Latijns-Amerika maakt abrupte veranderingen door met enorme confrontaties tussen de onteigenden en de bevoorrechten. Deze confrontatie omvat zowel opstanden van het volk als reacties van de onderdrukkers.

De opstanden van oktober

De opstand in Chili is de belangrijkste gebeurtenis in de Latijns-Amerikaanse tsunami. Het is de grootste opstand in de geschiedenis van het land. Elke dag verlaten duizenden jongeren hun scholen, universiteiten en buurten om de veiligheidstroepen het hoofd te bieden. Hun spandoeken zijn eenvoudig: ‘Chili is moe. Wij zijn wakker geworden.’ Een volk uitgeput door vernederingen is opgestaan tegen het neoliberale model. Zeventig procent van het totale inkomen van huishoudens wordt opgeslokt door schulden om privé-onderwijs, gezondheidszorg en pensioensparen te betalen. Chili deelt het podium met acht van de meest ongelijke landen ter wereld.

De massa van de bevolking wordt geconfronteerd met een geïsoleerde regering, die is aangetreden bij verkiezingen die gekenmerkt werden door onthouding van stemming. De conservatieve president Sebastián Piñera zet een wrede repressie in, die al meer dan twintig doden, duizenden gevangenen en talloze gewonden heeft veroorzaakt. Er zijn onweerlegbare berichten over seksueel misbruik van gedetineerde vrouwen. Het leger voert dit vandalisme uit om zijn privileges die Pinochet heeft nagelaten te behouden, maar sommige soldaten hebben geweigerd deel te nemen aan de repressie.

Piñera is overweldigd. Hij stelde een avondklok in, die hij vervolgens moest intrekken. Hij vroeg om een dialoog, en liet vervolgens de bloedhonden los. Elke dag kondigt hij een sociale tegemoetkoming aan, maar die levert geen enkel resultaat op. De bevolking blijft de straat op komen om de gefrustreerde ervaring van de massaprotesten van 2006 en 2011, die slechts tot cosmetische veranderingen hebben geleid, niet te herhalen.

Ondertussen proberen de politici van het centrum-linkse Concertación (Overleg) pact – waar zowel christendemocraten als de Socialistische Partij deel van uitmaken – de eisen van de opstand af te zwakken. Deze krachten steunden het regime dertig jaar lang en rechtvaardigden in eerste instantie zelfs de militarisering van vorige maand. Nu promoten ze een oproep om een referendum te houden dat de continuïteit van de regering-Piñera waarborgt en tegelijkertijd de besluitvormingssoevereiniteit van een toekomstige grondwetswijziging blokkeert.

Ecuador is het tweede epicentrum van de opstand. De inheemse gemeenschappen verzetten zich tegen een stijging van de brandstofprijzen op lokaal niveau en werden vervolgens vergezeld door andere sectoren van de bevolking in een monumentale mars naar Quito. Lenin Moreno ontsnapte naar Guayaquil (een conservatieve enclave) en koos voor bloedige repressie, met zeven doden en duizenden gewonden tot gevolg. Maar na enkele dagen van intense strijd gaf hij het op. Hij annuleerde de stijging van brandstofprijzen en stemde in met de overwinning van de onverzettelijkheid van CONAIE (Confederatie van inheemse nationaliteiten van Ecuador). Toen de inheemse volken het parlement binnenliepen, herinnerde de voortvluchtige president zich hoe drie van zijn voorgangers door dezelfde krachten werden neergehaald (1997, 2000 en 2005).

De demonstranten bezetten ook de kantoren van het IMF en waarschuwden de bankiers voor wat ze kunnen verwachten van deze nieuwe ronde van verzet. Na overwinningen op de barricades organiseerden de sociale bewegingen een Parlement van de Volken, een teken dat de opstand alternatieve projecten begint te articuleren.

