Hieronder volgt een gezamenlijke verklaring van georganiseerde studenten van de universiteiten van Teheran en Allameh, die op 7 december, de dag van de manifestatie van studenten van de universiteit werd voorgelezen en daarna gepubliceerd.

Iran heeft medio november 2019 ongeveer een week lang een massale opstand meegemaakt. Deze opstand was in feite een wijdverbreide en enorme revolutionaire golf die tot doel had het kapitalistische en theocratische politieke en economische systeem in Iran te ontmantelen. Twee jaar geleden, in december 2017-2018, waren er in  het hele land ook  massademonstraties, maar dit jaar was de reikwijdte van de protesten veel breder, evenals de repressie, het geweld en de moordpartijen van de regering.

Tijdens de demonstraties in november blokkeerde de regering het internet om de opstand – die meer dan 500 mensen het leven kostte en waarbij minstens 2.500 mensen gewond raakten en 9.000 mensen gearresteerd werden – onzichtbaar te maken. Veel linkse activisten en studenten werden gearresteerd. Sommigen zitten nog steeds in de gevangenis en hun situatie is onbekend. De arbeidersklasse stond in de voorhoede van de demonstraties en de meerderheid van de gesneuvelden kwam uit deze klasse.

Op 7 december, ter gelegenheid van de Studentendag, kondigden Iraanse universitaire activisten een solidariteitsbetuiging aan met de strijd van het Iraanse volk en ook in solidariteit met de massademonstraties tegen het kapitalisme in Chili, Libanon, Irak en elders. De afgelopen vijf jaar hebben studentenvakbonden campagne gevoerd tegen het bezuinigingsbeleid van de universiteit en tegen de uitbuiting en onderdrukking van de Iraanse arbeidersklasse.

Verklaring

Hier en nu, op één van de belangrijkste historische momenten die we ooit hebben meegemaakt, hebben de massa’s in de verschillende delen van de wereld zich uitgesproken tegen de onderdrukking door het kapitalistische systeem. In minder dan twee jaar tijd hebben zich in Iran opnieuw massale onlusten voorgedaan. De opeenstapeling van tegenstrijdigheden en het onvermogen van het huidige kapitalistische theocratische regime heeft geleid tot vele opstanden, waaronder de opstand van januari 2018. Eerdere bloedige repressie is er niet in geslaagd om het vuur van de woede van de onderdrukten te blussen en de resterende vlammen van 2018 zijn weer opgelaaid door de stijging van de brandstofprijzen – ditmaal in november 2019. De omvang en intensiteit van de demonstraties zijn toegenomen, evenals de omvang en intensiteit van de repressie.

Terwijl de media zwegen en het internet was afgesloten vond er een bloedige onderdrukking plaats: van de rietvelden van Mahshahr tot in de steegjes van Koerdistan, de buitenwijken van Shiraz, de woestijnen van Sistan en de straten van Teheran, met veel doden tot gevolg. Maar wij zijn op dit kritieke moment, gewond door de vreselijke zweepslagen van onderdrukking en uitbuiting, geen passieve waarnemers en zullen dat ook niet worden.

We horen de geluiden van deze zweepslagen al jaren evenals de kreten van de massa. Maar we zijn nog niet gewend aan dit orkest van geluiden, met hun verschillende frequenties in de geschiedenis. Iedereen hoorde het geluid van onderdrukking en het gebrul van onderdrukten, zelfs van degenen waarvan de belangen werden genegeerd. De mislukte pogingen van hervormingsgezinden, conservatieven, monarchisten, enzovoort, om deze stemmen in te palmen, te verdraaien en te ontkennen, bevestigen deze constatering alleen maar.

