De Russische journalist en filosoof Ilya Budraitskis kondigde kortgeleden de lancering aan van een nieuw anti-oorlogsmedium, После/Posle [Na]. Zijn team zal Rusland en de wereld van na 24 februari onderzoeken en begrijpen vanuit het perspectief van linkse, socialistische krachten, die nu, net als bijna iedereen, een  politieke identiteitscrisis doormaken onder de nieuwe oorlogsomstandigheden. De website Cherta [De lijn] sprak met Budraitskis over hoe dit project zal verschillen van eerdere linkse mediaprojecten, over hoe de Russische agressie zich socialistische symbolen toe-eigent en wat links kan doen tegen de snelle militarisering van de wereld.

Er zijn al een aantal linkse mediakanalen – OpenLinks, Novo.media, Rabkor, Socialist.news van Socialist Alternative. Waarom heb je besloten om een nieuw links medium op te richten in plaats van een van deze projecten als basis te nemen? Is После/Posle meer een persoonlijk project?

Om te beginnen is de situatie voor alle media, niet alleen de linkse, in de afgelopen drie maanden heel ingrijpend veranderd. In feite moeten alle media die in Rusland bestaan, kiezen tussen de censuur volgen of openlijk over de oorlog spreken en zich blootstellen aan de risico’s van strenge staatsbeperkingen en repressie. Ons nieuwe project is ongecensureerd. We zullen het over de oorlog hebben; we zullen de oorlog analyseren, zijn oorzaken en zijn verloop. We zullen het hebben over het standpunt dat links kan innemen tegen de Russische agressie en propaganda.

После/Posle is een open platform, waarop niet alleen de verklaringen van de leden van ons collectief te vinden zullen zijn, maar ook een verscheidenheid aan stemmen, zoals die van Oekraïens links, van wie velen nu betrokken zijn bij het verzet tegen de Russische agressie. Het is ook heel belangrijk dat onze site tweetalig zal zijn – bijna al het materiaal dat hij zal bevatten zal in het Engels worden vertaald. We staan open voor een internationaal links publiek, dat momenteel een acuut gebrek aan informatie voelt over wat er in Oekraïne gebeurt en dat nu het standpunt van Russisch en Oekraïens links moet horen. Alleen al volgens deze criteria zal onze publicatie heel anders zijn dan alles wat er nu bestaat.

Wie zit er naast jou nog meer in het team? Streef je naar een verenigende rol voor heel links?

Naast mij is er Ilya Matveev, met wie we al geruime tijd de podcast Political Diary doen – die nu als onderdeel van После/Posle zal worden gepubliceerd. Daarnaast zijn er nog een hele reeks andere deelnemers die ik nu nog niet kan noemen. We zijn van plan ons redactieteam in de loop van de tijd uit te breiden, maar ik zou niet willen zeggen dat we een verenigende rol opeisen – we zijn niet van plan ons mediaproject te laten uitgroeien tot een politieke organisatie. Maar natuurlijk willen we deel uitmaken van de discussie die ter linkerzijde in Rusland, Oekraïne en de wereld wordt gevoerd en de uitdagingen waar we sinds 24 februari voor kwamen te staan, zin geven.

Nog even over de uitdagingen: jouw project heeft duidelijk een anti-oorlogsstandpunt ingenomen. Maar sommige delen van Russisch links hebben ook het volgende standpunt: er is een oorlog tussen twee rechtse projecten in Oekraïne, het ene westers-Atlantisch-liberaal en het andere reactionair Poetinistisch, wat betekent dat links ‘boven het strijdgewoel’ moet staan en ‘een plaag op beide huizen‘ moet wensen. Wat vindt je van dat standpunt? En vindt je dat Russisch links in deze oorlog aan de kant van Oekraïne moet staan?

