Het voortdurende beleg en bloedbad onder de Palestijnen in Gaza, uitgevoerd door de Israëlische staat met de openlijke steun van de Verenigde Staten en het medeplichtige stilzwijgen van de andere westerse imperialistische machten, komt naast de oorlog van Poetin tegen Oekraïne om de instabiliteit en het brute geweld te bewijzen die het nieuwe mondiale geopolitieke scenario kenmerken. De toename van het aantal oorlogen en de verscherping van de spanningen tussen staten en binnen staten zijn slechts een paar van de tekenen van de nieuwe historische periode van het samenvallen van crises, die werd ingeluid met de crash van 2008.

Deze tekst is geen persoonlijk werk, maar het resultaat van de debatten die we de afgelopen maanden hebben gevoerd onder de leden van het Internationaal Comité van de Vierde Internationale. We constateren een situatie van ongekende internationalisering van de grote vraagstukken waarmee de mensheid wordt geconfronteerd.

De crisis van het kapitalisme heeft een nieuwe dimensie gekregen sinds de crash van 2008 en in het bijzonder door de covid pandemie; ze is duidelijk multidimensionaal geworden. De milieucrisis ‒ die al een aantal jaren steeds extremere weersverschijnselen veroorzaakt, waaronder de recente buitensporige hittegolven ‒ valt samen met de fase van blijvende economische stagnatie, de intensivering van de strijd om de hegemonie in het interstatelijk systeem tussen de Verenigde Staten en China, de opkomst van autoritarisme en neofascisme, het verzet van volkeren en arbeiders, de verzwakking van staten, vooral in Afrika, de toename van oorlogssituaties over de hele wereld (zoals in Palestina en Oekraïne, Jemen, Soedan, de Democratische Republiek Congo, Myanmar…).

Deze situatie laat zien dat we een nieuw moment in de geschiedenis van het kapitalisme zijn binnengetreden. Een periode die kwalitatief verschilt van de periode die we hebben meegemaakt sinds de totstandkoming van de neoliberale globalisering aan het begin van de jaren tachtig, en die vanuit het oogpunt van de klassenstrijd veel conflictueuzer is dan de periode die werd geopend met de ineenstorting van de Sovjet-Unie en de bureaucratische regimes in Oost-Europa. Zoals we in maart 2021 zeiden:

“De pandemie verergert de multidimensionale crisis van het kapitalistische systeem en heeft een moment van verstrengeling geopend van langetermijnfenomenen, die zich relatief autonoom ontwikkelden en nu op explosieve wijze samenkomen: de ecologische crisis, de crisis van het schuldenstelsel, de legitimiteitscrisis van een groot deel van de bestuurlijke instellingen, zowel in het Noorden als in het Zuiden van de planeet, op internationaal en nationaal niveau, en de geopolitieke strijd om de hegemonie tussen het VS-imperialisme en China.”

De achtergrond en het ontmoetingspunt van alle facetten van deze multidimensionale crisis is de ecologische crisis, veroorzaakt door twee eeuwen van roofzuchtige kapitalistische accumulatie. De escalatie van de klimaat- en milieucrisis treft de mensheid en het leven op deze planeet hard: klimaatnoodtoestand, verlies van biodiversiteit, vervuiling, pandemie. De geglobaliseerde bedrijfseconomie, gebaseerd op het verbranden van fossiele brandstoffen en een toenemende consumptie van vlees en sterk voorbewerkt voedsel, produceert in hoog tempo een klimaat dat de grenzen waarbinnen de mensheid op de planeet kan leven zal vernauwen.

Smeltend ijs op de polen en in gletsjers versnelt de stijging van de zeeën en de watercrises. Agro-industrie, mijnbouw en de winning van koolwaterstoffen rukken ‒ niet zonder weerstand ‒ op naar tropische bossen, die essentieel zijn voor het behoud van de klimaatsystemen en de biodiversiteit van de planeet. De gevolgen van de klimaatcrisis zullen zich op gewelddadige wijze over de hele wereld blijven manifesteren, infrastructuren, landbouwsystemen en levenswijzen vernietigen en gigantische volksverhuizingen veroorzaken. Niets van dat alles zal gebeuren zonder een toename van sociale conflicten.

Zijn er precedenten voor deze situatie? Dat is een ondergeschikt maar heel vurig debat onder historici. Wat het dichtst in de buurt komt van wat we nu meemaken, is natuurlijk het samenvallen van crises aan het begin van de 20e eeuw ‒ het tijdperk dat resulteerde in Hobsbawm’s ’tijdperk van catastrofe’ (1914-1946), met twee bloedige wereldoorlogen.

Er zijn ten minste twee heel grote verschillen: ten eerste hebben we nu de ecologische crisis. Het systeem heeft de voorwaarden geschapen voor een volledige regressieve transformatie in het leven van de mensheid en alle vormen van leven. Het tweede, maar niet minder cruciale verschil is dat de steeds snellere veranderingen gepaard gaan met het behoud van een element uit de vorige periode: het ontbreken van een alternatief voor het kapitalisme dat geloofwaardig is in de ogen van de massa’s, het ontbreken van een antikapitalistische kracht of groep krachten die economische en sociale revoluties leiden.