De fascistische dreiging

De staatsgreep in Bolivia introduceerde een dramatisch tegenwicht tegen de opstanden in Chili en Ecuador. Rechts nam het initiatief en nam de regering over. Het was een beslissende actie onder de directe leiding van het leger. President Evo Morales nam gedwongen ontslag toen de generaals weigerden hem te gehoorzamen. Hij nam niet ontslag onder de druk van de algemene crisis (zoals de Argentijnse president De la Rúa in 2001). Hij werd uit het presidentschap verwijderd door het militaire opperbevel.

De belangrijkste eigenschap van deze operatie was echter de fascistische kleur ervan. De veiligheidstroepen stelden hun eigen bevrijde zones in, bezet door tuig dat een schrikbewind uitoefende. Ze ontvoerden sociale leiders, vielen openbare instellingen binnen en vernederden tegenstanders. De leider van de staatsgreep en christelijk fundamentalist Luis Fernando Camacho bracht de verklaringen van de extreemrechtse Braziliaanse president Jair Bolsonaro in de praktijk.

Met bijbels in de hand en evangelische gebeden verbrandden zijn aanhangers huizen, ontvoerden vrouwen en knevelden journalisten. Camacho riep racistische slogans tegen de ‘cholo’s’, terwijl zijn handlangers de ‘coyas’ bespotten (racistische benamingen voor de inheemse bevolking geuit door de racistische elite), ze verbrandden de inheemse Whipalavlag en sloegen de inheemse bevolking op straat. Net als in Duitsland in de jaren dertig van de vorige eeuw heeft Camacho legioenen uit de wraakzuchtige middenklasse geronseld die de inheemse bevolking vernederen.

De heersende klasse neemt vrolijk wraak. Deze klasse heeft nooit het feit geaccepteerd dat een indiaan, Evo, president werd, en ze staan positief tegenover Camacho’s horden. De economische en militaire elite van Bolivia hoopt de staatsgreep te stabiliseren en – na een periode met de bendes van Camacho’s aan de macht – hun vertrouwde mannen in posities te plaatsen om de staat te leiden. Maar hun onmiddellijke prioriteit is het consolideren van Evo’s omverwerping.

De prominente rol van de Verenigde Staten in het complot werd bevestigd door de lof van Trump voor de interventie van het leger. Het internationale bedrijfsleven bood de leiders van de staatsgreep royale steun en slaagde erin de zegen van de Europese Unie te verkrijgen. De zelfverklaarde interim-president Jeanine Áñez probeert het presidentschap lang genoeg te bekleden om nieuwe verkiezingen te organiseren. Het staatsgreepregime beweegt heen en weer tussen de inspanningen die nodig zijn om de schijnvertoning in stand te houden en de directe uitoefening van een dictatuur.

Als reactie op de staatsgreep is Bolivia teruggekeerd naar zijn traditie van onbestuurbaarheid.

Het heldhaftige verzet van de bevolking groeit onder barre omstandigheden. In de eerste vijf dagen van de staatsgreep zijn er 24 doden gevallen. Ondanks het hardhandig optreden breidden de mobilisaties zich uit van het bastion El Alto – een inheemse meerderheidsstad van een miljoen inwoners die aan de hoofdstad La Paz grenst – naar steden in het hele land. Honderden organisaties uit volksbuurten, die weten hoe ze straatgevechten moeten organiseren, vormen het hart van de strijd.

In het licht van deze acties moet de houding van Evo worden geëvalueerd. Het grootste probleem met zijn strategie was niet dat hij hoopte permanent in functie te blijven, maar zijn totale gebrek aan vooruitziende blik dat de staatsgreep eraan zat te komen. De militanten die het verzet organiseren zijn zich volledig bewust van deze tekortkoming.