Wij van После/Posle geloven niet dat dit een oorlog tussen een paar ‘projecten’ is. Het is de oorlog van Rusland tegen Oekraïne, waarin Rusland de agressor is. Elke poging om van deze eenvoudige verklaring af te wijken is een afwijking van het linkse, internationalistische standpunt, waarvoor altijd een fundamenteel onderscheid heeft bestaan tussen de agressor en zijn slachtoffer, tussen een grote imperialistische natie en een kleine natie die haar recht op zelfbeschikking verdedigt. Het fundamentele recht op zelfbeschikking is iets dat links altijd heeft verdedigd, iets dat bijvoorbeeld voor Lenin uiterst belangrijk was. Het is dit recht dat nu wordt betwist door de Russische agressie en het Poetin-regime.

Als we denken aan de toespraak die Poetin hield aan de vooravond van de invasie in Oekraïne, dan zegt hij heel duidelijk dat het de politiek van Lenin was, zijn principes van zelfbeschikking van de natie, die geleid hebben tot de ‘vergissing’ die Poetin beschouwt als het verschijnen van Oekraïne op de kaart – en die hij wil ‘corrigeren’. De Russische agressie tegen Oekraïne betekent dus ook agressie tegen Leninistische ideeën.

Oekraïne is nu een voorbeeld van de strijd van een natie voor zelfbeschikking – een strijd die voor alle linkse mensen uiterst belangrijk is. Dat betekent niet dat we vinden dat het Oekraïense regime links of progressief is. We begrijpen dat het een rechts, nationalistisch regime is en dat het nationalisme alleen maar zal toenemen naarmate de oorlog zich voortsleept en gewelddadiger vormen aanneemt. Maar dat betekent niet dat Oekraïne, dat vecht voor zijn onafhankelijkheid, niet gesteund zou moeten worden door progressieve krachten.

Poetin heeft Oekraïne zelfs gedreigd met ‘decommunisering’. Anderzijds verwijzen de symbolen en symbolische acties van de Russische kant in deze oorlog naar de USSR. Daartoe behoren de rode Sovjetvlag, de restauratie van Lenin-monumenten die door de Oekraïners zijn gesloopt en verandering van straatnamen in de bezette gebieden van de door de Oekraïners gedecommuniseerde namen naar de conventionele’. Hoe moet Russisch links met deze dialectiek omgaan?

Het is geen geheim dat het Poetin-regime lange tijd actief gebruik heeft gemaakt van Sovjet-nostalgie en Sovjetsymbolen, waarbij hun oorspronkelijke socialistische inhoud bijna volledig werd uitgesloten. De rode vlag in de handen van Russische soldaten is niet anders dan de Russische vlag – het is gewoon een teken van de staat, van de staatsmacht, een teken van de Russische strijdkrachten, die vanuit het perspectief van het Russische regime een directe voortzetting zijn van het Sovjetleger. We zijn van mening dat deze symboliek de diepe kloof dekt tussen wat Rusland nu is en wat het Rode Leger was toen het tijdens de burgeroorlog door Lenin en Trotski werd opgericht.

We moeten ons geen illusies maken – de Russische agressie tegen Oekraïne verandert Rusland niet in een socialistische staat. De sociale verhoudingen die Rusland in de bezette gebieden brengt zijn niet socialistisch. Het is een relatie die in Rusland zelf bestaat, alleen in een nog hardere, meer geperverteerde vorm. Het is de macht van de siloviki [veiligheidsagenten], de macht van de elites, de macht van het Russische kapitaal en de staatsbedrijven over een bevolking die verstoken is van politieke en sociale rechten. We zien dat er in de bezette gebieden – in de regio’s Cherson, Donetsk, Luhansk en een deel van Zaporizja – niet eens een schijn van volkswil is om zich bij Rusland aan te sluiten. Dit is een rechtstreekse militaire bezetting – de mensen die op dit grondgebied wonen moeten zich eenvoudigweg onderwerpen aan bruut geweld. Het heeft niets te maken met socialisme, democratie en de Sovjetregering in welke vorm dan ook.