Het is niet zo dat er geen strijd en verzet is, integendeel. We hebben in deze eeuw minstens twee grote golven van democratische en anti-neoliberale strijd gehad, waarvan de vernieuwde vrouwenbeweging en de antiracistische beweging in de VS deel uitmaakten. Die grote stukken strijd zijn echter niet alleen objectief geconfronteerd met het neoliberale kapitalisme en zijn regeringen, maar ook met de dilemma’s van de structurele reorganisatie van de arbeidersbeweging ‒ de industriële arbeidersklasse heeft in een groot deel van het Westen sociaal gewicht verloren; onderdrukte, jonge en nieuwe sectoren van precaire arbeiders zijn nog niet op een permanente manier georganiseerd en hebben over het algemeen moeite om zich aan te sluiten bij de vakbeweging.

Dat gaat gepaard met een terugval in het bewustzijn van de onderdrukten en uitgebuitenen, beïnvloed door geografische, technologische en structurele veranderingen en door het neoliberale hyperindividualisme. Daarbij komt de enorme versplintering van socialistisch links, die een situatie creëert waarin strijd moeilijker is en de resultaten in termen van bewustwording en politieke organisatie schaarser zijn.

De toename van crises versterkt de crises

De kapitalistische crisis als multidimensionaal karakteriseren betekent dat het niet gaat om een simpele optelsom van crises, maar om een dialectisch uitgedrukte combinatie, waarin elke sfeer de andere beïnvloedt en door de andere wordt beïnvloed. Wat de relatie tussen het economisch-sociale en het ecologische betreft, staan de centrale imperialistische landen van het Westen en het Oosten (tenminste vanuit het oogpunt van een niet-suïcidaal deel van de centrale bourgeoisie) voor de hele moeilijke uitdaging om een energietransitie door te voeren die de effecten van klimaatverandering minimaliseert, op een moment dat de tendens om de winstpercentages sneller te laten dalen, verergert.

Het verband tussen de oorlog in Oekraïne (voordat het conflict in Palestina ontplofte) en economische stagnatie heeft de kritieke voedselsituatie van de armste mensen op de planeet verslechterd, met meer dan 250 miljoen meer mensen die hongerlijden in 2023 dan in 2014. De stroom van mensen die ontheemd zijn door oorlogen, klimaatverandering, de voedselcrisis en de toename van repressieve regimes groeit, meestal tussen de landen in het Zuiden, hoewel de media meer aandacht besteden aan gedwongen verplaatsingen tussen Zuid en Noord.

De rampzalige vooruitzichten op het gebied van milieu en economie hebben, in ieder geval sinds 2016, zeker een belangrijke rol gespeeld om een deel van de bourgeoisfracties in verschillende landen ertoe aan te zetten zich los te maken van het project van formele democratieën als de beste manier om neoliberale concepten te implementeren. Steeds belangrijkere sectoren van de bourgeoisie omarmen autoritaire alternatieven binnen liberale democratieën, wat leidt tot de versterking van rechts-fundamentalistische bewegingen en extreemrechtse regeringen (Trump, Modi, Bolsonaro) en de banden tussen de aanhangers van die krachten op internationaal niveau.

De uitbreiding van een hyper-individualistische neoliberale ‘samenleving’, in combinatie met het gebruik van sociale netwerken door rechts en mogelijk nu ook Kunstmatige Intelligentie, moedigt depolitisering, klasse-versnippering en conservatisme verder aan. Digitale technologieën dragen er ook aan bij dat de middelgrote en kleine boerenstand, die beschouwd worden als de belangrijkste producenten van het voedsel in de wereld, steeds afhankelijker worden van grote bedrijven in de voedselindustrie, of zelfs dat die boerenstand massaal krimpt. Aan de andere kant zet het neoliberalisme de gewelddadige aanval voort op wat er nog over is van de welvaartsstaten, door overexploitatie op te leggen aan arbeiders in de industrie en de dienstensector en in het bijzonder aan zorgverleners, waardoor vrouwen, in het bijzonder werkende vrouwen, voor het dilemma komen te staan tussen (slecht) overleven of terugvechten.

Het systeem pleegt een brute aanval op de eerder door haar gecreëerde welzijnsdiensten door middel van bezuinigingsplannen ‒ dat wil zeggen door die diensten helemaal af te schaffen of, waar winst te behalen valt, ze over te hevelen naar de particuliere sector. Zo houdt het neoliberalisme vrouwen in de formele beroepsbevolking (in het Noorden) of minder formeel en meer informeel (in het Zuiden), waardoor de lonen en inkomens van degenen die ‘buitenshuis werken’ of diensten verlenen verder dalen, terwijl het de werkende vrouwen als geheel opzadelt met de taken van de zorg voor kinderen, ouderen, zieken en anderen ‒ het werk dat de verzorgingsstaat, voor zover die nog bestond, ooit dekte.

Nu de netwerken van sociale reproductie in een crisis verkeren, die groter is in neokoloniale landen dan in metropolen, ‘domestificeert’ de neoliberale samenleving (maakt ze weer huiselijk) en racialiseert ze de zorgtaken (draagt ze over aan niet-witte mensen, zwarte mensen, inheemse vrouwen, immigranten), maar neemt ze geen verantwoordelijkheid voor de sociale reproductie als geheel.