Een klinkende overwinning en een positief voorbeeld

Lula’s vrijlating wekte een enorme vreugde bij degenen die zich tegen zijn arrestatie verzetten en leverde ook een belangrijke klap tegen de anti-corruptie farce van de Lava Jato (Operatie wasstraat) die door rechter Moro (momenteel minister van Justitie onder Bolsonaro) en zijn medeplichtigen bij O Globo – het grootste dagblad van Brazilië – en hun campagne om te voorkomen dat de onveranderlijk populaire Lula zich opnieuw kandidaat stelt als president. Nu moet rechts zich bezighouden met massale protesten die het volledige herstel van de politieke rechten van Lula eisen in afwachting van een mogelijke presidentiële kandidatuur in 2022.

Die protesten tegen Bolsonaro zullen overal op het continent weerklank vinden. En ze zullen des te meer impact hebben omdat hij duidelijk niet over de minimale zelfcontrole beschikt die nodig is om zijn uitvoerende rol aan het hoofd van de Braziliaanse staat uit te oefenen. In plaats daarvan zal hij doorgaan met zijn carnavaleske capriolen.

Bolsonaro’s lompe gedrag als president verergert de interne crises in zijn regering. Het is al aan het licht gekomen dat een aantal van zijn familieleden witwasmisdrijven hebben gepleegd en er zijn onlangs getuigenissen naar voren gekomen die hem rechtstreeks in verband brengen met de moord op het gemeenteraadslid van de Partij voor Socialisme en Vrijheid uit Rio de Janeiro, Marielle Franco.

Ondanks alle schade die hij heeft aangericht, is Bolsonaro er niet in geslaagd zijn reactionaire retoriek te vertalen in een concreet fascistisch programma of een fascistische staat. Werknemers begonnen een enorme staking tegen zijn neoliberale pensioenhervormingen en drie miljoen mensen marcheerden tegen homofobie, een centraal onderdeel van Bolsonaro’s politieke- en persoonlijke profiel. Ondertussen bereikten studentenprotesten tegen bezuinigingen op de begroting een ongekend massale schaal, ze riepen op tot actie onder de leus ‘boeken ja, wapens nee’.

De onverbiddelijke Bolsonaro plant een tegenoffensief, waaronder het mobiliseren van zijn rechtse sociale basis om te eisen dat Lula naar de gevangenis wordt teruggestuurd. Wat er vervolgens in Brazilië gebeurt, zal voortkomen uit deze confrontatie.

De democratische overwinning in Brazilië is een aanvulling op een nog belangrijkere overwinning in Venezuela. Omdat Trump de invallen van Reagan of Bush in Grenada (1983) of Panama (1989) niet kon kopiëren, moest hij zich tevreden stellen met de toe-eigening van de dochteronderneming van de Venezolaanse nationale oliemaatschappij (PdVSA) in de Verenigde Staten. Zijn Venezolaanse lakeien probeerden alle denkbare plannen uit, maar ze werden ondermijnd door de mislukte zelfproclamatie van Juan Guaidó als president van Venezuela. Geconfronteerd met een zeer moeilijk sociaal scenario (verergerd door gigantische fouten in het economisch beleid van de regering van president Nicolás Maduro), slaagde David erin om Goliath tegen te houden.

Het Bolivariaanse kamp (zoals de door Hugo Chávez ontstane beweging wordt genoemd) houdt tot op de dag van vandaag een intens niveau van straatmobilisaties in stand en vecht voor controle over de openbare ruimte telkens als de oppositie verschijnt. Bovendien is de militaire cohesie en loyaliteit aan de regering bewaard gebleven (Gaido is er bijvoorbeeld niet in geslaagd om het hoge commando over te nemen) door middel van een voortdurende politieke interventie in het leger onder druk van de volksmilities. Deze acties illustreren hoe bedreigingen van rechts het hoofd kan worden geboden. Om fascisten te verslaan, moet je zonder aarzeling handelen.

