Met de aanhoudende massale protesten tegen de wet op het anti-moslim burgerschap van Modi, ziet India eindelijk een echte uitdaging van het rechtse hindoeïstische nationalisme.

In de afgelopen weken waren er in heel India protesten, misschien wel de omvangrijkste uitdaging voor de regering-Modi sinds die in 2014 aan de macht kwam. De staat heeft met bruut geweld gereageerd, waarbij door politiegeweld gericht tegen demonstranten inmiddels tientallen doden zijn gevallen. De vonk voor de protesten was de goedkeuring van de Citizenship Amendment Act (CAA, Wet tot wijziging van het staatsburgerschap), die door Modi’s Bharatiya Janata Party (BJP) door het Indiase parlement werd geduwd. De wet introduceert discriminerende religieuze kwalificaties in de burgerschapswetten.

Achin Vanaik is betrokken bij de protesten in Delhi en schrijft al tientallen jaren over zowel Indiaas rechts als Indiaas links. Thomas Crowley sprak met Vanaik voor Jacobin.

Kunt u om te beginnen een kort overzicht geven van de CAA?

De wet maakt een snelle naturalisatie van bepaalde mensen mogelijk, onder het mom dat ze vervolgde minderheden uit drie naburige staten zijn, allemaal islamitisch: Afghanistan, Bangladesh en Pakistan. En de wet sluit heel expliciet moslims uit. Door moslims uit te sluiten, worden Hazaras, Baluchis en Ahmadiyyas – moslimsekten die ook binnen Afghanistan en Pakistan worden vervolgd – uitgesloten. Opvallend is ook dat er een aantal vervolgde minderheden in andere naburige staten zijn die niet onder de voorwaarden van de wet vallen, bijvoorbeeld Rohingyas. Dit is dus duidelijk een bewust onderscheid tussen moslim- en niet-moslimminderheden en het bevorderen van het idee dat India het ‘natuurlijke’ thuisland van hindoes is.

Hoe verhoudt deze wet zich tot bredere debatten en ontwikkelingen rond burgerschap in India?

De wet is de opstap – en dat is heel duidelijk, want zo is het aangekondigd – voor een Bevolkingsregister op landelijk niveau (NRC). Zoiets is helemaal niet nodig. In tegenstelling tot de tienjaarlijkse volkstelling moet je voor het landelijke Bevolkingsregister je staatsburgerschap bewijzen aan de hand van een zeer beperkte lijst documenten. Daarmee komt de bewijslast dat men staatsburger is niet meer bij de aanklager, niet bij de overheid, maar bij de betrokken persoon te liggen. Wat nu, als je niet in staat bent om dat te bewijzen? Bijvoorbeeld: de meeste geboorten zijn thuis, niet in ziekenhuizen, en in dergelijke huishoudens zijn er geen geboorteaktes. Iedereen die geen moslim is, kan ervoor kiezen om onder de nieuwe wet ‘vervolgd’ te worden en kan dan snel genaturaliseerd worden. En wat gebeurt er met moslims? Die zullen naar detentiecentra worden gestuurd. Dat is het doel.

Ik wil erop wijzen dat de Duitse Rijkswet op het Burgerschap van 1935 eerst het staatsburgerschap van Duitse joden heeft afgenomen en hen vervolgens naar concentratiekampen heeft gestuurd. En het gebeurde in 1982 in Myanmar. Rohingya’s werden uitgesloten van het staatsburgerschap. Dit maakt dus echt deel uit van een systematische poging om moslims uit te sluiten. Ze zullen niet worden uitgezet, omdat de naburige staten ze niet zullen accepteren. Dus wat gaat er met hen gebeuren? Ze zullen in detentiecentra geplaatst worden. En er worden al detentiecentra opgezet in verschillende delen van het land.