In een geo-economisch overzicht dragen het huidige neoliberale kapitalisme en zijn interstatelijke systeem nieuwe productiekrachten (digitale platforms), nieuwe soorten sociale productieverhoudingen (Uberisering) en gevarieerde sociale verhoudingen die bemiddeld worden door de markt, over aan digitale apparaten en algoritmen. Tegelijkertijd is het zwaartepunt van de mondiale kapitaalaccumulatie in de 21e eeuw verschoven van de Noord-Atlantische Oceaan (Europa-VS) naar de Stille Oceaan (VS, met name Silicon Valley, naar Oost- en Zuidoost-Azië). Niet alleen China is doorslaggevend, maar de hele regio, van Japan en Korea tot Australië en India.

Op het politieke front ‒ de grootste vijand

Nieuw extreemrechts, in verschillende versies, rukt op in Europa, waar ze de regering van Frankrijk zouden kunnen overnemen, en Latijns-Amerika, waar ze net het Casa Rosada (Argentinië) hebben overgenomen, na de coup van Dina Boluarte in Peru in 2022, en in de Verenigde Staten, waar Trump kan terugkeren naar het Witte Huis. Het zijn reële bedreigingen in Azië, waar de zoon van dictator Marcos (Filipijnen) en de xenofobe anti-moslim Hindoe Narendra Modi (India) regeren.

In deze langdurige politieke crisis heeft de onvrede niet alleen hard toegeslagen bij ’traditioneel’ of kosmopolitisch rechts, (in de zin van ‘progressief’ neoliberalisme, zoals Nancy Fraser het uitdrukt), zoals in de Verenigde Staten, Italië, India (Congrespartij) en de Filipijnen. Maar ook de sociaaldemocratieën en ‘progressivismen’ die de neoliberale staten van de afgelopen decennia mede hebben bestuurd ‒ laten we denken aan de overwinningen van Duterte in 2016 op een rechtse coalitie en van Bolsonaro op de PT in 2018, evenals de recente nederlaag van het Peronisme en de groei van Vox in Spanje.

Sinds 2008, en meer uitgesproken sinds Brexit en de overwinning van Trump in 2016, hebben bewegingen en partijen van een ‘vernieuwd’ extreemrechts zich versterkt en zijn gegroeid met electorale overwinningen vanuit de politieke systemen. Ze presenteren zichzelf als tegengesteld aan het systeem, ook al zijn ze neoliberaal, conservatief in hun gebruiken, nationalistisch, xenofoob, racistisch, vrouwenhater, vijanden van de rechten van LHBTQIA+ mensen, transfoob en geïnspireerd of massaal gesteund door religieus fundamentalisme, van de Pinksterbeweging in Latijns-Amerika en de Verenigde Staten tot het hindoeïsme in India.

In tegenstelling tot de fascisten van honderd jaar geleden verspreiden ze het ontkennen van de wetenschap bij het begrijpen van klimaatverandering en bij het leiden van de collectieve zorg voor bevolkingen in het licht van pandemieën en epidemieën ‒ omdat ze de tragische realiteit moeten ontkennen om enige hoop te kunnen bieden.

De opkomst van deze constellatie van neo- of postfascisme is vooral het resultaat van ten minste twee decennia van crisis van neoliberale democratieën en hun instellingen. Die neoliberale regimes zijn verantwoordelijk ‒ en worden als zodanig gezien door de bevolking ‒ voor toenemende ongelijkheid, verarming, corruptie, geweld en gebrek aan vooruitzichten voor jongeren. Ze zijn niet in staat gebleken een bevredigend antwoord te geven op de verlangens van de volkeren en de werknemers.

De diepe oorsprong van het nieuwe extreemrechts is dus de wanhoop van de verarmde sociale sectoren in het licht van de steeds erger wordende crisis, de desintegratie van het sociale weefsel opgelegd door het neoliberalisme ‒ waarin het religieus fundamentalisme toeneemt ‒ in combinatie met de mislukkingen van de ‘alternatieven’ vertegenwoordigd door het sociaalliberalisme en het ‘progressivisme’. Als gevolg hiervan zijn fracties van de bourgeoisie over de hele wereld ontstaan en gegroeid om het neofascisme te steunen als een politiek-ideologische oplossing die in staat is om regimes te beëindigen, massabewegingen met ijzeren vuist te controleren en brute aanpassingen en onteigeningen op te leggen om de winstcijfers te herstellen. Het meest opmerkelijke voorbeeld van die verdeeldheid is de polarisatie tussen enerzijds het Trumpisme (dat de Republikeinse Partij in zijn greep heeft) en anderzijds de Democratische Partij in de Verenigde Staten.

Tegelijkertijd en in combinatie winnen moorddadige theocratieën en ware kalifaten in het Midden-Oosten, dictaturen in Centraal-Azië, Poetins oligarchisch-imperialistische neofascisme in Rusland aan kracht, terwijl de Chinese Communistische Partij onder Xi Jing Ping de onderdrukking uitbreidt. Deze combinatie vormt een historische bedreiging voor burgerlijke vrijheden en democratische verworvenheden, waaronder die van revolutionairen, over de hele wereld.