Onafgebroken strijd en verkiezingsconfrontaties

Protesten in Puerto Rico dwongen de gouverneur om ontslag te nemen nadat hij de slachtoffers van de orkaan had bespot en homofobe opmerkingen had gemaakt. In het naburige Haïti zijn de demonstraties van de afgelopen maanden monumentaal geweest. Elke dag worden er in de steden barricades gebouwd om te protesteren tegen een regering die de onbeschrijflijke verarming van de bevolking heeft verergerd. Honduras blijft gebukt gaan onder het aanhoudende verzet tegen het bloedige regime dat door middel van verkiezingsfraude (2017 en 2013) aan de macht is gekomen. De criminelen die de staat besturen hebben niet alleen de milieuactivist Berta Cáceres vermoord, ze hebben ook zo’n 200 activisten uit de bevolking, die de maffia van de veiligheidstroepen durven te trotseren, vermoord.

De strijd in Latijns-Amerika strekt zich ook uit tot het electorale gebied. Vorig jaar behaalde Andrés Manuel López Obrador een overweldigende overwinning in Mexico, waarmee een verstikkende cyclus van PRI- en PAN-regeringen werd afgesloten. De hoop is erop gericht een einde te maken aan het geweld dat inherent is aan de zogenaamde oorlog tegen de drugs, die het land tot een kerkhof heeft gemaakt: 300.000 doden en 26.000 ongeïdentificeerde lichamen. Talloze sociale leiders zijn afgeslacht in een oorlog die verder gaat dan het vereffenen van de rekeningen tussen de georganiseerde misdaadsyndicaten.

De kiezers verwachten van López Obrador dat hij een einde maakt aan de gedwongen verhuizing van de bevolking en dat hij de daders van bloedbaden zoals die in Ayozinatpa onderzoekt en vervolgt. Het bereiken van deze doelstellingen zal in strijd zijn met de recente invoering van nieuwe interne veiligheidsnormen, die antidrugsacties van de strijdkrachten toestaan. López Obrador’s onderwerping aan Trump’s chantage en zijn eis om Midden-Amerikaanse migranten aan de zuidgrens van Mexico tegen te houden door het inzetten van de Nationale Garde zullen dit gevaar alleen maar vergroten.

De overwinning van de gekozen president Alberto Fernández in Argentinië markeert een andere belangrijke electorale ommekeer voor rechts in Latijns-Amerika met de terugkeer naar de macht van het peronistische blok, waaronder Cristina Fernández de Kirchner, die tot vicepresident is verkozen. De Argentijnse beweging zal de rekening moeten vereffenen in de reacties op de sociaal-economische catastrofe die de conservatieve president Mauricio Macri heeft achtergelaten. Dit dramatische scenario kan leiden tot een hervatting van de politieke mobilisatie in het land met het hoogste niveau van vakbonds- en sociale organisatie in de hele regio.

In Colombia zijn we getuige van de langzame opkomst van centrum-linkse krachten, die zich voor het eerst kandidaat stellen voor verkiezingen in gemeenten en voor gouverneurschappen tegen de oligarchie en de paramilitairen. En op 21 november heeft de grootste staking en het grootste massale protest in de Colombiaanse geschiedenis het regime van de conservatieve president Iván Duque geschokt en hem gedwongen de grenzen van het land te sluiten en een avondklok in te stellen.

Aan de andere kant zag het centrumlinkse Frente Amplio (het Brede Front) in Uruguay zijn steun in 2019 na 15 jaar aan de macht te zijn geweest, afnemen. En een paar maanden geleden veroverde een geïmproviseerde rechtse coalitie in El Salvador het presidentschap en maakte een einde aan een decennium van wankel management door het Frente Farabundo Martí para la Liberación Nacional (FMLN).

Deze laatste voorbeelden bewijzen waarom volksmobilisaties moeten worden gehandhaafd en waarom links zich niet kan beperken tot de stembus. In plaats daarvan is het van vitaal belang om open communicatiekanalen te onderhouden met organisaties die voortkomen uit sociale strijd. We kunnen nu al een glimp opvangen van dit soort ontwikkelingen in de Chileense buurtorganisaties (Cabildos), in het Parlement van de Volken in Ecuador, in de Bijeenkomsten van Bewegingen in Bolivia en in de Gecoördineerde Organisaties van Haïti.

