De film Wag the Dog uit 1997 beeldde een poging uit om de aandacht af te leiden van een seksschandaal rond een Amerikaanse president door een oorlog in Albanië in Hollywoodstijl te ensceneren. Het voorspellende  karakter dat de film kort nadat hij uitkwam kreeg – toen Bill Clinton verstrikt raakte in het seksschandaal rond Monica Lewinsky en zich inliet met verschillende militaire avonturen, met als hoogtepunt de oorlog in Kosovo in 1999 – maakte de film tot een onvermijdelijke referentie voor elk geval van een politiek leider die ervan verdacht wordt een grote gebeurtenis te ensceneren om de publieke opinie af te leiden van problemen die hem of haar in verlegenheid brengen (een recente fictieve ‘haar’ is president Orlean in Don’t Look Up).

Het is moeilijk om niet aan de film uit 1997 te denken als je ziet dat de twee westerse leiders die zich in de huidige confrontatie over Oekraïne het hardst opstellen tegenover Moskou, Joe Biden en Boris Johnson, beiden verwikkeld zijn in gênante situaties in eigen land. Biden  ruïneerde zijn reputatie ernstig met zijn spectaculaire mislukking bij het organiseren van de terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan. Hij verloor al het resterende krediet door machteloos te blijken tegenover de rechtervleugel van zijn eigen partij, die zijn sterk afgezwakte economische projecten blokkeerde. Johnson bereikte het dieptepunt van zijn premierschap met het ‘partygate’-schandaal (1)Beschuldigingen van een reeks feesten in de residentie en de kantoren van de premier in Downing Street 10, in strijd met de wettelijk afdwingbare lockdown-regels, die momenteel worden onderzocht door de Metropolitan Police., na een reeks gênante problemen die allemaal voortkwamen uit een duidelijk onvermogen om vast te houden aan principes en de nuchtere waarheid.

Beiden zijn voorstander van een harde houding tegenover Moskou. Het zware hameren van Washington en Londen op de dreigende Russische agressie klinkt bijna als de wens dat de voorspelling zichzelf zal waarmaken. Moskou spot gemakkelijk met hun verklaringen en noemt ze ‘hysterisch’. Hun militaire gebaren zijn armzalig in vergelijking met de concentratie van Russische troepen rond Oekraïne. En juist het overdrijven van de dreigende invasie geeft de Oekraïners het gevoel dat deze standpunten gebakken lucht zijn en dat beide hoofdsteden hebben besloten ze in de steek te laten, omdat ze beloven niet militair betrokken te raken bij het conflict en bovendien hun onderdanen oproepen Oekraïne te verlaten om elk risico dat ze gedwongen worden in te grijpen, te vermijden.

Joe Biden denkt waarschijnlijk dat hij, nadat hij er niet in geslaagd is zich op een lijn te stellen met Roosevelt door een soort New Deal door te drukken, dit kan goedmaken door een soort wereldoorlog te leiden. Boris Johnson, wiens held Winston Churchill is, droomt er waarschijnlijk van om het Britse volk zoiets dramatisch als de ‘bloed, zwoegen, tranen en zweet’-toespraak voor te houden, nadat zijn eerste aan covid gerelateerde poging tot deze exercitie nu een deceptie is geworden.

Voor minister van Buitenlandse Zaken Liz Truss, die op het punt staat Johnson te vervangen voor het geval ‘partygate’ hem uiteindelijk dwingt de handdoek in de ring te gooien: haar held is Margaret Thatcher, wier militaire wapenfeit de Falklandoorlog was. Haar optreden in het Kremlin was bedroevend: ze had werkelijk niets te bieden en haar dreigementen werden door haar Russische tegenhanger minachtend van de hand gewezen. Het belangrijkste van de reis was echter dat Liz Truss ‘een bezoek bracht aan het Rode Plein, gekleed met een bontmuts ondanks het ongebruikelijk warme weer, in een klaarblijkelijke poging om beelden van Margaret Thatcher tijdens een rondreis door Moskou te imiteren’, zoals de correspondenten van de Financial Times opmerkten.

Met dergelijke aandachttrekkerij doet de regering van Boris Johnson haar best om de ‘speciale relatie’ met de Big American Brother, die Tony Blair zo dierbaar was, te bevestigen. Net als bij de invasie in Irak in 2003 keert de regering haar Europese collega’s, Frankrijk en Duitsland, de rug toe om als bijwagen te dienen voor Washington’s vrachtwagen, met meer speelruimte nu het Verenigd Koninkrijk de EU heeft verlaten.

De berekening is dit keer nog kortzichtiger dan in 2003. De Verenigde Staten worden nu veel minder gerespecteerd dan twintig jaar geleden – niet in het minst door de catastrofale mislukking van de twee oorlogen die ze in die periode in Afghanistan en Irak voerden. En Parijs en Berlijn doen er heel verstandig aan enig begrip te tonen voor de veiligheidsbelangen van Moskou, die zeker niet extravagant zijn in vergelijking met die van Washington of van henzelf.

Als tragedies gedoemd zijn zich te herhalen als kluchten, dan is de houding van de elite van Westminster nu inderdaad een kluchtige reproductie van die van 2003. Toen steunden de conservatieven de oorlog van Tony Blair. Nu steunt Blair’s opvolger, Keir Starmer, de uitspraken van de conservatieve regering en probeert hij iedereen te overbluffen door trouw te zweren aan de NAVO. De pretentie van de nieuwe Koude Oorlogsvoerders om de soevereiniteit van Oekraïne te verdedigen door erop aan te dringen de deur voor haar toetreding tot de NAVO open te houden, is pure prietpraat.

De eis van Moskou is niet gericht tot Oekraïne maar tot het Bondgenootschap. Het verbiedt Oekraïne niet om het lidmaatschap van de NAVO aan te vragen; het eist dat het bondgenootschap zelf erkent dat het de grens van zijn oostwaartse expansie heeft bereikt. In 1962 verbood Washington Cuba – waarvan de Verenigde Staten overigens nog steeds een deel van het grondgebied bezetten – niet om Moskou uit te nodigen raketten op het eiland te plaatsen. Het eiste van Moskou dat ze zouden worden verwijderd. Grote mogendheden die elkaar intimideren ten koste van zwakkere landen, die tot onderhandelingstroef worden gereduceerd: dat is de lelijke realiteit van onze mondiale jungle.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Labour Hub. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.

Voetnoten

Voetnoten
1 Beschuldigingen van een reeks feesten in de residentie en de kantoren van de premier in Downing Street 10, in strijd met de wettelijk afdwingbare lockdown-regels, die momenteel worden onderzocht door de Metropolitan Police.