De Italiaanse gezondheidscrisis neemt na drie weken van lockdown nog dramatischer vormen aan. Tot nu toe zijn er geen overtuigende tekenen van beperking van de epidemie: ze heeft op het moment dat we dit schrijven (29 maart 2020) 80.000 mensen getroffen en meer dan 10.000 slachtoffers geëist. Dat zijn tenminste de officiële cijfers. Van alle kanten, ook van de internationale wetenschappelijke gemeenschappen, zoals Nextstrain, is er de hypothese van veel hogere cijfers.

Hoe dan ook, het nationale gezondheidsstelsel is niet langer in staat om adequate zorg voor alle patiënten te garanderen en nog minder om de andere diensten draaiende te houden: een miljoen “normale” operaties zijn uitgesteld.

Hongerprobleem

Het is niet alleen duidelijk dat een reeks maatregelen – zoals het stopzetten van onnodige productie – te laat is genomen, maar zelfs vandaag de dag blijven te veel niet-essentiële bedrijven produceren, waardoor het leven van de werknemers in gevaar wordt gebracht en de verspreiding van de epidemie wordt bevorderd. Alleen al in Lombardije hebben 12.300 bedrijven – die zouden moeten worden gesloten – de prefect gevraagd (dit is een bepaling waarin het decreet voorziet) om de productie te kunnen voortzetten; dit is mogelijk, tenzij deze laatste het bevel geeft om te stoppen.

De toestand van de zorgverleners, die gedwongen worden de ramp onder ogen te zien zonder de juiste uitrusting of persoonlijke beschermingsmiddelen blijft dramatisch. Ze betalen een hoge prijs, met meer dan 6.000 besmettingen en tientallen doden. Maar ook andere werknemers, die werkzaam zijn in essentiële diensten, bevinden zich in een zeer moeilijke situatie: degenen die bijvoorbeeld in supermarkten werken en ook degenen die geen geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen hebben en op plekken werken die niet regelmatig worden gesloten om het mogelijk te maken hun werkplek te desinfecteren.

Waar werknemers in gesloten bedrijven te maken krijgen met een sterke daling van de lonen, omdat ze alleen kunnen profiteren van werkloosheidsuitkeringen, is de toestand van al degenen die in de informele economie werken – of gewerkt hebben – en die nu verstoken zijn van enig inkomen, volstrekt rampzalig. In het Zuiden, waar 13 procent van de bevolking in gezinnen leeft waarin niemand werk heeft, hebben we het over 4 miljoen mensen die op dit moment het risico lopen om te verhongeren. Zozeer zelfs dat de verzoeken om hulp van de Voedselbank exploderen.

Om nog maar te zwijgen van de honderdduizenden migranten, die onmisbaar zijn voor het kweken en oogsten van seizoensfruit en -groenten, die in sloppenwijken leven en enkele euro’s per dag verdienen voor 12-14 uur werk, en voor wie we regularisatie eisen, tot nu toe tevergeefs.

De regering voert een reeks maatregelen in om het “hongerprobleem” aan te pakken; er wordt gesproken over een noodinkomen voor 10 miljoen mensen, maar op dit moment zijn de maatregelen die worden voorbereid bespottelijk. Ze betreffen vooral de inzet van de politie en het leger, om opstanden te voorkomen.

Europa: wie gaat er betalen?

Dan zijn er nog degenen die aan de top staan. Er is de oorlog van de Confindustria en de bazen om de werknemers te laten betalen voor de hele crisis en er is de oorlog tussen de verschillende kapitalismen binnen de Europese Unie, een oorlog die via hun politieke vertegenwoordigers verbale conflicten heeft uitgelokt die tot nu toe ondenkbaar waren.

Italië stelt een gezamenlijk optreden van alle EU-landen voor: het beweert dat de crisis niet van nationale aard is, maar dat ze voortkomt uit een exogeen element, de epidemie, die een eenduidig antwoord vereist, waarbij de oude onbruikbare financiële instrumenten buiten beschouwing worden gelaten en nieuwe worden gedefinieerd. Het stelt een obligatie-uitgifte voor (“Europese Corona Obligaties”), dat wil zeggen een bundeling van deze nieuwe schuld waarvoor alle staten de verantwoordelijkheid moeten nemen.

Nederland en Duitsland wijzen dit voorstel resoluut van de hand, gezien het gebruik van het instrument dat het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) vormt, dat wil zeggen de levering van de befaamde financiële kredieten aan landen in moeilijkheden, onder voorbehoud van de aanvaarding van de niet minder beruchte memoranda van bloed en tranen (zie Griekenland).

Wat duidelijk is, is hoe elk van deze rovers denkt te kunnen profiteren van de tegenslagen van anderen. Bovendien blijft zelfs de door de Italiaanse regering voorgestelde oplossing binnen de financiële logica van de schuld van het kapitalistische systeem, zozeer zelfs dat een leider van de Democratische Partij heeft voorgesteld om aan degenen die inschrijven op de nieuwe obligaties – natuurlijk kapitalisten – het paleis van het Parlement en dat van de regering (en waarom niet Pompeii of Venetië) in het vooruitzicht te stellen!

Daartegenover blijven wij herhalen dat er, om de crisis het hoofd te bieden, een dringende monetaire financiering van het beleid inzake begrotingstekorten nodig is.

Franco Turigliatto, voormalig senator van de PRC, is lid van de leiding van Sinistra Anticapitalista (Antikapitalistisch Links), een van de twee organisaties verbonden met de Vierde Internationale in Italië.