Zonder onze kritiek op de beperkingen van formele burgerlijke democratieën te verminderen, hechten revolutionairen vooral waarde aan het recht van de uitgebuitenen en onderdrukten om te vechten en zich te organiseren om te strijden. In deze context, die ongunstig is voor degenen aan de onderkant, werken degenen die ‒ vanuit een zogenaamd nostalgisch links van het stalinisme ‒ Poetin en het Chinese model of Maduro en Ortega verdedigen als alternatieven voor het imperiale systeem, mee aan de verzwakking en toe-eigening van deze vrijheden en creëren zo het zoveelste obstakel voor de strijd voor echte, socialistische democratie.

De economische en sociale crisis

We leven nog steeds onder de gevolgen van de grote financiële crisis van 2008, die een nieuwe grote depressie (in de zin van Michael Roberts) zou hebben geopend, zoals die van 1873-90 en vooral zoals die van 1929-1933. Voor de meeste linkse analisten leven we in een crisis van de neoliberale globalisering. Ten eerste omdat die manier van kapitalistisch opereren niet meer in staat is om, zoals voorheen, groei en de winstpercentages te garanderen die het eind jaren tachtig en in de jaren negentig garandeerde. Ten tweede omdat geopolitieke polarisatie, verergerd door de Europese oorlog en de opmars van nationalismen, super-geïnternationaliseerde waardeketens aan het wankelen brengt (laten we de energieketen Europa-Rusland noemen en de wereldwijde chipproductie, die het doelwit is van de woede van de VS om het Chinese leiderschap in telecommunicatie en kunstmatige intelligentie te voorkomen).

Met covid (met meer blijvende economische gevolgen in China), vervolgens de Russische invasie in Oekraïne en de gevolgen daarvan en de verscherping van de rivaliteit tussen de VS en China, is er een tendens om de toch al geschokte wereldwijde productieketens opnieuw vorm te geven. Geen van deze moeilijkheden weerhoudt de imperialistische neoliberale regeringen en hun ondergeschikten er echter van om door te gaan met hun aanpassingen en woeste aanvallen op lonen, sociale begrotingen en de vermarkting van de landbouw.

Ondanks de schamele groei na 2008 krabbelt de neoliberale economie uit haar eigen crisis door naar voren te vluchten, door de voortdurende concentratie van kapitaal, financialisering, publieke en private schuldenlast en digitalisering ‒ die steeds meer macht geeft aan de grote multinationale bedrijven in het algemeen en Big Tech in het bijzonder. De combinatie van stagnatie ‒ die nu ook China lijkt te treffen ‒ stijgende inflatie (verergerd door de Russische invasie in Oekraïne) en de uitvoering van hetzelfde neoliberale beleid, verergert alleen maar de sociale, regionale, raciale en genderongelijkheden tussen en binnen landen.

Het herstel van de internationale handel en de grote kredietverstrekking om de hervatting van activiteiten na de covidpandemie aan te moedigen, hebben geleid tot een plotselinge stijging van de vraag, speculatie op energie en grondstoffen en een sinds decennia ongekend inflatieniveau ‒ een situatie die in alle opzichten wordt verergerd door de economische impact (op de wereldwijde productie- en distributieketens) van de oorlog in Oekraïne.

De sterke stijging van de inflatie wordt verergerd door een spiraal van hogere winstmarges en hogere prijzen, en niet door een spiraal van hogere lonen en hogere prijzen, in tegenstelling tot wat met name de kopstukken van de ECB en de FED beweren. De FED, ECB en andere centrale banken hebben de rentetarieven verhoogd, met het risico van een wereldwijde recessie in 2023, maar ook met gevolgen voor minder gereguleerde financiële systemen zoals die in de VS en Zwitserland.

Ongebreideld zoeken naar bescherming tegen crises (of winstbehoud) moedigt financiële speculatie aan en bedreigt het systeem permanent met de golf van faillissementen in 2008 die niet alleen banken trof, maar ook grote industriële bedrijven zoals General Motors, Ford, General Electrics en grote vastgoedbedrijven. Naast het recessieve karakter ‒ dat de levensstandaard van de werkende massa’s op zijn grondvesten doet schudden ‒ zorgt de stijging van de rentetarieven voor een toename van de staats- en particuliere schulden, waardoor de voorwaarden worden gecreëerd voor nieuwe regionale of zelfs mondiale wanbetalingscrises.

De herschikking van de geopolitieke wereldorde

De ‘geopolitieke chaos’ waar we het een paar jaar geleden over hadden, is aan de ene kant verergerd, aan de andere kant geeft het aanleiding tot wat de marxistische econoom Claudio Katz de crisis van het imperiale systeem noemt ‒ dat wil zeggen, een verzwakking van de hegemoniale macht die gepaard gaat met de bevestiging van nieuwe imperialismes, zoals China en Rusland. Het is een herconfiguratie die aan de gang is in een mondiale context van immense instabiliteit, waarin niets geconsolideerd is, zodat elke categorische uitspraak nu een gok is op de meest waarschijnlijke hypothese. In ieder geval is er niet langer sprake van de unipolariteit in het blok onder leiding van de VS.