Met de intensivering van de tegenstellingen in het huidige wereldkapitalistische systeem, neemt de onderdrukking van de massa’s in verschillende delen van de wereld toe. De huidige regering is er, in al haar vormen en gedaanten, in geslaagd de macht te grijpen door deze tegenstellingen te gebruiken. Door te proberen deze voor eigen gewin uit te buiten, heeft de staat ingegrepen in verwoestende conflicten in de regio, door zijn wapens over Irak, Syrië, Libanon en Jemen te verspreiden. De verstrengeling van dominante imperialistische landen en het Iraanse regime in de regio heeft de onderdrukking en uitbuiting van de massa’s in de regio alleen maar vergroot. Zo blijft elke voorgestelde hervormingsgezinde oplossing, met behoud van het kader van het kapitalistische systeem, zowel op nationaal als internationaal niveau, de uitbuiting en repressie in verschillende vormen reproduceren.

Wij benadrukken, met behoud van de afstand tussen de twee polen, het gemeenschappelijke lot van de Iraanse massa’s en alle andere werkende klassen in de wereld – van Chili tot Irak, Syrië en Libanon. Wij verdedigen hun legitieme protesten en zullen onze strijd voor hun belangen voortzetten.

De huidige staat heeft de modernste vorm van uitbuiting kunnen koppelen aan oudere vormen van onderdrukking. We hebben te maken met een staat waarvan de rechtsregels worden beïnvloed door de dominante religieuze ideologie. De onderdrukking van religieuze minderheden (christenen, soennieten, derwisjenaars, et cetera) is geworteld in deze wetten. Wij verdedigen de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van geloof en religie en bevestigen onze solidariteit met de legitieme eisen en de strijd voor massale bevrijding.

Gendertegenstellingen die een inherente tegenstelling in het kapitalistische systeem zijn, krijgen specifieke kenmerken door het ideologische kader van de macht in Iran.

Wij zijn ons bewust van het belang van de strijd voor de emancipatie van vrouwen om een samenleving zonder onderdrukking en uitbuiting op te bouwen, en wij zijn van mening dat alle traditionele en moderne vormen van onderdrukking van vrouwen uiteindelijk leiden tot de reproductie van het kapitalisme en zijn voortbestaan. Deze onderdrukking is een van de meest fundamentele pijlers van de dominante ideologie en speelt een beslissende rol bij de vorming van de heersende staat. De mechanismen van deze ideologie zijn het controleren en ondergeschikt maken van vrouwen overal, in instellingen, van het gezin tot de universiteit, op het werk en op straat.

Tijdens al hun protesten in de afgelopen decennia – van de vrouwenbijeenkomst in maart 1979 tot de studentenbijeenkomst tegen de verplichte hijab (hoofddoek) in mei 2019 – hebben vrouwen, met behoud van afstand tot de conservatieve oppositie, niet gezwegen over deze tirannie. Parallel aan deze strijd, hebben wij de brullende woede van vrouwen voor echte emancipatie gehoord en herhalen we onze solidariteit in de strijd tegen de verdere ‘integratie van religie en bestuur’ en alle vormen van patriarchaat.

Bovendien hebben de nationale tegenstellingen in de afgelopen jaren tot een kritiek punt geleid, dat met name van belang is in de recente strijd. Mensen uit verschillende delen van Iran hebben in deze strijd moedig gevochten: Arabieren, Turken, Lors, Baluchi’s, Koerden, Turkmenen en andere etnische groepen leven onder onderdrukking, werkloosheid en armoede. Dit is alleen maar erger geworden, aangezien de meest voor de hand liggende culturele en sociale eisen van deze mensen ernstig worden onderdrukt. Terwijl wij de strijd van de etnische minderheden krachtig verdedigen, verklaren we dat wij ons verzetten tegen alle vormen van nationalisme en proberen wij zo hun legitieme strijd te koppelen aan de bevrijding van de massa.

Samenvattend: we hebben twee turbulente jaren achter de rug, waarin we van januari 2018 tot november 2019 getuige zijn geweest van een toenemende uitbreiding  van de repressie en uitbuiting. In de jaren tot januari 2018 werd de crisis die inherent is aan het bestaande systeem versneld en leidde  tot de reactie van verschillende onderdrukte groepen, die we zagen bij  algemene demonstraties en stakingen van de arbeiders vanaf 2011. De solidariteit van de arbeidersbeweging en de protesten van de boeren, leraren, studenten en ‘Meisjes van de Straat van de Revolutie’ (tegen de verplichte sluier), zijn van  bijzonder belang geweest voor januari 2018.

