Sinds 20 september, de verjaardag van de protesten van vorig jaar die tot meer dan 4.000 arrestaties hebben geleid, heeft een golf van protesten Egypte aan het wankelen gebracht.

De protesten beperken zich niet tot grote steden als Caïro en Alexandrië, maar treffen steden en dorpen in de Delta, het Midden en het Opper-Egypte. De autoriteiten hebben er alles aan gedaan om ze in de kiem te smoren. Toen 20 september naderde, werd er politie rond het Tahrirplein en de belangrijkste gebouwen geplaatst, hielden de veiligheidsdiensten de voorbijgangers tegen en fouilleerden hen  en arresteerden preventief meer dan 1.000 mensen, voornamelijk jongeren, dit alles in het kader van een noodtoestand die sinds 2017 van kracht is.

Niets hielp, de demonstraties vonden plaats en de volgende slogans waren te horen: ‘Wees niet bang’, ‘Sissi moet vertrekken’, ‘Ga weg balha [in het Arabisch ‘de dadel’, een bijnaam voor Sissi]’, ‘Sissi heeft uw kinderen vermoord’, ‘Sissi vernietigt uw families’, ‘Sissi heeft ons water verkocht’.

De politie joeg de bijeenkomsten snel uiteen, soms na hevige confrontaties. Politieauto’s werden aangevallen en in brand gestoken, bijna 400 demonstranten werden gearresteerd, waaronder veel minderjarigen, met de gebruikelijke aanklachten: deelname aan een terroristische groepering (waaronder de Moslimbroederschap), verspreiding van valse geruchten, misbruik van sociale netwerken, deelname aan illegale demonstraties. Minstens drie demonstranten zijn door de politie doodgeschoten.

Oorzaken van de ontevredenheid

De pandemie heeft de toch al schrijnende economische en sociale omstandigheden waarin de overgrote meerderheid van de 100 miljoen Egyptenaren al leefden, nog verergerd. De werkloosheid, die officieel op 10% wordt geschat, zal naar verwachting verdubbelen en vooral jonge afgestudeerden treffen. Het verlies aan inkomsten uit het toerisme, de heffingen voor het Suezkanaal en de overmakingen van werknemers in de Golfstaten hebben geleid tot ontslagen, loonsverlagingen en wijdverbreide armoede. De meeste gemigreerde werknemers werden ontslagen en keerden terug naar huis. Egypte is gedwongen om nieuwe leningen aan te vragen en heeft de subsidies op levensmiddelen verder uitgehold. Het brood, een onmisbaar voedingsmiddel, is van 110 gram naar 90 gram gegaan voor dezelfde prijs, elektriciteit en water zijn weer in prijs gestegen.

Maar de lont in het kruitvat was de nieuwe wet op de illegale bouw. Sinds 2011 zijn er immers, door de demografische druk en het gebrek aan woningen, veel bouwwerken gebouwd op bouwland in de Delta en de vallei, wat verboden is, maar ook in alle steden, vooral in Alexandrië. De overheid begon met het slopen van huizen die zonder vergunning waren gebouwd, maar de bewoners konden dit voorkomen door een zware boete te betalen, wat suggereerde dat het regelrechte afperserij was. De woede was zo groot dat de regering zich genoodzaakt zag de boetes drastisch te verlagen en vooral de betalingstermijnen te verlengen tot eind oktober.

De muur van de angst doorbreken

Door de straat op te gaan, toonden de Egyptenaren ongelooflijke moed, want elke poging om zich tegen het regime te verzetten, kan in het gunstigste geval leiden tot gevangenisstraf, marteling, of erger nog, de dood of verdwijning. Hoewel de contrarevolutie sinds 2011 niet is gestopt en ze het gevoel van het Egyptische volk dat een massabeweging dingen zou kunnen veranderen, wil uitroeien, bewijzen deze demonstraties dat het volk zijn laatste woord nog niet heeft gesproken. De eisen van 2011 (brood, vrijheid, waardigheid en sociale rechtvaardigheid) moeten nog worden gerealiseerd.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op l’Anticapitaliste. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.