De feiten tonen echter aan dat met de versterking van de Aziatische reus op economisch, technologisch en militair gebied, we op zijn minst een inter-imperialistisch conflict beleven dat gebaseerd is op rivaliteit tussen het Noord-Amerikaanse blok aan de ene kant (met Europese imperialisten, Canada, Japan, Zuid-Korea, Australië) en een blok dat rond China wordt opgebouwd aan de andere kant. Het Chinese blok dat zich uitbreidt en offensief is ‒ het omvat Rusland (ondanks zijn specifieke belangen en tegenstellingen met Peking), Noord-Korea en veel Centraal-Aziatische republieken ‒ maakt nieuwe vrienden onder de kaliefen van het Midden-Oosten (Saoedi-Arabië, Qatar, Bahrein, Iran) en probeert van de BRICS een alliantie tegen de westerse imperialisten te maken.

De aard van de Chinese ‘grote sprong’ van de afgelopen 30 jaar was kapitalistisch. Als erfgenaam van een grote sociale revolutie en een wending naar restauratie vanaf de jaren 1980, die essentieel was voor de neoliberale herinrichting van de wereld (uitgevoerd in partnerschap met de VS en zijn bondgenoten), heeft het Chinese imperialisme eigen kenmerken, zoals alle imperialisme. De basis is een staatskapitalisme dat gepland en gecentraliseerd is in de CCP en de Chinese strijdkrachten, met een klassiek ontwikkelingsbeleid en veel grote bedrijven die joint ventures zijn tussen staatsbedrijven of door de staat gecontroleerde bedrijven en particuliere bedrijven.

Het imperialisme is natuurlijk nog in opbouw, maar wel heel vergevorderd. In de afgelopen 10 jaar is China het land geworden dat de meeste patenten ter wereld aanvraagt en registreert. China is nu meer een exporteur dan een importeur van kapitaal aan het worden, met de nadruk op zijn belangen in energie-, mijnbouw- en infrastructuurbedrijven in neokoloniale landen (Zuidoost- en Centraal-Azië, Afrika en Latijns-Amerika). Het land investeert steeds meer in bewapening en overschrijdt heftig de grens ‒ Taiwan en de Zuidzee ‒ die rivalen niet mogen overschrijden, maar het is nog steeds geen ‘ander land’ binnengevallen of koloniaal geworden in de klassieke zin van het woord (hoewel zijn beleid ten aanzien van Tibet en Xijiang in wezen imperialistisch en kolonialistisch is).

Het Rusland van vandaag is op zijn beurt de staat die het resultaat is van de grote vernietiging van de fundamenten van wat de Sovjet-Unie was, en het chaotische, niet-gecentraliseerde herstel dat daar plaatsvond ‒ van de overname van oude en nieuwe bedrijven door bureaucraten die in oligarchen veranderden. Poetin en zijn groep, die afkomstig is uit de sectoren van de oude spionage- en repressiediensten, kwamen aan het begin van deze eeuw met het project om het Russische kapitalisme opnieuw te centraliseren, met behulp van bonapartistische verhoudingen tussen oligarchen en een 21e-eeuwse versie van de oude nationaal-imperialistische ideologie van Groot-Rusland, omgevormd tot het belangrijkste instrument voor de herbevestiging van het Russische kapitalisme in de imperialistische concurrentie en voor een kwalitatieve toename van de onderdrukking van de volkeren van de Federatie ‒ met inbegrip van het Russische volk.

Het is in dit nieuwe panorama dat we de Russische invasie in Oekraïne, de oorlog die nu al bijna twee jaar aan de gang is, evenals het Israëlisch-Amerikaanse offensief tegen Gaza, moeten begrijpen. De oorlog in Oekraïne zou nog lang door kunnen gaan, zonder dat de ene gewapende macht de andere overheerst, ware het niet dat de Verenigde Staten de afgelopen maand veel grotere belangen hadden bij het garanderen van militaire en financiële hulp voor het Palestijnse bloedbad dan de verdedigingsoorlog van de Oekraïense regering en bevolking voor hun zelfbeschikking.

De VS is met Israël in het offensief in Palestina, zijn blok is actief in het Oost-Europese inzetgebied en bereidt zich voor op mogelijke conflicten in Azië (Taiwan, Chinese Zee) en Oceanië. Met China in economische problemen, Poetin voorlopig versterkt en het Amerikaanse regime in een ernstige crisis ‒ met de mogelijke terugkeer van Trump in het Witte Huis ‒ is het scenario voor het kapitalistische interstatelijke systeem er een van toenemende spanningen en even grote onzekerheden voor de arbeiders en de volkeren.

Deze nieuwe imperialistische (wan)orde heeft niet alleen geleid tot de oorlogen in Oekraïne en Palestina. We zien een toename van oorlogssituaties over de hele wereld, zoals die in Syrië, Jemen, Soedan, de oorlog van Israël tegen de Palestijnen en het conflict in het oostelijke deel van de Democratische Republiek Congo, om nog maar te zwijgen van de duidelijke of verhulde burgeroorlogen: zoals de burgeroorlog in Myamar, een voorbeeld van de eerste, en de permanente oorlog van Latijns-Amerikaanse staten tegen criminele organisaties en van die organisaties tegen de massa’s, zoals in Mexico en Brazilië.