Misschien zou de Communistische Partij van de Russische Federatie [CPRF] dat laatste tegenspreken. Vóór de oorlog zagen we een verlangen van progressief links om met de partij samen te werken, zich in de partij te integreren en van binnenuit te veranderen. Na het uitbreken van de oorlog, toen de CPRF in meerderheid de agressie steunde en zelfs als aanstichter optrad door voor de officiële erkenning van de onafhankelijkheid van de LPRR [de zelfverklaarde volksrepublieken Donetsk en Luhansk] door Rusland te stemmen, heeft het dan nog zin om een dergelijke samenwerking te proberen? Of moeten we erkennen dat het een dode zaak is – en dat de CPRF zichzelf daarmee heeft begraven? Het enorme protestpotentieel dat deze partij zeker had – is daar nog iets van over na het uitbreken van de oorlog?

Ik denk dat de enorme kloof tussen het standpunt van de leiding van de CPRF en de verwachtingen die leven onder haar achterban en kiezers mettertijd alleen maar groter zal worden. Die mensen hebben op de CPRF gestemd niet als een van de pijlers van het regime van Poetin, maar als een oppositiepartij die zich kan verzetten tegen de plannen van de regering voor een sociaal beleid en tegen de versterking van het autoritarisme in het land. Op de CPRF werd gestemd als een kracht die in staat is om de fundamentele democratische rechten terug te geven aan de bevolking van Rusland.

Ondanks de agressieve imperialistische uitspraken van de leden van de CPRF-fractie in de Doema en van de partijleiding, zien we dat in de praktijk, in de regionale en stedelijke wetgevende lichamen, afgevaardigden van die partij vaak bijna de enigen zijn die in staat zijn een anti-oorlogsstandpunt te verwoorden. Het meest recente geval hiervan deed zich enkele dagen geleden voor in Vladivostok; voordien hebben een paar communistische afgevaardigden in de Doema van Moskou en in andere regio’s soortgelijke standpunten naar voren gebracht.

Het is mogelijk dat deze tegenstellingen binnen afzienbare tijd zullen leiden tot het ontstaan van een werkelijk onafhankelijke actieve socialistische kracht op de brokstukken van de huidige CPRF. En een belangrijk deel van deze kracht zullen de huidige CPRF-leden en -sympathisanten zijn. In haar huidige vorm zal de CPRF ongetwijfeld een heel ernstige crisis tegemoet gaan.

Misschien vergis ik me, maar in drie maanden tijd hebben we niet veel vormen van vreedzame linkse protestzelforganisatie gezien in de vorm van bijvoorbeeld stakingen en andere vakbondsacties tegen de oorlog. Aan de andere kant zien we actieve guerrilla-acties, misschien deels uitgevoerd door mensen met linkse, links-anarchistische opvattingen. Kunnen we verwachten dat de eerste vorm zich zal ontwikkelen en wat denk je van de tweede – welke van de twee is veelbelovender, welke van de twee zouden linkse opinieleiders moeten steunen?

Ik denk niet dat er veel keus is in de Russische situatie, waar bijna alle vormen van legaal protest verboden zijn. Elke vorm van protest tegen het bestaande regime is op de een of andere manier illegaal. Het enige wat nu legaal kan worden gedaan is solidair zijn met Poetin. De verslechtering van de economische situatie en de voortzetting van de oorlog, waarvoor gewone mensen betalen met hun geld, banen en levens, zullen allemaal onvermijdelijk leiden tot groeiende sociale onvrede.

Als alle politieke mogelijkheden om uiting te geven aan onvrede zijn onderdrukt, neemt het protest vormen aan die nauwelijks openlijk kunnen worden gepromoot door de linkse media. Maar op het platform После/Posle zullen we allerlei vormen van protest en verzet bespreken: studenteninitiatieven, feministische anti-oorlogsbewegingen en vormen van zelforganisatie die we nu nog niet kunnen voorspellen.

