Dave Kellaway interviewde in Istanbul Uraz Aydin, lid van het Centraal Comité van de Arbeiderspartij van Turkije (TIP) over de situatie in Turkije na Erdogans beter dan verwachte succes bij de presidentsverkiezingen van vorig jaar. Uraz werd om politieke redenen door het regime van Erdogan uit zijn functie aan de universiteit gezet. Ze spraken ook over de ontwikkeling van de TIP en de moeilijkheden voor links om zich te organiseren onder een autoritair regime.

Waarom blijft Erdogan winnen? Er zijn problemen met de economie, de aardbeving heeft corruptie aan het licht gebracht, zowel in de bouwkwaliteit van huizen als in de distributie van hulp, en de beperking van de vrijheid van meningsuiting moet toch de oppositie tegen het regime aanwakkeren?

Erdogan heeft zijn machtsbasis kunnen opbouwen door gebruik te maken van de intense polarisatie in de Turkse samenleving. Aan de ene kant hebben we een culturele en religieuze polarisatie en aan de andere kant een sociale, klassenpolarisatie. Na de stichting van de republiek (Kemal Ataturk, 1923), die een sterk seculier aspect had, werden religieuze mensen lange tijd uitgesloten van machtsposities. Hoewel de conservatieve religieuze politieke stromingen overleefden, was de dominante ideologie in de samenleving seculier en stedelijk en sloot die krachten uit. Buiten de steden, op het platteland en onder de armere lagen van de bevolking is het verhaal anders. Daarom hadden de conservatieve, religieuze partijen bij elke verkiezing een basis onder de boerenbevolking en op het platteland. In de steden had je de intellectuelen, de arbeidersklasse, de stedelijke kleinburgerlijke en burgerlijke klassen.

Die conservatieve religieuze partijen daagden altijd de kemalistische republikeinse partij uit. Daarom waren er ook militaire staatsgrepen, zodat die republikeinse/burgerlijke/militaire elite haar macht kon behouden. Maar in 1994 bij de lokale verkiezingen, waaronder die in Istanbul, kwam de islamistische partij van Erdogan heel sterk naar voren. Haar profiel was niet alleen religieus maar ze had ook een sociaal programma. Maar de islamistische partijen werden, zelfs als ze stemmen wonnen en in de regering konden komen, onderdrukt door het leger.

Op een gegeven moment, net na 2000, begreep Erdogan dat er een ander soort partij nodig was die niet meteen zou uitlokken dat het leger ertegen zou optreden. Hij kwam met voorstellen om Turkije lid te laten worden van de Europese Unie en ging de dialoog aan met andere politieke partijen. Het neoliberalisme werd omarmd en hij probeerde zichzelf te profileren als een moderne islamistische partij. In 2002 kwam hij aan de macht nadat de centrumpartijen er niet in waren geslaagd de economische crisis aan te pakken. Sindsdien is hij 22 jaar aan de macht.

Zijn eerste tien jaar waren minder autoritair en hij probeerde elke confrontatie met het leger te vermijden. Vergeet niet dat er internationaal ook een periode van economische groei was, die eindigde in de crash van 2008. De crash kwam in Turkije later. Er was veel geld waar de bourgeoisie blij mee was en hij kon bepaalde maatregelen nemen om de werkende mensen en de armen te helpen. Erdogan heeft echter geen echte welvaartsstaat of sociaal zekerheidsstelsel opgezet ‒ het was meer een systeem van uitdelen. Na 2010 had hij meer problemen met het leger.

Erdogan bouwde dus een electorale basis op aan één kant van de historische polarisatie onder de religieuze geesten, de armen en vooral op het platteland. Zijn partij won veel gemeenteraden en hij gebruikte dat als een doorgeefluik om geld en middelen zoals houtskool uit te delen aan achtergestelde lagen van de samenleving. De partij kon ook het uitdelen van banen bij de lokale overheid gebruiken om haar steun te verstevigen ‒ mensen die stemden zouden weten dat hun banen en aalmoezen afhingen van de herverkiezing van Erdogans partij. Er werden ook niet-gouvernementele organisaties die fronten waren van de regering opgericht om steun te verdelen.

Twintig jaar Erdogan regime heeft nog andere veranderingen met zich meegebracht. De islam wordt niet langer uitgesloten van de openbare instellingen ‒ voorheen was het voor vrouwelijke studenten verboden om hoofddoeken (hijabs) te dragen, maar nu worden ze toegestaan en aangemoedigd. Vandaag de dag is er meer armoede en ontbering, maar dat betekent op zich niet dat de massa Erdogan de rug zal toekeren.