Het NRC is al geïmplementeerd in één staat, in Assam. Daar bleek dat in een staat met drieëndertig miljoen inwoners, aanvankelijk vier miljoen mensen niet de vereiste documenten hadden. Dat aantal werd na verloop van tijd gereduceerd, maar het was nog steeds bijna twee miljoen. De mensen die al in detentiecentra zitten hebben zwaar geleden. Sommigen hebben zelfmoord gepleegd. Er is van alles gebeurd. En  wat er zeker zal gebeuren, gezien de enorme aantallen die waarschijnlijk zijn met de invoering van NRC in heel India, is dat een deel van hen in detentiecentra geplaatst zal worden. Maar van degenen die niet in detentiecentra zitten, zullen allerlei rechten worden ontnomen: het recht om te stemmen, het recht om land of eigendom te bezitten. Met andere woorden, een systematische poging om ze terug te brengen tot tweederangsburgers. Dat is duidelijk het plan.

Hoe hebben de protesten tegen de CAA en NRC zich ontwikkeld?

Er is grote onrust ontstaan over de wetten, in drie categorieën. Eerst protesteerden er veel moslims. Vervolgens waren er veel andere mensen die zich grote zorgen maakten over deze schending van het seculiere beginsel dat rechten niet mogen worden gekoppeld aan één bepaalde godsdienst. En tot slot is er een groot deel van het noordoosten, in de staat Assam, dat protesteert om redenen die een positieve en een negatieve dimensie hebben.

De positieve dimensie is dat, voor zover je een groot aantal niet-moslims hebt die het protest steunen, het in ieder geval overkomt dat niet alleen een kleine minderheid van zogenaamde seculiere mensen en moslims zich ertegen verzet, maar ook een heel groot aantal hindoes en anderen. Het negatieve aspect is een regionaal chauvinisme dat ook verband houdt met de zorgen van het noordoosten over migranten uit andere delen van India, vooral uit West-Bengalen.

Wat de huidige demonstraties betreft, deze worden door het hele land heen geleid door studenten. En je ziet dat er met name op twee universiteiten veel geweld is gebruikt tegen studenten: de Jamia Millia Islamia University en de Aligarh Muslim University (AMU). Dit zijn nu de zogenaamde minderheidsonderwijsinstellingen. Deze instellingen zijn historisch gezien opgericht om religieuze minderheden, voornamelijk christenen en moslims, in staat te stellen een tertiaire opleiding te volgen en hun toestand te verbeteren. Ze hebben een veel groter aandeel van respectievelijk moslims en christenen, maar ze staan, net als alle universiteiten, open voor iedereen.

Zo zal bijvoorbeeld op de AMU en de Jamia misschien 40 procent van de studenten moslim zijn (terwijl moslims 14 procent van de totale bevolking uitmaken), maar 60 procent van de studenten is niet-moslim en de meerderheid van het personeel en de professoren aan deze universiteiten is ook niet-moslim. Er waren studenten – zowel moslim- als niet-moslimstudenten – aan deze twee universiteiten, maar ook aan andere universiteiten, die zich tegen de wet en tegen het NRC keerden. Maar de repressie die vooral op deze twee universiteiten is uitgeoefend, omdat het moslim-minderheidsonderwijsinstellingen zijn, is veel groter dan de repressie die je op andere universiteiten in het hele land hebt gezien. Dus de studenten protesteren hiertegen.

Het feit dat jonge mensen in India, studenten en anderen, op deze manier in opstand komen, geeft mij enige hoop, want electoraal gezien, in tegenstelling tot het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, hebben mensen in de leeftijdsgroep van achttien tot vierentwintig jaar onevenredig veel op de BJP gestemd.

Waarom zijn de protesten nu tot uitbarsting gekomen, terwijl we een dergelijke reactie op de voortdurende onderdrukking in Kasjmir niet hebben gezien?

