland vermoordt, fondsen en middelen weg laat vloeien die anders naar de arbeiders en de onderdrukten in eigen land zouden kunnen gaan.

Daarom sprak hij zich uit tegen de Vietnamoorlog en argumenteerde hij dat de volksbeweging van arme mensen die hij aan het eind van zijn leven in gang had gezet, zich moest verzetten tegen wat hij noemde het ‘drievoudige kwaad van racisme, economische uitbuiting en militarisme.’ Het nieuwe links zou gehoor moeten geven aan deze oproep en een onafhankelijke massabeweging op moeten bouwen om alle ongelijkheid van het systeem in binnen- en buitenland aan te pakken.

Om die strijd te winnen, moeten we een nieuwe eigen partij opbouwen, felle internationalistische oppositie voeren tegen alle imperialismen, internationale solidariteit van onderop organiseren en beide partijen van het kapitaal niet alleen in de stembus, maar vooral ook op straat en op de werkvloer uitdagen, waar we de macht hebben om niet alleen een politieke en sociale revolutie voor de socialistische democratie in de VS te winnen, maar over de hele wereld.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Truthout. Copyright, Truthout.org. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.