Bedreigingen en sloopwerkzaamheden

Het is duidelijk dat de staatsgreep weer opduikt als instrument in de handen van de heersende klassen. Bolivia bekroont een reeks die in Honduras (2009) is gestart, in praktijk gebracht is in Paraguay (2012) en zich heeft uitgebreid tot Brazilië (2016). In elk van deze gevallen is het leger teruggekeerd naar de voorhoede van de politiek, als garantie voor nieuwe autoritaire vormen van handhaving van de noodtoestand. De media manipuleren informatie, presenteren corruptie als een ziekte die uniek is voor centrumlinkse regeringen en promoten valse nieuwsberichten van inlichtingendiensten op verzoek van rechtse groeperingen. Ondertussen ondersteunt rechts haar leugens met verschillende middelen om het bewustzijn van het volk te verwarren, waaronder het aanmoedigen van religieus fanatisme gebaseerd op evangelische kerken die miljoenen dollars bijdragen aan het aanwakkeren van angst en het vernietigen van solidariteit.

De belangrijkste prioriteit van Washington is het terugwinnen van het grootste olieveld op het halfrond in Venezuela. Het heeft ook zijn embargo tegen Cuba aangescherpt en samengespannen om de toegang tot de enorme lithiumreserves in het Boliviaanse Altiplano open te stellen. Evo zette uitgebreide gesprekken met Chinese bedrijven voort om de exploitatie van deze strategische hulpbron uit te breiden, een feit dat de regering-Trump niet uit het oog verliest. Op de recente BRICS-top (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) in Brasilia, Brazilië, zijn duidelijke intentieverklaringen van China ten gunste van vrijhandel in de regio opgenomen. Bolsonaro zelf is begonnen een vrijhandelsovereenkomst met China te overwegen.

Om deze groeiende rivaliteit om invloed in Latijns-Amerika tegen te gaan, heeft Trump de regionale aanwezigheid van het Amerikaanse leger vergroot en nauwe relaties met Latijns-Amerikaanse militairen opgebouwd als middel om de economische belangen van het Amerikaanse bedrijfsleven te verdedigen. De Amerikaanse interventie dient ook om het neoliberalisme te versterken, dat door de Chileense opstand op de proef is gesteld.

Die opstand vernietigde de neoliberale mythes die het meest geprezen werden door de kapitalisten in de regio. De opstand in het Andesgebied heeft internationaal weerklank gevonden, omdat ze de door de Chicago Boys gekoesterde orthodoxie als oplichterij heeft ontmaskerd. De protesten hebben ook laten zien hoe het neoliberalisme de sociale desintegratie in Latijns-Amerika in de hand werkt, wat leidt tot massale migratie als de lokale economieën worden opengesteld voor internationale concurrentie en als kleine boeren worden vernietigd.

Onteigening wakkert het vertrek naar het Noorden aan en geen enkele muur of veiligheidsdienst kan dat tegenhouden. Het neoliberalisme breidde de criminaliteit uit en leidde tot angstaanjagend geweld. Van de 50 gevaarlijkste steden ter wereld bevinden zich er 43 in Latijns-Amerika. Dit model is ook verantwoordelijk voor de vernietiging van het milieu en de recente branden in het Amazonegebied. Het opzettelijk verbranden van grote bossen wordt gedaan om sojabonen te planten of om grasland te creëren voor vee volgens de wet van het maximaliseren van de winst.