Deze conflictueuze situatie rukt op in de geo-economie en geopolitiek van Afrika, waar Rusland economisch en militair concurreert met Frankrijk en de VS, vooral in de ex-Franstalige koloniën van West-Afrika. China probeert zijn economische invloed in alle delen van het Afrikaanse continent te vergroten. De nieuwe wanorde dreigt te leiden tot meer inter-imperialistische conflicten en de hervatting van de nucleaire wedloop, waardoor de wereld instabieler, gewelddadiger en gevaarlijker wordt.

De opkomst van rivalen neemt niet weg dat de VS het rijkste en militair machtigste land is, met de bourgeoisie die het meest overtuigd is van haar ‘historische missie’ om koste wat het kost over de planeet te heersen en daarom oorlog te voeren ten gunste van de continuïteit van haar hegemonie. Het punt is dat de VS weliswaar onverslaanbaar is, maar dat het land een serieus probleem heeft: een imperialistische hegemonie (zoals alle hegemonieën) kan alleen in stand worden gehouden als het ook zijn bondgenoten en binnenlandse publiek overtuigt.

Uncle Sam is degene die effectief het laatste woord heeft in de nog steeds hegemoniale imperialistische ‘collectiviteit’, maar het land heeft heel ernstige problemen die in de vorige periode niet bestonden: de zakelijke en politieke elite is meer dan ooit verdeeld over het project van interne overheersing (een samenleving en een burgerlijk-democratisch regime in een open crisis sinds de Tea Party en Trump de Republikeinse Partij van binnenuit hebben overgenomen) en wordt gedwongen om het probleem aan te pakken van het ongedaan maken van de waardeketens die de Amerikaanse economie de afgelopen 40 jaar diepgaand hebben verbonden met de Chinese economie.

De plaats van de oorlog in Oekraïne

De invasie van Oekraïne door het leger van Poetin heeft het nieuwe ontwerp van de geopolitieke wereld versneld. Gezien de escalerende spanningen in Oost-Azië rond Taiwan en de Zuid-Chinese Zee is het gevaar van rechtstreekse oorlogen tussen de belangrijkste imperialistische machten die elkaar beconcurreren toegenomen. Er is gevaar voor een nucleaire escalatie, ook al is dat niet het meest waarschijnlijke. De ‘nieuwe orde’ in opbouw, die al de dreiging in zich draagt van meer tussentijdse imperialistische conflicten en een hervatting van de nucleaire race, maakt de wereld meer conflictueel en gevaarlijker.

De ongerechtvaardigde en gruwelijke Russische invasie van Oekraïne waartoe Poetin op 24 februari 2022 besloot en de oorlog die daardoor werd uitgelokt, hebben al meer dan 250.000 doden geëist (50.000 voor het Russische leger) en bijna 100.000 Oekraïense burgers. De Russische bombardementen in burgerzones en de aanvallen op spoorwegen, wegen, fabrieken en opslagplaatsen hebben de Oekraïense infrastructuur verwoest. Miljoenen Oekraïners zijn gedwongen het land te ontvluchten, waardoor hun families en sociale netwerken uiteen zijn gevallen en ze in de situatie van vluchtelingen terecht zijn gekomen, wat in verschillende landen kan betekenen dat ze geen permanente status, huisvesting, werk of inkomen hebben, en wat een grote last op de schouders legt van de buurlanden, waarvan de bevolking in actie is gekomen om materiële steun te geven.

Wij verdedigen het recht van het Oekraïense volk om zijn eigen toekomst te bepalen in zijn eigen belang en met respect voor de rechten van alle minderheden; hun recht om die toekomst te bepalen onafhankelijk van de belangen van de oligarchie of het huidige neoliberale kapitalistische regime, de voorwaarden van het IMF of de EU, met volledige kwijtschelding van hun schuld; en het recht van alle vluchtelingen en ontheemden om terug te keren met volledige veiligheid en rechten.

De enige duurzame oplossing voor deze oorlog kan zijn dat er een einde komt aan de bombardementen op de burgerbevolking en de energievoorziening en dat de Russische troepen zich volledig terugtrekken. Alle onderhandelingen moeten openbaar zijn in het bijzijn van het Oekraïense volk. We strijden voor de ontmanteling van alle militaire blokken ‒ NAVO, CSTO, AUKUS ‒ en we blijven ook strijden voor wereldwijde ontwapening ‒ vooral op het gebied van nucleaire en chemische wapens.

In Rusland en Belarus worden degenen die zich verzetten tegen de imperialistische oorlog van Poetin gecriminaliseerd. Deserteurs uit het leger en degenen die openlijk durven te protesteren worden in Rusland zwaar onderdrukt. Honderdduizenden mensen zijn ook gedwongen Rusland te ontvluchten, vaak zonder vluchtelingenstatus en geconfronteerd met de gevolgen van maatregelen die bedoeld zijn om aanhangers van het Russische regime te straffen. Ook zij verdienen onze volledige solidariteit. We roepen op om een einde te maken aan alle onderdrukking van Russische tegenstanders van de oorlog en, indien nodig, hen op te vangen in de landen van hun keuze.