Wat er in het geval van Kasjmir is gebeurd, is dat de woede in feite beperkt bleef tot Kasjmir. Je had niet de volkswoede die je nu hebt. In feite ging het bij de Congrespartij en zelfs bij de grote linkse partijen in hun verzet tegen de nietigverklaring van artikel 370 niet zozeer om het feit van de nietigverklaring zelf, maar om de manier waarop dat gebeurde. De Congrespartij heeft immers een hele geschiedenis, ruim voor de BJP, van het ongrondwettelijk en beschamend uithollen van de autonomie die aanvankelijk aan de Kasjmirvallei werd gegeven en beloofd.

De huidige protesten zijn daarentegen overal. Het is niet lokaal beperkt. En het is geen uitbarsting die is veroorzaakt door politieke partijen, maar door studenten van verschillende universiteiten waar andere demonstranten zich vervolgens bij hebben aangesloten. Er is een duidelijke erkenning dat de regering er echt op uit is om moslims aan te vallen.

Omdat deze regering ook vastbesloten is om alle andere politieke partijen uit te schakelen of ondergeschikt te maken, realiseren de andere partijen zich dat ze zich voor hun eigen voortbestaan moeten verzetten tegen de BJP. Hun motieven zijn dus niet zuiver, maar ze erkennen wel dat ze dat voor hun eigen bestwil moeten doen. Interessant is dus dat een aantal BJP-geallieerde partijen, die de CAA steunden, nu zeggen dat ze niet voor de NRC zijn.

In uw vorige boek in de jaren negentig, was u op uw hoede om het hindoe-nationalisme van de BJP te beschrijven als fascisme, al merkte u op dat het zeker fascistische neigingen had. Wat is er sindsdien veranderd? Is de BJP van een potentieel fascistische naar een feitelijke fascistische formatie gegaan?

De Indiase linkerzijde heeft lange tijd gedebatteerd over het fascistische karakter van deze beweging, die duidelijk een extreemrechtse beweging is. Er waren liberale wetenschappers die zeiden dat India zoals bekend een heel divers land is, en als je echt in het centrum van de macht wilt komen, je je moet matigen. Deze opvatting betekent dus dat er altijd druk is om extreemlinkse en extreemrechtse krachten te matigen, om naar het centrum toe te bewegen – iets wat ik lang heb afgewezen. Ik heb gezegd dat wat er eigenlijk is gebeurd, is dat uiterst rechts het zwaartepunt van de Indiase politiek naar rechts heeft getrokken.

De theoretische vraag is: wat versta je onder fascisme? Begrijp je het als een organisme, of als een proces? Ik ben altijd van mening geweest, gebaseerd op linkse begripstradities, dat het een proces is, het is iets in beweging. Er is altijd een fascistisch potentieel. En het hoogtepunt van het fascistische potentieel zou de fascistische staat zijn. En de fascistische staat is een van de meest klasse-autonome vormen. Je hebt dan een extreem gecentraliseerde en autonome staat. Het is een eenpartij-dictatuur die niets te maken heeft met democratie, een imperialistisch karakter, enzovoort.

Veel mensen maakten zich zorgen over een fascistische staat toen de BJP in de jaren negentig voor het eerst aan de macht kwam. Maar ik herinner me dat ik heel duidelijk heb gezegd dat, zelfs als ze aan de macht komt, de democratische staat niet verloren zal gaan. Nu erkennen de meeste mensen dat er geen sprake zal zijn van een volledige eliminatie van de democratie. In plaats daarvan zal er een dramatische uitholling van de democratie plaatsvinden, wat betekent dat je verkiezingen zult blijven houden omdat ze legitimiteit bieden aan veel extreemrechtse krachten, enzovoort.

Dus ik denk dat je niet te veel aandacht moet besteden aan het debat over fascisme. Het is genoeg om te erkennen dat dit een zeer gevaarlijke kracht is met fascistische kenmerken en het belangrijkste is om niet te veel vast te zitten aan theoretische verschillen. Veel belangrijker zijn de programmatische verschillen die kunnen voortvloeien uit theoretische meningsverschillen.