Religieuze ideologie kan dus andere zorgen opheffen of compenseren. Met de aardbeving en de opiniepeilingen dachten we dat Erdogan vorig jaar in de problemen zou komen met de verkiezingen. Maar het liep anders dan voorspeld.

We dachten allemaal hetzelfde. Toen we werden gearresteerd na protesten na de aardbeving, kregen we zelfs van de politieagenten te horen dat ze dachten dat er een einde zou komen aan het regime van Erdogan. Erdogan is veel nationalistischer geworden, rechtser. Eerder was hij gesprekken begonnen met de Koerden over het inwilligen van hun eisen. Dat proces werkte niet en hij maakte een draai naar ultranationalisme. Hij sloot een verbond met de ’traditionele’ fascistische partij van Turkije, de Nationalistische Bewegingspartij (MHP).

Bestaat de mogelijkheid dat bij de komende verkiezingen een nog extremere rechtse stroming Erdogan zal vervangen?

Dat is een mogelijke trend. Erdogans partij is meer een beweging dan een partij. Er is geen echt intern debat ‒ het is de hofhouding van Erdogan. Natuurlijk zijn er veel opportunisten en carrièremakers die de partij van de macht zijn binnengestroomd. Ze moeten zich onderwerpen aan de wil van Erdogan als ze verder willen. Het lijkt een beetje op het stalinistische systeem. De grootstet vleier stijgt het hoogst. Corruptie is ook belangrijk ‒ met Erdogan heb je groen licht voor allerlei speculaties in onroerend goed of andere zaken. In ruil daarvoor krijgt Erdogan een deel van je winst. Hij heeft een deel van de bourgeoisie opgebouwd dat van hem afhankelijk is.

Er zijn niet echt regels of voorschriften meer. Elke beslissing is gebaseerd op de huidige belangen van Erdogan. Dat geldt ook voor het buitenlands beleid. Hij flirt met Poetin, maar kan zich ook uitspreken voor de NAVO. Erdogan werpt zich op als tussenpersoon tussen Oekraïne en Rusland. De overgang naar een multipolair imperialisme en de relatieve achteruitgang van de VS in het Midden-Oosten hebben middelgrote mogendheden zoals Turkije meer mogelijkheden gegeven om autonoom op te treden. Erdogan maakt optimaal gebruik van die nieuwe voordelige internationale situatie en voert een agressiever buitenlands beleid.

De burgerlijke oppositie tegen Erdogan is erg verdeeld. Bestaat er een mogelijkheid van een militaire staatsgreep in de toekomst als er een patstelling ontstaat of een vacuüm in het burgerlijke leiderschap?

Niets is zeker, maar ook het leger heeft zich ondergeschikt gemaakt aan Erdogan. We hebben een couppoging gehad in 2016, georkestreerd door een andere islamistische groep die zijn voormalige bondgenoten waren. Die groep was geïnfiltreerd in bepaalde posities binnen de staat. Het was een echte staatsgreep ‒ niet iets dat de hele tijd door Erdogan was gemanipuleerd. Maar het is mogelijk dat hij het een beetje heeft laten ontwikkelen zonder in te grijpen om meer te halen uit de mislukking.

Kunnen we het even hebben over jouw partij, de Turkse Arbeiderspartij (TIP), want zelfs met het succes van Erdogan in de verkiezingen van 2023 wisten jullie 1,7 procent van de stemmen te winnen en 4 parlementsleden te behouden. Als je die resultaten bekijkt in de context van de prestaties van andere radicaal linkse partijen in Europa ‒ er zitten bijvoorbeeld geen linkse parlementsleden meer in het Italiaanse parlement ‒ is dat niet zo slecht voor een partij die zichzelf marxistisch noemt.

Een van de parlementsleden op onze lijst, Can Atalay, zit nog steeds in de gevangenis. We hadden al 4 parlementsleden in het vorige parlement en we werkten samen in een coalitie met de Koerdische partijen die een belangrijke electorale en sociale basis hebben. De TIP heeft een zeer strijdlustige aanpak in tegenstelling tot de officiële linkse oppositie en kreeg steun van mensen die wilden vechten tegen de AKP-partij van Erdogan. De partij is heel snel gegroeid, toen ik twee jaar geleden lid werd, had ze 6.000 leden, nu zijn dat er 43.000 en in januari 2023 waren het er 10.000, dus we hebben ons ledental in een paar maanden tijd verviervoudigd. Er waren drie stappen.

Eerst maakte een van onze parlementsleden een YouTube-video waarin hem door een vijandig publiek verschillende vragen werden gesteld over rechts, links, de Koerden en het marxisme en hij antwoordde heel effectief ‒ dat hielp ons om duizenden nieuwe leden te winnen. We konden al die aanmeldingen nauwelijks aan.

