Pakistan kreeg via parlementaire weg een nieuwe premier. Imran Khan verloor een vertrouwensstemming door desertie in eigen rangen, Shehbaz Sharif, van de Sharif-dynastie, neemt nu zijn plaats in. Met de zegen van de legerleiding. Een Amerikaans complot, aldus Khan die zijn aanhang mobiliseert om vervroegde verkiezingen af te dwingen.

Beloften

Khan, zeer populair geworden als cricketkampioen, won in 2018 de verkiezingen met de belofte dat hij een einde zou maken aan de corruptie van de gevestigde politieke dynastieën. Meervoudig premier Nawaz Sharif, oudere broer van Shehbaz, was eerder veroordeeld wegens corruptie. Naast de Sharif-dynastie met haar Pakistan Moslim Liga–Nawaz, is er ook de dynastie Bhutto met de PPP, de Pakistaanse Volkspartij. Die twee partijen beheersten in de periodes dat er geen militaire dictatuur was, de Pakistaanse politiek. Khan maakte daar met zijn PTI (Pakistaanse Rechtvaardigheid Partij) een einde aan.

Khan had de zegen van de legerleiding die volledig de controle hield over onder meer de belangrijkste delen van het buitenlands beleid: de relaties met India en de steun aan de Afghaanse Taliban. De militaire inlichtingendienst ISI bleef daarin oppermachtig en kon volledig op Khan rekenen om de Afghaanse Taliban weer aan de macht te helpen. Dat leidde al lang tot spanningen met Washington, toenmalig VS-president Barack Obama zag Afghanistan niet als een aparte kwestie, hij had het over de kwestie AfPak.

Ook de goede banden met China, zoals concreet de China-Pakistan Economic Corridor met zware investeringen in havens en transport, had de instemming van het leger. China uitspelen tegen India behoort tot de kern van de Pakistaanse diplomatie. Die invloed van China vindt wel geen genade in alle Pakistaanse ogen, zoals de recente aanslag in Karachi met 4 doden, van wie 3 Chinese slachtoffers, aantonen. Er is ook de vrees dat de al zo zware Pakistaanse schuldenlast nog veel zwaarder wordt, terwijl de economie wel permanent in crisis lijkt.

ISI

Maar Khan kwam, zoals indertijd Nawaz Sharif, vorige herfst toch in conflict met de legerleiding. Opperbevelhebber generaal Qamar Javed Bajwa wou luitenant-generaal Nadeem Anjum aan het hoofd van ISI benoemen, terwijl premier Khan Faiz Hameed op die post wou houden. Het was deze Hameed die in september naar Kaboel trok om er de samenstelling van de Taliban-regering te regelen. Hij zorgde ervoor dat vertrouwelingen van ISI op sleutelposten kwamen.

De premier moest inbinden, de generaals trokken alweer aan het langste eind. Khan worstelde intussen met economische problemen zoals hoge inflatie en muntontwaarding. Maar ook met toenemende veiligheidsproblemen, het succes van de Afghaanse Taliban moedigde de Pakistaanse Taliban aan om weer veel actiever te worden, vooral in grenszones met Afghanistan.

De relaties met Kaboel bekoelden intussen snel, onlangs kwam het tot Pakistaanse beschietingen op een Afghaans dorp. Pakistan verwijt Kaboel de Pakistaanse geestesgenoten te helpen. Pakistan ontdekt nu dat de Afghaanse Taliban naast islamfundamentalisten ook nationalisten zijn en dat bij de Pathanen onder hen, de grote meerderheid, de grens tussen beide staten – een koloniale erfenis – moet verdwijnen.

Dissidenten

Toen in maart enkele tientallen parlementsleden van zijn partij hem lieten vallen, reageerde Imran Khan met een coup: hij ontbond het parlement om aan een vertrouwensstemming te ontsnappen. Maar het Grondwettelijk Hof stak daar op 9 april een stokje voor, de stemming ging toch door en Khan verloor die. De dag erop was Shahbaz Sharif de nieuwe premier, gesteund door zijn eigen Moslim Liga, door de PPP en de dissidenten van Khan.

Khan roept dus dat dit een coup is geïnspireerd door Washington. Een groot deel van de Pakistani gelooft dat. Khan tracht net als de voorbije jaren de steun te krijgen van diverse radicale moslimbewegingen; hij deed het voorbije jaar talrijke toegevingen aan die radicale groepen. Hij islamiseerde onder meer verder het onderwijs, kennis van de koran wordt belangrijker geacht dan wetenschappelijke kenni

Zijn anti-Amerikanisme slaat bij veel Pakistani aan. Die verwijten Khan helemaal niet dat hij op 24 februari, de dag van de Russische inval in Oekraïne, in Moskou met Vladimir Poetin over economische samenwerking sprak.

Khans zogenaamde anti-imperialisme is wel hoogst ongeloofwaardig. Hij sloot in 2019 een akkoord met het IMF waarbij hij alle opgelegde voorwaarden aanvaardde. Dat hield onder meer veel hogere prijzen in voor elektriciteit, gas, brandstoffen, de inflatie tastte de al schaarse koopkracht van tientallen miljoenen Pakistani aan.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Uitpers.