De recente staatsgrepen in Afrika

De recente militaire staatsgrepen in voormalige Franse koloniën in Afrika (Mali, Burkina Faso en Niger) zijn een indicatie van de diepe sociale en politieke crisis in deze regio, die verzwakt is door de toename van militaire acties door islamistische terreurgroepen die versterkt zijn door de nederlaag van Khadafi in Libië en de interventie van de westerse mogendheden. In deze vier landen hebben de militairen die de macht grepen, zonder op verzet te stuiten in een context van regimecrisis, geprofiteerd van het totale diskrediet van de politieke instellingen en de wijdverspreide afwijzing van de Franse imperialistische aanwezigheid onder de bevolking, vooral onder de jongeren in de Sahel.

Die afwijzing van het imperialistische Frankrijk onder de bevolking kwam ook heel duidelijk tot uiting in Senegal tijdens de sociale bewegingen in 2021. In het geval van de militaire staatsgreep in Gabon, dat deel uitmaakt van Centraal-Afrika en ook een voormalige Franse kolonie is, is de beslissende factor de crisis van het regime, omdat er niet dezelfde afwijzing van Frankrijk is als in de buurlanden.

De militairen die aan de macht zijn gekomen bieden echter geen echt alternatief voor het imperialistische beleid en het neoliberale model, net zomin als de islamisten die sinds de Arabische Lente via verkiezingen in Tunesië en Egypte aan de macht zijn gekomen. Geen van hen spreekt zelfs over de kwestie van het anti-imperialisme ‒ zo krachtig op het continent in de jaren 1960 en 1970 ‒ en de noodzaak van een Afrikaanse eenheid die radicaal verschilt van de vermeende eenheid die wordt vertegenwoordigd door de Afrikaanse Unie en haar oriëntatie op integratie in de neoliberale globalisering.

Als Vierde Internationale verwerpen we het westerse imperialistische discours dat, onder het mom van het herstel van de constitutionele orde in die landen, militaire interventie wil steunen om zijn belangen te beschermen. We steunen de eis voor het vertrek van de Franse militaire troepen uit de hele regio, te beginnen met Niger. We eisen de sluiting van de Amerikaanse militaire basis in Agadez in Niger en het vertrek van de troepen van de Wagner-groep. We steunen alle inspanningen om de politieke en economische soevereiniteit van de volkeren te herwinnen in de richting van een nieuwe, anti-systemische beweging voor eenheid van landen en volkeren in Afrika.

Degenen van onderop reageren met mobilisaties

Na de crisis van 2008 kwamen er overal ter wereld weer massamobilisaties op gang. Arabische lente, Occupy Wall Street, Plaza del Sol in Madrid, Taksim in Istanbul, juni 2013 in Brazilië, Nuit Debout en gele hesjes in Frankrijk, mobilisaties in Buenos Aires, Hong Kong, Santiago, Bangkok. Die eerste golf werd gevolgd door een tweede golf van opstanden en explosies tussen 2018 en 2019, onderbroken door de pandemie: de antiracistische opstand in de VS en het VK, met de dood van George Floyd, vrouwenmobilisaties in veel delen van de wereld, waaronder de heroïsche strijd van vrouwen in Iran, opstanden tegen autocratische regimes zoals in Belarus (2020), een massale staking van Indiase boeren die honderdduizenden boeren in actie bracht en zegevierde in 2021.

In 2019 waren er demonstraties, stakingen en pogingen om regeringen omver te werpen in meer dan 100 landen ‒ zes daarvan slaagden erin tegenhervormingen omver te werpen of aan te passen, in vier werden regeringen omver geworpen en in twee werden regeringen volledig hervormd (studie van de Franse nieuwssite Mediapart, 24/11/2019).

Hoogtepunten na de pandemie zijn onder meer het drie maanden durende verzet in Frankrijk tegen de pensioenhervorming van Macron; de opstand van arbeiders, studenten en het volk in China die hielp om het covid zero-beleid van de CCP te verslaan. In de VS gaat het proces van vakbondsvorming en strijd verder in de nieuwe productietakken (Starbuck, Amazon, UPS), met de opkomst van nieuwe antibureaucratische processen aan de basis (rank and file), met stakingen van arbeiders voornamelijk in het onderwijs en de gezondheidszorg in 2022/2023 en de grote stakingen van Hollywood-scenaristen en acteurs, evenals de historische en tot nu toe zegevierende staking van de arbeiders van de drie grote autofabrikanten in het land.

De arbeidersklasse in brede zin, die zich nu voorbereidt op de gevolgen van Kunstmatige Intelligentie (en zich verzet, zoals te zien is in de staking van Hollywood scenarioschrijvers en acteurs), is nog steeds levend en talrijk, hoewel geherstructureerd, onderdrukt, minder bewust en georganiseerd dan in de vorige eeuw. De grote industriële complexen overleven in China en verspreiden zich over Zuidoost-Azië. Boeren in Afrika, Zuid-Azië (India en Pakistan) en Latijns-Amerika verzetten zich ook dapper tegen de invasie van de imperialistische agrobusiness. Inheemse volken, die 10 procent van de wereldbevolking uitmaken, verzetten zich tegen de opmars van het kapitaal over hun grondgebied en verdedigen gemeenschappelijke goederen [bossen] die essentieel zijn voor de hele mensheid. De nederlaag van de Arabische Lente en de Syrische tragedie vertragen het verzetsvermogen van de volkeren in het Nabije en Midden-Oosten ‒ desondanks zien we de heroïsche opstand van de vrouwen en meisjes in Iran.