Verder hadden we de aardbeving en onze kameraden reageerden heel snel, de hele organisatie richtte zich op de taak van het mobiliseren van burgers om de mensen die lijden in die regio te ondersteunen. TİP was in staat om een zeer effectieve wederzijdse hulp- en solidariteitsorganisatie te mobiliseren in het licht van de aardbevingsramp. Honderden vrachtwagens werden georganiseerd. Mensen zagen dat ze ons konden vertrouwen toen we hielpen met het organiseren van essentiële voorraden voor het gebied. We werden niet als corrupt gezien. Zelfs sommige burgerlijke organisaties stuurden spullen via ons.

Ook trok de mobilisatie rond onze verkiezingscampagne nog meer mensen naar ons toe. Maar met de overwinning van Erdogan was er een algemene demoralisatie van de hele oppositie en dat heeft ook ons getroffen. We hebben misschien nog steeds 40.000 leden, maar realistisch gezien hebben we op dit moment ongeveer tienduizend activisten. Mensen hebben niet per se de partij verlaten, maar ze zijn inactief geworden en kunnen opnieuw worden gemobiliseerd. Het interessante aan de uitslag was dat we niet alleen stemmen hebben gewonnen onder de stedelijke, seculiere, hoogopgeleide delen van de bevolking waar we dat verwachtten, maar dat we ook stemmen zijn gaan winnen waar de AKP sterk staat. We hebben het over een paar procent, maar dat is iets nieuws voor ons. We beginnen door te breken met een lijn die gericht is op de belangen van de arbeidersklasse in plaats van een scheidslijn te trekken op religieuze of culturele basis.

De presidentsverkiezingen werden tegelijkertijd met de parlementsverkiezingen gehouden en we zagen dat mensen hun stemmen verdeelden tussen ons bij de parlementsverkiezingen en Erdogan voor de president. Die mensen zagen Erdogan dus nog steeds als de grote vaderfiguur, de ‘Reis’, maar zagen dat wij nuttig konden zijn bij het verdedigen van hun belangen. Dat is nieuw. Links moet de starheid van de polarisatie tussen seculiere, nationalistische en religieuze identiteiten overwinnen. De huidige politieke polarisatie in Turkije is niet gebaseerd op klasse. Zoals ik al eerder zei, is het een polarisatie die zich voornamelijk op een culturele basis heeft ontwikkeld. De TİP wil die polarisatie transformeren met een nieuwe en in wezen op klasse gebaseerde politieke polarisatie.

Ziet de TIP zichzelf als de links-populistische stromingen zoals Podemos of Syriza die linkse massapartijen bouwen?

Niet echt, want de TIP is ontstaan uit een breuk binnen de Turkse Communistische Partij, die nogal stalinistisch en nationalistisch was. De splitsing ging deels over de houding ten opzichte van de Koerdische kwestie. De afsplitsers zijn ook opener over feminisme en LHBT+. De leidende ideologie is marxistisch. De publicatie wordt communistisch genoemd. De partij was betrokken bij de opstand rond het Gezi-park in 2013, toen mensen ‒ ondanks brute repressie door de staat ‒ tegenhielden dat speculanten die openbare groene ruimte overnamen. Verschillende stromingen die bij die campagne betrokken waren kwamen bij de nieuwe partij, met name de jongeren.

Tegenwoordig is het echter moeilijk om jongeren te organiseren ‒ op de middelbare scholen is het erg repressief en universiteitsstudenten kunnen geen vakbonden organiseren, ze wonen thuis omdat de huren zo hoog zijn en moeten meestal werken om hun studie te financieren. Het studentenleven zoals wij dat kenden bestaat nu niet zo veel meer. We trekken dus eerder dertigers aan.

Hebben jullie een probleem van het type Iglesias (Podemos) in de partij, waar de belangrijkste leider(s) met een groot mediaprofiel kunnen domineren en de interne democratie van de partij omzeilen?

Nee, niet echt. Onze parlementsleden zijn erg bekend vanwege hun radicale interventies in het parlement en natuurlijk is de leider (de ‘voorzitter’) van de TIP, Erkan Baş, een belangrijke politieke figuur. Maar we kunnen niet zeggen dat er een dominantie van de leider is, het is meer een collectief politiek leiderschap. We moeten niet vergeten dat de TIP, in tegenstelling tot Podemos, voortkomt uit een revolutionaire traditie, uit de bolsjewistische traditie. Dus de structuur van de partij is gebaseerd op comités (centraal, regionaal, lokaal…). Overigens was de interne democratie, zelfs in de leninistisch-trotskistische traditie, verre van perfect. De interne democratie is een mechanisme dat je moet veroveren, met intern debat natuurlijk, maar ook met concrete ervaringen.