Interpretaties en lessen tot nu toe

Rechts negeert niet alleen de rampen die veroorzaakt worden door haar management, maar beweert ook dat ze een bloeiende middenklasse heeft gesmeed, die nu een grotere deelname aan het openbare leven nastreeft. Maar de ‘middenklasse’ is slechts een etiket dat wordt gebruikt door rechts om een rechtvaardiging te improviseren. Ze mengen appels met peren om interpretaties van sociale ontwikkeling af te dwingen die aan hun vooroordelen voldoen.

Tegelijkertijd zijn de controverses over het huidige scenario niet beperkt tot rechts. Er zijn ook bepaalde verwarde denkers bij betrokken die zich tot links rekenen. Deze analisten zijn niet in staat om onderscheid te maken tussen een volksopstand en reactionair geraas. Dit onderscheid moeten we categorisch maken. Een anti-regeringsbarricade in Venezuela staat tegenover inheemse protesten in Ecuador. De aanhangers van Camacho in Bolivia zijn onze vijanden en de verdedigers van Evo zijn onze bondgenoten.

Het is belangrijk om deze vanzelfsprekende feiten in gedachten te houden in het licht van neutrale stellingnames, die bedoeld zijn om de enorme kloof tussen de tegengestelde kampen te overbruggen. Deze neutralisten hebben Maduro en Guaidó in Venezuela met de zelfde heftigheid bekritiseerd en nu breiden ze deze gelijkwaardigheid uit naar Bolivia. De juiste karakterisering van de confrontatie in Bolivia is geen academische exercitie. Het is een voorwaarde om zich te organiseren tegen de plegers van de staatsgreep en om solidariteitsdemonstraties en -acties te intensiveren. Het is onmogelijk om solidariteit te organiseren als je niet weet tegen wie je moet vechten en wie je moet verdedigen.

Om de staatsgreep, het imperialisme en het neoliberalisme te verslaan, moeten de acties worden uitgebreid en de politieke actie worden geïntensiveerd. Maar we moeten ook leren van de fouten van onze kant die het herstel van rechts mogelijk hebben gemaakt. Het is heel moeilijk om vijanden binnen onze eigen beweging te verslaan. Hun herstel is de afgelopen tien jaar een permanent probleem voor ons geweest. De ultrareactionaire Lenín Moreno is het meest extreme geval. Moreno heeft niet alleen de hervormingen van vorige regeringen teruggedraaid, hij voert ook de agenda van de heersende klasse uit.

Ook mogen we niet vergeten dat een van de belangrijkste architecten van de parlementaire staatsgreep tegen de president van de Braziliaanse arbeiderspartij (PT), Dilma Rousseff, niemand minder was dan Michel Temer, haar eigen vicepresident. Het beleid van ‘verbreding van het front’ met pro-kapitalistische elementen heeft López Obrador er zelfs toe gebracht een regeringsalliantie aan te gaan met evangelisten, conservatieven en kapitalisten, ten koste van zijn radicale achterban.

Rechts heeft de neiging om terrein te herwinnen als progressieve regeringen hun electorale successen naïef verwarren met permanente politieke steun. Ze vergeten dat verkiezingen een moment zijn in de strijd om de macht. Maar als effectieve controle over de economie, de rechterlijke macht, het leger en de media allemaal in handen blijven van dominante groepen, is de terugkeer van rechts slechts een kwestie van tijd. Die terugkeer viel meestal samen met een uitputting van de progressieve inspanningen, waaronder de verbetering van de levensstandaard van de arbeidersklasse.

Deze paradox is bevestigd in Argentinië, Brazilië en El Salvador en zou zich kunnen herhalen in Uruguay. In alle gevallen zorgden centrum-linkse regeringen voor verlichting en hervormingen in het belang van de bevolking, wat vervolgens resulteerde in meer conservatieve electoraten. Die tegenstrijdigheid ligt ook ten grondslag aan de crisis in Bolivia. De afgelopen jaren heeft de MAS te lijden gehad onder aanzienlijke electorale tegenvallers, ondanks haar ongekende successen in het beheer van de economie. Ze bereikte hoge groeicijfers, een aanzienlijke vermindering van de armoede en sterke investeringen door het productieve gebruik van de aardgasinkomsten.

