De wil van het volk is krachtig tot uitdrukking gebracht in een historische volksraadpleging. In plaats van een eindpunt, zou deze enorme overwinning het signaal moeten zijn om met de opbouw van een nieuw Chili te beginnen.

Afgelopen zondag, 25 oktober, vond in Chili een historische volksraadpleging plaats. Het volk ging naar de stembus en gaf een klinkende overwinning aan de optie ‘akkoord’ als antwoord op de vraag ‘Wilt u een nieuwe Grondwet?’ Daarmee werd een democratische eis bekrachtigd die de afgelopen veertig jaar is blijven bestaan en die onvermijdelijk is geworden sinds het begin van de sociale opstand een jaar geleden: het beëindigen van de Grondwet van Pinochet.

In enkele maanden tijd heeft de arbeidersklasse gedaan wat de partijen die de democratische overgang beheersten in dertig jaar niet hebben gedaan. Laten we niet vergeten dat deze volksraadpleging, die oorspronkelijk gepland was voor april 2020 en uitgesteld werd tot oktober als gevolg van de covid-19 pandemie, het resultaat was van het ‘Akkoord voor sociale vrede en de nieuwe Grondwet’ dat door de meeste in het parlement vertegenwoordigde partijen op 15 november 2019 ondertekend werd, minder dan 48 uur vóór de algemene staking die de regering schaakmat zette en het politieke establishment dwong om aan een opstand die uitdrukkelijk gericht was op de omverwerping van de regering een institutioneel kanaal te bieden.

Hoewel een gedetailleerde analyse van de resultaten nodig is, weten we nu al dat 78,27% van de kiezers de voorkeur gaf aan de optie ‘akkoord’ en 21,73% aan de optie ‘niet akkoord’. Deze laatste optie heeft slechts in vijf gemeenten van het land een meerderheid gekregen, waarvan drie gemeenten waarin de rijkste mensen in Chili zijn geconcentreerd. Op sociale netwerken circuleert de boodschap ‘het zijn geen dertig peso’s, maar drie gemeenten’, die de iconische zin uit de eerste dagen van de sociale opstand – veroorzaakt door een prijsstijging van dertig peso’s van het openbaar vervoer – bewerkt tot een balans van de laatste drie decennia van neoliberale democratie.

Dit was een uitgesproken klasse-stem, niet alleen omdat in stedelijke volksbuurten de verkiezingsdeelname zichtbaar toenam, maar ook omdat in deze buurten ‘akkoord’ in alle gevallen ongeveer 90% van de stemmen haalde. Bijzonder opmerkelijk zijn de resultaten in de ‘opofferingszones voor het milieu’ – plaatsen die verwoest zijn door mijnbouw- en energieactiviteiten – die ernstige water- en milieucrises doormaken en waar de inwoners al jaren geconfronteerd worden met grote bedrijven die de verwoesting veroorzaken. Dat is het geval in Freirina, Petorca en ten minste zes andere gemeenten, waar de ‘akkoord’-stemmen meer dan 90% bedroegen.

Uit peilingen voorafgaand aan de volksraadpleging bleek dat meer dan 70% van de bevolking de optie ‘niet akkoord’ identificeerde met het leger, het grootkapitaal en de overheid. Dit is ook een stem tegen hen geweest, maar niet alleen tegen hen. Terwijl de klinkende overwinning voor ‘akkoord’ werd verwacht, was de verrassing het resultaat van de tweede stemming waarin de kiezers werd gevraagd ‘Welke instantie moet de nieuwe Grondwet schrijven?’. 78,99% stemde voor een Grondwetgevende Vergadering, die qua gender gelijk zal zijn samengesteld en waarvan de leden voor honderd procent door het volk worden gekozen – veel meer dan de 21,01% die stemde voor een gemengde Grondwetgevende Vergadering, die qua gender niet gelijk samengesteld zou zijn en waarvan de leden voor de helft door het volk wordt gekozen en voor de helft bestaat uit huidige parlementariërs.

Tot slot moet worden vermeld dat we een toename van de deelname aan dit verkiezingsproces zien. In absolute termen waren er meer dan 500.000 stemmen meer dan in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in 2017, een toename die wordt ondersteund door een grotere deelname in volksbuurten. Hiermee wordt een trend van drie decennia van systematische daling van de kiezersopkomst omgebogen. Hierbij moet opgemerkt worden dat deze volksraadpleging plaatsvond in de context van een pandemie, met gemeenten die nog steeds in quarantaine zijn. Daarom zullen we de details van de gegevens opnieuw moeten bekijken om correct te interpreteren wat deze toename betekent (wie heeft er eerder gestemd, wie heeft er niet gestemd en waarom?).

Wat is de politieke betekenis van deze resultaten?