En wat ik daarmee bedoel is: is er een rechte lijn van zeggen dat het fascistisch is naar een programmatische uitspraak over hoe het te bestrijden? Je zal vinden dat er geen rechte lijn is. Dus ik denk dat je je hier niet te veel mee bezig moet houden, maar dat je het belang moet inzien van overeenstemming over het langetermijnperspectief van hoe te vechten, en dat je ook moet begrijpen dat dit in vergelijking met elke andere extreemrechtse kracht, waar ook ter wereld, de machtigste en gevaarlijkste is. Mag ik even uitleggen waarom dat zo is?

Ja, dat zou geweldig zijn. Hoe zou u de BJP en andere hindoe-nationalistische organisaties – met name het Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS) – positioneren in termen van andere wereldwijde rechtse krachten?

Ten eerste, in tegenstelling tot de Marine Le Pens, de Dutertes en de Bolsonaros van jullie, is dit een beweging die al meer dan negentig jaar onafgebroken bestaat. Ik heb het hier niet alleen over de BJP of de RSS, maar over de hele groep van hindoe-nationalistische organisaties die deel uitmaken van wat in India de Sangh Parivar, de familie van de Sangh, wordt genoemd. Welke andere extreemrechtse macht waar ook ter wereld kan dit zeggen?

Nummer twee: de Sangh Parivar heeft de breedste en diepste inplanting in de poriën van de Indiase samenleving. Er zijn meer dan achthonderd NGO’s die allerlei soorten werk doen. Er zijn 36 aangesloten organisaties en vier pan-Indiase organisaties: de RSS, BJP, VHP (World Hindu Council) en Bajrang Dal (lompenaanvalskracht). En zo kan ik nog wel even doorgaan. Er zijn miljoenen kaders en activisten en noem maar op. De organisaties krijgen hun loyaliteit niet alleen vanwege mensen die hun ideologie accepteren, maar ook omdat ze allerlei andere dingen doen in termen van het voldoen aan de basisbehoeften van mensen. Het zijn kaderorganisaties die op verschillende manieren zijn geïnstitutionaliseerd. Ze helpen bij buurt- of vrijetijdsactiviteiten, of helpen een gezin een dokter te vinden als hun kind niet in orde is. Ze zullen je helpen met het onderwijs. Ze hebben het grootste privé-netwerk van basisscholen. Dat zijn allemaal dingen die links vroeger kon doen toen zich daar kaderorganisaties ontwikkelden.

Het derde verschil is dat in tegenstelling tot Brazilië, de Filippijnen, Frankrijk, enzovoort, de oppositie hier veel zwakker is. Je hebt in andere landen meer concurrentie van andere politieke partijen, ook al zijn die conservatief, zodat het extreemrechtse verkiezingskamp, dat geen diepe wortels heeft, voor een groot deel wordt tegengewerkt door een aantal andere politieke krachten die electoraal gezien heel sterk vertegenwoordigd zijn. Hier heb je een veel zwakkere oppositie.

En het vierde verschil is dat dit sinds 1947 de enige grote partij in India is die nog nooit een grote breuk heeft gekend. Er zijn splitsingen geweest in de Congrespartij en in links. Ik leg de oorzaak bij het specifieke karakter van haar ideologische fundamenten, waardoor ze ook flexibel kan zijn. Dat fundament is natuurlijk haar anti-islamitische karakter en haar hindoe-nationalisme, wat betekent dat ze flexibel kan zijn in het verwerpen van haar vroegere economische nationalisme en enthousiast kan worden over de neoliberale economie. Natuurlijk hebben ze daarmee een draagvlak gecreëerd onder de heersende klassen en zo verder.

Als deze kracht al negentig jaar in de maak is, wat zou er dan moeten gebeuren om een brede beweging op te bouwen die zich daartegen kan verzetten?