De depolitisering van de volksbeweging is de meest frequente verklaring voor deze kloof tussen sociaaleconomische verbeteringen en de afname van steun bij de verkiezingen. Sommigen beweren dat de kiezers individualistischer worden naarmate de consumptie toeneemt. Toch is die depolitisering in werkelijkheid een gevolg van de continuïteit van een systeem dat privileges voor de kapitalisten reproduceert. De ideologie in een samenleving zweeft niet in een vacuüm. Als de heersende klassen aan de macht blijven, dan breidt hun bevoorrechte positie zich ook uit tot electorale uitingen. De machtigen krijgen weer controle over de regering omdat ze nooit de macht hebben verloren.

De terugkeer van rechts is niet onvermijdelijk, noch is het slechts een natuurlijke functie van de veronderstelde slinger van het politieke leven. Het komt voort uit het gebrek aan radicalisme van het progressieve kamp. In plaats van op het juiste moment substantiële veranderingen aan te moedigen, past de progressieve politieke stroming zich aan de status quo aan. En omdat ze de mogelijkheid uitsluit om de macht van grote kapitalisten te veroveren, versterkt ze uiteindelijk de kapitalistische overheersing. De ervaring van centrumlinkse regeringen bevestigt dat het beperken van radicalisering de sluizen opent naar wraak van rechts.

Het belang van links

De huidige context vertoont bepaalde gelijkenissen met het heersende beeld aan het begin van de eeuw, toen een opeenvolging van opstanden in Venezuela, Ecuador, Bolivia en Argentinië de voorwaarden genereerde voor het ontstaan van de progressieve cyclus – de zogenaamde Roze Golf. Die periode werd afgesloten met een conservatieve restauratie, die nu, op haar beurt, wordt geconfronteerd met uitdagingen van een nieuwe generatie bewegingen en leiders.

De gelijkenis tussen nu en wat er in 1989-2005 gebeurde, blijkt uit de gelijkenis tussen de Ecuadoriaanse opstand van deze herfst en de Argentijnse Caracazo (protesten waarbij op potten en pannen werd geslagen) uit 2001. Beide opstanden ontstonden door reacties op een stijging van de brandstofprijzen die door het IMF werd opgelegd. Er zijn ook parallellen tussen 2001 en de opstand in Chili. De volkswoede tegen het politieke regime (‘¡Que se vayan todos!’, ‘Weg met ze!’) concentreert zich nu op de figuur van Piñera en de regeringsvorm die Pinochet heeft nagelaten.

Maar wat opvalt in de huidige cyclus is de omvang van de participatie van de bevolking. Het aantal demonstranten op straat verbreekt alle records van de laatste twee decennia. In Ecuador werden enkele malen hogere aantallen mensen in demonstraties geregistreerd dan in vorige pieken. In Haïti hebben naar schatting vijf miljoen mensen deelgenomen aan de protesten. In Chili namen twee miljoen mensen deel aan de protesten en in Puerto Rico zijn een miljoen mensen de  straat op gegaan.

De kans op echte winst en veranderingen in de machtsverhoudingen is enorm groot. Het opleven van de progressieve cyclus is niet het enige waar het om gaat. De huidige gevechten kunnen tot nieuwe en onverwachte scenario’s leiden. Het belangrijkste is om de inhoud van de confrontaties te begrijpen en om duidelijk te maken dat de belangen van een minderheid van kapitalisten wel moeten botsen met de wensen van de meerderheid van de bevolking. De rechtse politiek  van de machtigen botst met emancipatorische streven van links. De overwinning van onze volkeren vereist dat we die linkerzijde opbouwen, versterken en vernieuwen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Herramienta en Intersecciones. Een licht ingekorte Engelse vertaling werd gepubliceerd op No Borders News. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.