Onze onrechtvaardige wereld heeft behoefte aan helden: militaire helden, nationale helden en cultuurhelden. Zo’n cultuurheld is de Florentijn Dante Alighieri (1265-1321). Zijn sterfdag, zevenhonderd jaar geleden, wordt met gepaste eerbied herdacht. Hij behoort immers tot de canon van de Westerse cultuur. Dante heeft mede de Italiaanse taal geschapen, gebaseerd op het dialect van zijn geboortestad.

De volkstaal verheffen tot een cultuurtaal is niet niks wanneer men daarmee de Latijn-onkundige burger toegang verschaft tot meer kennis. Maar Dante is in de eerste plaats de schepper van een grandioze dichterlijke visie op het middeleeuws christelijke wereldbeeld, een wereldbeeld waarin God iedere dode sterveling een plaats toewijst in een van de drie sferen van het hiernamaals: de hel, de hemel of het vagevuur.

Dat vagevuur was, tussen haakjes, een recente uitvinding van de theologen. Paus Gregorius de Grote (540-604) had zoiets al verondersteld, maar het bestaan, van het “purgatorium” werd pas officieel bevestigd op het Tweede Concilie van Lyon in 1274. Merk dat “purgatorium” te maken heeft met “purgeren”, dus met een soort lavement van de ziel. Wie meer wil weten over de oorsprong van het vagevuur kan terecht bij de historicus Jacques Le Goff die in 1981 een studie wijdde aan die kwestie: La naissance du purgatoire.

Terug naar Dante. In een Siciliaanse trein, heel wat jaren geleden, reciteerde een heer voor mij en mijn vriendin hele passages uit de Goddelijke Komedie (La divina commedia). Dat werkte op de zenuwen van een jonge man die spottende opmerkingen maakte. Er bestaan dus twee reacties op Dante’s kunstwerk uitgaande van sociale verschillen: hoge bewondering en afkeer. Het wereldbestel is niet harmonisch zoals Dante veronderstelde en niet iedereen deelt dezelfde canon die de meesters ons opdringen. Wat niet wegneemt dat de Komedie een meesterwerk is, om een begrip uit de ambachtelijke feodale wereld te bezigen. Het woord Commedia betekent in dit geval niet blijspel, maar verhaal.

Er bestaan een hele reeks Nederlandse vertalingen van de Komedie. De allerlaatste heeft, woke indachtig, zelfs Mohammed doen verdwijnen uit de hel waartoe Dante de Profeet veroordeelde, dit om “moslims niet te schofferen”. Alsof moslims niet kunnen nadenken. De bewondering voor de Florentijn blijft niet beperkt tot rooms-katholieke literatuur- en cultuurliefhebbers. Dante heeft bijvoorbeeld een sterke invloed uitgeoefend op het dichterschap van de actief linkse Henriette Roland-Holst.

Dat had echter niets te maken met Dante’s politieke opvattingen, die volgens de historisch ongeschoolde journaliste Mia Doornaert, “progressief” waren, maar met de “goddelijke” poëtische inspiratie van zijn Komedie. Zo eindigt de Komedie met de versregel “L’amore che muove il sole e le altre stelle”, de liefde die de zon en de andere sterren beweegt, namelijk God, de ultieme beweger. Hier herkennen wij de invloed van Aristoteles op de filosofie van Dante’s tijd.

Het is goed kennis te nemen met de culturele hoogtepunten uit ons verleden, die geslaagde esthetische uitingen zijn van de toenmalige ideologieën. Maar besef daarbij op welke sociale onrechtvaardigheden zij stoelen. Bertolt Brecht dichtte in de jaren 1930 het gedicht Fragen eines lesenden Arbeiters. Het luidt, vrij vertaald, als volgt:

Wie bouwde Thebe met de zeven torens?

In de boeken staan de namen van koningen.

Hebben de koningen de rotsblokken aangesleept?

En het meermaals vernietigde Babylon –

Wie bouwde het zovele malen weer op? In welke huizen

Van het goudstralende Lima woonden de bouwvakkers?

Waar gingen ’s avonds, toen de Chinese Muur voltooid was

De metselaars naartoe? Het grote Rome

Staat vol triomfbogen. Wie heeft ze opgericht? Over wie

Zegevierden de keizers? Woonden in het veelbezongen Byzantium

De bewoners in paleizen? Zelfs in het legendarische Atlantis

Brulden ’s nachts, toen de zee hen verslond,

Zij die verzopen naar hun slaven.

 

De jonge Alexander veroverde India.

Hij alleen?

Caesar versloeg de Galliërs.

Had hij dan tenminste geen kok bij zich?

Filips van Spanje weende toen zijn vloot

Ten onder ging. Weende niemand anders?

Frederik de Tweede zegevierde in de Zevenjarige oorlog. Wie

Zegevierde er ook?

 

Aan elke kant een overwinning.

Wie kookte het feestmaal?

Alle tien jaren een groot man.
Wie betaalde de kosten?

 

Zoveel berichten.

Zoveel vragen.

 

Tot zover Bertolt Brecht, die weliswaar geen Dante was, maar ook gelezen mag worden.