Laten we er heel duidelijk over zijn dat een van de cruciale elementen voor het opbouwen van een oppositie tegen deze beweging zou moeten zijn dat ze zich verzet tegen deze kapitalistisch-neoliberale economische richting, die alle andere grote partijen op de een of andere manier steunen. En dat heeft hen natuurlijk enorm in de problemen gebracht. Je kunt armoede niet uitbannen, je hebt een toenemend probleem met werkloosheid, je hebt enorme inkomens- en welvaartsverschillen. Dus waar is de kracht die zich daartegen gaat verzetten?

Op korte en middellange termijn doe je van alles. Je sluit tactische allianties met andere politieke krachten, met andere sociale bewegingen, je vecht voor specifieke democratische kwesties, enzovoort. Maar hoe bouwen we op langere termijn een kracht op die zich serieus inzet om de realiteit van een zich uitbreidend Hindutva (hindoe-nationalisme) te overwinnen? Die niet los kan worden gezien van een kracht die zal strijden om het neoliberale kapitalisme omver te werpen. Die naar mijn mening niet los kan worden gezien van een kracht die zich zal inzetten voor de uiteindelijke omverwerping van het kapitalisme zelf.

En de reden dat ik dat zeg, is omdat ik het neoliberalisme niet zie als een nieuw systeem van accumulatie, dat zich steeds verder terugtrekt en een oudere vorm van sociaaldemocratisch kapitalisme wordt. Ik denk dat dat tijdperk voorbij is. Vroeger dacht ik dat de strijd om het kapitalisme uiteindelijk omver te werpen via een heroprichting van een humaner kapitalisme zou verlopen. Maar ik denk dat we dat moeten uitsluiten. Als er niets anders is, zal de klimaatverandering daar voor zorgen.

Dat betekent niet dat we niet vechten voor sociaaldemocratische hervormingen, natuurlijk doen we dat. Maar mijn uitgangspunt is dat de lange termijn weg om tegen Hindutva te vechten dezelfde is als de lange termijn weg om tegen het neoliberale kapitalisme en dus tegen het kapitalisme zelf te vechten, wat betekent dat je een nieuw soort links moet opbouwen.

En hoe zal dat eruit zien, hoe zal dat links ontstaan? Het zal natuurlijk voortkomen uit splitsingen en fusies en allerlei activiteiten, waaruit activistische leiders en ideologisch geëngageerde kaders voortkomen. Het is een lange termijn. Zelfs als we moeten vechten op het electorale, politieke niveau, moeten we vechten om een kaderorganisatie op te bouwen die kan doordringen in de maatschappij, op de manier waarop zelfs mainstream links dat eerder deed, in ieder geval in een paar delen van India.

Je kunt er zeker van zijn dat er allerlei uitbarstingen zullen plaatsvinden, over allerlei problemen. Het probleem van de werkloosheid is heel ernstig. De BJP is er niet zeker van dat er geen omwentelingen en verstoringen zullen komen. Helaas is de richting die de Indiase politiek daardoor zal inslaan, zelfs nu dit gaat gebeuren, echt afhankelijk van de levende politiek. Of het in een rechtse of linkse richting gaat, hangt af van wat er hier gebeurt, hoe we kunnen profiteren van deze worstelingen en omwentelingen. En dat vereist een veel georganiseerdere politieke kracht.

Wat denkt u dat op de lange termijn de gevolgen van de huidige ontwikkelingen zullen zijn?

Ik zou geen definitieve voorspellingen willen doen. India is een groot land. Dus een van de gevaarlijkste dingen om te doen wat betreft India, zelfs als ik het heb over de drang tot overheersing van de Sangh Parivar, is om alles op de langere termijn als onvermijdelijk te zien. India verrast ons voortdurend door wat er gebeurt. Misschien neem ik een beetje mijn toevlucht tot optimisme over de toekomst.

Dit artikel verscheen oospronkelijk op Jacobin. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.

Achin Vanaik is schrijver en sociaal activist, voormalig hoogleraar aan de Universiteit van Delhi en Fellow van het Transnationaal Instituut, Amsterdam. Hij is de auteur van The Painful Transition: Bourgeois Democratie in India en The Rise of Hindu Authoritarianism