Het is begrijpelijk dat er aan de linkerzijde veel gezucht en gekreun is om de nederlaag van Jeremy Corbyn’s Labour-partij tijdens de Britse verkiezingen van gisteren. Volgens de bron is deze nederlaag het resultaat van Brexit-mania, van een diepgaande misleiding van het publiek door de Tories of van het zogenaamde ‘misplaatste beleid’ van Corbyns leiderschap. Het zou echter nog ingewikkelder kunnen zijn.

Het zogenaamde ‘first past the post’-verkiezingssysteem van het Verenigd Koninkrijk werkt in het voordeel van de grootste partijen. Voorstanders van dit systeem noemen het een garantie voor ideologische duidelijkheid en institutionele stabiliteit. In een ver verleden was dat misschien wel het geval. Vandaag de dag echter dwingt het de grootste partijen om niets anders te zijn dan grote coalities. Terwijl in landen met een meer proportioneel kiesstelsel coalities moeten worden gevormd na de verkiezingen, krijgen in het Britse systeem coalities vorm tijdens de campagne zelf, als… de winnende partij erin slaagt de verschillende delen van haar kiespubliek te overtuigen zich achter die partij, haar programma en haar leiderschap te scharen. De Tories van de heer Johnson zijn hierin blijkbaar geslaagd. Althans voorlopig…

Om dit succes te behalen, heeft de heer Johnson echter een aantal politieke gymnastiekoefeningen moeten uitvoeren. Johnsons Tories zijn (althans in hun formele voorstellen) niet langer de eenvoudige en ‘zuivere’ neoliberalen van de Thatcher-jaren. In plaats daarvan zijn ze een onzuivere coalitie geworden, die zich tegelijkertijd richt op grotere overheidsuitgaven voor sociale diensten en staatssteun aan industrieën, op het verdedigen van een conservatieve, nationalistische en xenofobe culturele identiteitspolitiek en aan de andere kant op beloften voor een soort ongebreideld globalisme door middel van quasi mythische toekomstige vrijhandelsovereenkomsten.

Zoals The Economist het stelt: “De heer Johnson heeft [de Tory-partij] naar links getrokken over economie (….) en naar rechts over cultuur (….). Sommige liberale Tory’s haten de Trumpificatie van hun partij (de conservatieve stemmen gingen in sommige rijke zuidelijke kieskringen naar beneden). Maar de verkiezingen toonden aan dat deze ver in de minderheid waren vergeleken met de blauweboordenvlucht vanuit Labour verder naar het noorden. Toch zal de machtige nieuwe coalitie van de Tories’ onder spanning komen. Met zijn mix van blauwe kragen en rode broeken is de nieuwe partij ideologisch incoherent. De noordelijke stemmen zijn slechts in bruikleen. Om ze te houden zal de heer Johnson de mensen moeten geven wat ze willen – dat wil zeggen infrastructuur, uitgaven voor gezondheid en welzijn en een strak immigratiebeleid. De oude aanhangers van de Tories in het zuiden daarentegen geloven dat het verlaten van de EU Groot-Brittannië zal bevrijden en een tijdperk van vrijgevochten globalisme zal inluiden. De heer Johnson zal ongetwijfeld proberen om de verschillen te verdoezelen. Maar terwijl de nieuwe coalitie van de heer Trump in Amerika is geholpen door een bruisende economie, zal Groot-Brittannië na Brexit waarschijnlijk tot stilstand komen”.

Tegelijkertijd zal deze pas geformeerde onstabiele coalitie van de Tories niet alleen tijd tekort komen vanwege de tijdschema’s van de Europese Unie of de stagnerende economie. Het toenemende Schotse, Ierse en zelfs Welshe nationalisme zal de nieuwe coalitie van Johnson ook zwaar onder druk zetten. Des te meer omdat de kiezers van deze jonge landen zich verzetten tegen de Brexit, zoals de Tories die zo sterk verdedigd hebben. De stemming voor onafhankelijkheid van het Westminster-regime zal daarom alleen maar toenemen.

Dit alles betekent dat de nieuwe coalitie van Boris Johnson op onzekere fundamenten rust. De voormalige kiezers van Labour, die hem hun stemmen hebben geleend, zullen zeker ongeduldig zijn als hij niet levert en vooral niet snel levert. De kans dat hij zal leveren is tegelijkertijd erg klein, vanwege de tegenstrijdigheden van het huidige, door crisis geteisterde kapitalisme in het algemeen en vanwege de verarming van het Britse kapitalisme in het bijzonder.

Daarom moet de Brits Linkerzijde zich niet te snel terugtrekken op zichzelf. Zij moet zich hergroeperen en de voorstellen van de heer Corbyn blijven verdedigen en de druk van de voormalige Blairites in de Parlementaire Labourpartij en/of in verschillende kiesdistricten en vakbonden weerstaan. Het moet het perspectief van linkse politiek als zijnde “voor de velen, niet voor de weinigen” blijven volhouden.

Net als na andere nederlagen is er behoefte aan rouw. Maar tegelijkertijd blijft er ook behoefte aan hergroepering achter een duidelijk programma en strategie. Laten we hopen dat Brits Links zich dat realiseert en een manier vindt om het in de praktijk te brengen. Als ze dat doen, kunnen ze zeker de steun terugwinnen die ze op dit moment (en hoogstwaarschijnlijk slechts tijdelijk) verloren hebben. Als duidelijk wordt dat de Tories hun beloften niet zullen nakomen, zal de woede immens zijn en de zoektocht naar een echt alternatief des te groter!