Ten eerste is het een van de hoogtepunten van de beweging die een breuk wilde met de bestaande politiek die door de opstand van oktober 2019 mogelijk werd gemaakt. Die volksbeweging heeft de Grondwet van 1980 als hoofddoel gesteld.

Ten tweede kan de overgrote meerderheid van de stemmen voor een Grondwetgevende Vergadering met 100% gekozen deelnemers worden gezien als een stem tegen degenen die de afgelopen drie decennia hebben geregeerd, zowel centrumlinks als rechts.

Ten slotte is het een krachtige politieke klap voor de meest reactionaire sectoren van het politieke spectrum (binnen en buiten de staat) die zich in de ‘niet akkoord’-campagnes hadden georganiseerd. Hier is de zich ontwikkelende politieke pool met een nationalistische, evangelische en Pinochetistische basis hard getroffen door de stemming van bijna 80% voor ‘akkoord’.

Wat zijn de uitdagingen die voor ons liggen?

De volksraadpleging was misschien het hoogtepunt in een fase van breken met het politieke en economische regime dat sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw in Chili heerst. Wat zich nu aandient is de eigenlijke constituerende fase, in de zin van de confrontatie tussen de verschillende politieke en maatschappelijke projecten die hun weg zullen vinden in het constitutionele debat voor, tijdens en ongetwijfeld na de Grondwetgevende Vergadering.

Een duidelijke aanwijzing hiervoor is dat de werkgeversorganisaties al maandenlang hameren op het belang van een ontwerpgrondwet die hun belangen als landeigenaren, industriëlen en financieel kapitaal behartigt, waarbij de vrijheid van ondernemerschap, particulier eigendom en een maximale politieke stabiliteit van het regime worden gewaarborgd, dat wil zeggen, de beëindiging van de volksopstand.

De belangrijkste uitdaging, gezien de bereidheid van de top van het bedrijfsleven om inhoud te geven aan de nieuwe Grondwet, is dat de arbeidersklasse het voortouw neemt in het constituerende debat. Hoe zal het, gezien de huidige situatie van de beweging en de bestaande krachtsverhoudingen, mogelijk zijn om deze uitdaging aan te gaan?

In de eerste plaats krijgt de opbouw van eigen kracht vanuit een zo groot mogelijke eenheid van de sectoren die de omverwerping van het kapitalisme ondersteunen, een bijzondere relevantie en dit constituerende proces biedt een kans om vooruitgang te boeken. Deze brede politieke en sociale eenheid moet gebaseerd zijn op loyaliteit aan de aspiraties van de opstand van brede lagen van de bevolking met onzekere banen die sinds oktober vorig jaar de pleinen en straten hebben gevuld, en die een nieuwe reeks populaire thema’s bevat met een duidelijk feministisch karakter, die ook worden belichaamd door brede lagen van werkende vrouwen.

Ten tweede vereist het constituerende debat dat de bevolking programmatische perspectieven ontwikkelt, bespreekt en zich eigen maakt die een krachtige mobilisatie in stand houden gedurende het proces van de Grondwetgevende Vergadering, zodat zowel binnen als buiten de Vergadering een volledig bewustzijn ontstaat van wat er op het spel staat in dit proces en dat, in het licht van pogingen om de wil tot verandering terug te dringen, straatmobilisaties die druk uitoefenen op de deelnemers aan de Vergadering, worden volgehouden. Het zal uiterst relevant zijn om de programmatische vooruitgang – die de Coordinadora de Trabajadores/as NO + AFP [een organisatie die vecht tegen het bestaande particuliere pensioenstelsel in Chili] heeft geboekt met betrekking tot een nieuw sociaal zekerheidsstelsel en de Plurinationale bijeenkomsten van degenen die in 2018 en 2020 door de Coordinadora Feminista 8M zijn georganiseerd, die nu de meest ontwikkelde programmatische pogingen zijn vanuit het oogpunt van de intersectionaliteit van de door sociale bewegingen voorgestelde transformaties – terug te winnen.

Tot slot is het van vitaal belang dat deze rol van de massa’s in het constituerende debat als tegenhanger in de Grondwetgevende Vergadering het vermogen heeft om hun eigen alternatieven op te bouwen die hun belangen vertegenwoordigen, zonder dat ze ondergeschikt worden gemaakt aan de partijen van de neoliberale transitie. Die hebben decennialang gedaan wat het volk nu uitdaagt en bereiden zich voor om met de hand van iemand anders te oogsten van de strijd die anderen hebben gevoerd. Door zich op oneerlijke wijze te vereenzelvigen met een verkiezingsoverwinning die ook tegen hen is gericht, proberen zij een gebroken sociaal pact te herstellen dat hen met de sociale basis verbindt. Het verdedigen van de klassenonafhankelijkheid is een politieke taak van de eerste orde om  de uitdagingen die komen te overwinnen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Jacobin América Latina. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.