Ik denk dat het belangrijk is om de TIP op te bouwen, omdat het op dit moment het beste instrument is om de strijd voor een socialistisch alternatief in Turkije voort te zetten. Binnen de partij weten de mensen dat ik uit een andere politieke traditie kom dan zij, maar ik heb een aantal leiderschapsrollen op me kunnen nemen ‒ ik ben bijvoorbeeld de secretaris van de partij in een belangrijk gebied in Istanbul en er zijn verschillende standpunten in het centraal comité.

Een positieve benadering van de TIP is om niet alleen te proberen nieuwe leden en steun te winnen bij de seculiere, niet-religieuze sectoren, de goed opgeleide jongeren en intellectuelen, maar ook om de basis van de meer religieus georiënteerde arbeidersklasse en armen te bereiken door te werken rond de eisen van de arbeidersklasse.

Die scheidslijnen tussen verschillende sectoren van de arbeidersklasse ‒ tussen afgestudeerden en niet-afgestudeerden, tussen de grote steden en de kleinere steden of meer landelijke gebieden ‒ bestaan ook in Europese landen. In Groot-Brittannië zagen we dat met Brexit, in Frankrijk met de Gele Hesjes-beweging. Dus hoe je die verdeeldheid overwint, is strategisch heel belangrijk.

Ja, daar ben ik het mee eens. Zelfs in Istanboel zijn er grote verschillen tussen sommige voorsteden die erg arbeidersklasse maar meer conservatief en religieus zijn, en de meer centrale gebieden waar meer jongeren, intellectuelen en progressieven wonen.

Hoe zit het hier met de solidariteit met de Palestijnen? We zagen de briljante multimediatentoonstelling op het Taksimplein met gedigitaliseerde kunstwerken van Palestijnse kinderen die door de overheid worden gefinancierd.

Hier hebben we in mijn afdeling een tachtigtal opzeggingen gehad toen we het recht steunden om weerstand te bieden tegen de Israëlische bezetting. Activisten die strijden tegen het islamisme van de AKP zien Hamas als een soortgelijk probleem. We identificeerden ons natuurlijk niet met de politieke lijn van Hamas, maar het was controversieel voor ons. Hier is het natuurlijk de eerste keer dat de regering Erdogan massademonstraties steunt. We kunnen ervan profiteren om onze solidariteitsdemonstraties of blokken in demonstraties te organiseren.

Hoewel de regering van Erdogan beweert dat ze aan de kant van het Palestijnse volk staat, is dat niet de realiteit. Terwijl de koloniale agressie van Israël op volle snelheid doorgaat, blijven de handelsbetrekkingen van Turkije met Israël zich ontwikkelen. Afgezien van enkele verbale verklaringen heeft de Turkse regering geen enkele concrete solidariteit getoond met het Palestijnse volk. Die situatie roept bezwaren op bij de aanhang van Erdoğan. Ik vind dat socialisten naar die bezwaren moeten luisteren en de leiding moeten nemen van de solidariteitsbeweging met het Palestijnse volk.

Links kan hier stemmen winnen, maar het is moeilijk om vele duizenden op straat te mobiliseren ‒ de repressie door de jaren heen heeft dat moeilijk gemaakt. Om een voorbeeld te geven: tachtig van onze activisten (en ik ben een van hen) stonden vorige week terecht omdat ze hadden geprotesteerd tegen de corruptie rond de distributie van tenten aan het aardbevingsgebied. De Rode Halve Maan had tenten verkocht aan niet-gouvernementele organisaties. De politie had ons protest aangevallen, wat tegenwoordig de norm is.

Kun je ons iets vertellen over Can Atalay, het parlementslid dat nog steeds niet uit de gevangenis is vrijgelaten?

Ik ken Can al vele jaren. Hij is advocaat en was een van de woordvoerders van de Gezi Park-campagne. Hij verdedigde ook mensen over arbeidswetten en veiligheidskwesties. Hij werd veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf voor zijn rol in de Gezipark-campagne. We hebben hem als onafhankelijke kandidaat op de TIP-lijst gezet. Na zijn verkiezing heeft de staat actie ondernomen om zijn parlementaire immuniteit op te heffen.

Verschillende rechtbanken op verschillende niveaus hebben verschillende uitspraken gedaan. Het constitutionele hof zei dat hij vrijgelaten moest worden, maar een lager gerechtshof zei vervolgens het tegenovergestelde. Maar hij blijft in de gevangenis. We noemen het een constitutionele staatsgreep omdat het lagere hof het hogere hof tegensprak. We kunnen nu dus spreken van een staatscrisis rond de legitimiteit van de grondwet.

Amnesty International informatie en campagne voor Can Atalay hier.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op International Viewpoint. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.