Al deze tegenstrijdigheden vormen samen de integrale staat. Deze tegenstrijdigheden zijn noch mogelijkheden, noch arbitrair – het zijn de essentiële voorwaarden waarop het bestaan van de huidige staat is gebaseerd. Gevangenissen zijn de meest gewelddadige vorm van repressie. Vandaag de dag zijn gevangenissen de thuishaven van een groot aantal verschillende politieke gevangenen, maar ook van: studentenvakbondsactivisten, vrouwenrechtenactivisten, kinderrechtenactivisten, milieuactivisten, leraren, vakbondsactivisten, Arabische politieke activisten, Baloch, Koerden, religieuze minderhedenactivisten en andere politieke activisten. Bovendien zijn meer dan zevenduizend mensen die de rellen van november 2019 hebben geleid, gevangen gezet vanwege hun strijd voor gelijkheid en vrijheid. Wij veroordelen de onderdrukking en arrestatie van alle politieke activisten en eisen de vrijlating van alle politieke gevangenen.

Ondertussen is de rol van de universiteit cruciaal. De universiteit is in de loop der jaren een instelling geworden die de status-quo wil reproduceren en stabiliseren en een instelling die de afgelopen decennia heeft getracht het studentenverzet weg te nemen. Massale arrestaties en zware gerechtelijke veroordelingen van studenten in de jaren 2010, gelijkgeschakelde instellingen, disciplinaire regels, studenten met een sterretje (studenten die politiek onbetrouwbaar of ongewenst worden geacht door de veiligheidsdiensten van de Islamitische Republiek) en de ontzegging van de rechten van studenten, intimidatie van leden van de studentenvakbond en hun gezinnen door veiligheidsdiensten en de academische arm van de veiligheidsdiensten, de universiteitswacht, zijn voorbeelden van deze inspanningen. Dit jaar hebben we opnieuw voorbeelden gezien van een gebrek aan universitaire autonomie en hun openlijke samenwerking met de veiligheidsdiensten.

Sommige studenten werden gearresteerd met medewerking van wetshandhavings- en veiligheidsbeambten, waarbij verschillende technieken werden gebruikt, zoals de arrestatie in studentenwoningen of het gebruik van een ambulance (als voertuig voor gevangenentransport). Bovendien onthulden pogingen van universiteitsambtenaren en veiligheidsagenten om de families van studenten te intimideren tegen een rechtszaak en het toedienen van Taser-schokken aan een vakbondsstudent van de Universiteit van Teheran die gearresteerd werd, het hoogste niveau van deze vuile samenwerking.

Ondertussen weerspiegelt het voortdurende stilzwijgen van hoogleraren een systematische repressie in de afgelopen decennia. Door hun rol te reduceren tot het reproduceren van de dominante ideologie en de status quo te handhaven, hebben ze al hun sociaal-politieke missie verloren. Wij verklaren dat het stilzwijgen van de professoren naar onze mening geen ander doel heeft dan duidelijk samen te werken met het systeem om de massa’s en studenten te onderdrukken; en we zullen niet zwijgen ten aanzien van deze samenwerking. Net als de andere onafhankelijke bewegingen in de afgelopen decennia, heeft de onafhankelijke studentenbeweging sinds 2010 vooruitgang geboekt en zich verzet tegen de krachten die willen dat de academische instelling een ideologische instelling wordt die de status quo reproduceert.

Wij en onze gearresteerde kameraden zijn, net als vele anderen, nog steeds vastbesloten om niet alleen de uitgebuite massa’s te steunen, maar ook om onze boodschap aan de samenleving over te brengen. De reactie van de repressieve krachten was dwang, intimidatie en repressie. Ze maken ons voortdurend bang voor de mogelijke gevolgen van onze acties, maar de verpletterende machine kon noch de straat, noch de universiteit blokkeren. Laten we deze keer duidelijk zijn: wij vergeten het bloed op straat niet. Wij beloven dit aan de martelaren en aan hun moordenaars.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Europe Solidaire Sans Frontières. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.