In Latijns-Amerika worden de sociale explosies en strijd ‒ die democratische en economische eisen combineren ‒ gekanaliseerd in de verkiezing van zogenaamde ‘progressieve’ regeringen, met alle verschillen die er bestaan tussen de regeringen van Lula en Andrés Manuel López Obrador (AMLO) enerzijds en Petro en Boric anderzijds. Ons algemene beleid moet er niet een zijn van frontale en sektarische oppositie tegen deze regeringen, maar van eisen en mobilisatie (ook voor betere manieren om extreemrechts te bestrijden), met behoud van de onafhankelijkheid van de bewegingen en partijen waarin we actief zijn.

Arbeiders blijven zich verzetten tegen het kapitaal en vechten voor hun levensomstandigheden, zij het onder nieuwe vormen van arbeidsorganisatie en nieuwe manieren om zich te organiseren om te vechten en daarom met meer moeite dan in de glorieuze jaren van de 20e-eeuwse welvaartsstaat. Het is noodzakelijk om harder dan ooit te werken, in elk land, in elke stedelijke periferie, op elke werkplek, in elke bezetting en staking, in elke nieuwe basisvakbond, in elke nieuwe categorie en nieuwe volksbeweging van verzet tegen de orde, om zich met elkaar te verenigen voor gemeenschappelijke eisen, in het creëren en versterken van zelforganisatie en in de antikapitalistische politisering van eisen, naar de wederopbouw van een bewustzijn van de uitgebuitenen en onderdrukten tegen het kapitalisme en van hun klassenonafhankelijkheid.

In Afrika bezuiden de Sahara lijken de zogenaamde burgerbewegingen (Le Balai citoyen, Y en a marre!, Lucha, etcetera) op zoek te zijn naar een nieuwe impuls; maar er zijn ook volksdemonstraties, inclusief die van de politieke oppositie, waarop de regimes ook reageren met felle repressie (Senegal, Swatini/ex-Swaziland, Zimbabwe, etcetera). Over het algemeen is een linkse of ‘progressieve’ (anti-neoliberale) verankering niet vanzelfsprekend, laat staan een antikapitalistisch perspectief (zoals naar voren gebracht door de Algerijnse kameraden tijdens de Hirak).

De centrale eisen voor een nieuwe tijd

In een dergelijke situatie brengt de situatie van de arbeidersklasse en uitgebuite en onderdrukte mensen verschillende eisen naar voren die ecologische kwesties, gender- en rassenkwesties, democratische kwesties in het algemeen ‒ tegen autoritaire regimes, neofascisme en alle imperialisme ‒ combineren. Eensgezind links beleid (enkelvoudige fronten) en zelfs overgangseenheid met midden- of burgerlijke sectoren tegen fascisme (brede fronten) zijn een belangrijk deel van ons repertoire in deze tijden, hoewel we nooit onderhandelen of accepteren dat we onze politieke onafhankelijkheid en die van de sociale bewegingen verliezen.

Basisbehoeften, basisrechten moeten worden vervuld voor alle mensen, gratis gezondheidszorg, fatsoenlijke huisvesting, fatsoenlijk werk en een fatsoenlijk loon en pensioen, toegang tot water. Een groot deel van de mensheid heeft steeds minder van deze middelen vanwege de privatisering van land en productiemiddelen voor kapitalistische winsten, vanwege het bezuinigingsbeleid en de catastrofale gevolgen van klimaatveranderingen.

We moeten strijden tegen autoritaire regeringen en voor democratische rechten, voor het algemene recht van de samenleving op zorg, tegen de discriminatie waaronder vrouwen lijden om over hun eigen lichaam en hun eigen leven te beschikken, voor het recht op abortus, voor gelijke lonen en inkomens, tegen structureel racisme dat zwarte mensen, inheemse bevolkingsgroepen en andere geracialiseerde etniciteiten discrimineert, en tegen de conservatieve homo- en transfobie die de wereldwijde LHBTQI-gemeenschap aanvalt.

Al deze strijd moet worden gebundeld om de regimes van uitbuiting en onderdrukking omver te werpen, om de strijd tegen het kapitalisme te versterken. Al deze taken en oorlogsdreigingen leiden tot de behoefte aan een nieuw internationalisme, een strijdend internationalisme van degenen van onderop. Terwijl veel sociale bewegingen en mobilisaties vandaag de dag exploderen, moeten we opnieuw internationalistische banden en initiatieven opbouwen ‒ zoals die van havenarbeiders uit heel Europa die Israël boycotten ‒ en campagnes die links en sociale bewegingen samenbrengen, met uitwisselingen die het mogelijk maken om gemeenschappelijke eisen te verdedigen, om overwinningen en vooruitgang te vergemakkelijken die de situatie ten gunste van de sociale meerderheden kunnen keren.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Fourth International. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.