Zullen we in de Russische context in principe iets soortgelijks kunnen zien als in Belarus in 2020, toen tegen de achtergrond van straatprotesten massale stakingen bij staatsbedrijven een even belangrijk parallelverhaal waren? Of is dat in Rusland onmogelijk vanwege het andere economische systeem?

Het Russische kapitalisme is anders gestructureerd dan het Belarussische. Wij hebben niet zo veel staatsbedrijven, gemengde staatsondernemingen hebben de overhand. Natuurlijk zijn de autoriteiten erg bang dat deze bedrijven een bron van protest zullen worden, niet alleen politiek, maar ook sociaal. Vooral als we in de nabije toekomst geconfronteerd worden met massale loonachterstanden en een uitbreiding van de praktijk van de zogenaamde ‘onbetaalde vakanties’. Dat zou iets kunnen worden wat vergelijkbaar is met de stakingen in Belarus en met de stakingen die in de jaren negentig in Rusland plaatsvonden – denk in ieder geval aan de spoorwegoorlog in ’98.

De oorlog heeft de wereldpolitiek teruggeworpen naar de dagen van de Koude Oorlog, of misschien zelfs eerder. Het belangrijkste punt op de agenda van de Europese staten is nu de letterlijke fysieke veiligheid. Het is alsof men zich terugtrekt in rechts-conservatisme, zoals eerder is gebeurd in Polen en Hongarije. Zal dat proces mondiaal worden en wat kan links daartegen doen? Je zal het ermee eens zijn dat in omstandigheden van een duidelijke fysieke dreiging een dergelijke conservatieve eenheid logisch is.

Het lijdt geen twijfel dat de acties van Rusland een gevaarlijk en beginnend proces van militarisering van Europa hebben uitgelokt. Dat heeft links voor een ernstige tegenstrijdigheid geplaatst – westers links heeft altijd consequent een antimilitaristisch standpunt ingenomen, terwijl nu deelname aan de NAVO en de versterking daarvan door veel Oosteuropese landen wordt gezien als bijna de enige echte garantie voor veiligheid. Links in deze landen begrijpt dat, maar het is moeilijk voor hen om er iets aan te doen. Het is duidelijk dat links nu alle standpunten moet heroverwegen die het in de afgelopen decennia heeft ingenomen, inclusief het standpunt dat alleen de NAVO en de VS imperialistische mogendheden waren.

Wat kan links bieden in een situatie waarin de hele wereld dreigt te worden verdeeld in tegengestelde imperialistische blokken, elk zonder progressief alternatief? Tijdens de Koude Oorlog kon men tenminste zeggen dat het Sovjetblok, ondanks al zijn duidelijke gebreken, een drager was van ideeën over sociale bevrijding en anti-koloniale strijd. Nu zien we de keuze tussen het reactionaire NAVO-blok en het nog reactionairdere potentiële Rusland-China-blok. Het is voor links nu niet genoeg om alleen maar hun regeringen te bekritiseren wegens militarisering. Ze moeten nadenken over de globale alternatieven die ze kunnen bieden voor deze wereld die verdeeld is in militaire blokken en wegzinkt in barbarij en die op de rand staat van een nieuwe dodelijke wereldoorlog.

Hoe zit het met diegenen ter linkerzijde die nog steeds weigeren om de dreiging van Rusland adequaat te zien? We weten bijvoorbeeld dat [de Franse linkse politicus Jean-Luc] Melanchon tegen wapenverkoop aan Oekraïne is; we weten van de oproep van [de Amerikaanse linkse filosoof] Noam Chomsky om zo snel mogelijk met Poetin om tafel te gaan zitten en concessies aan hem te doen. Dergelijke verklaringen hebben veel mensen gedesillusioneerd, niet alleen over deze figuren, maar ook over het linkse idee als zodanig. Sommige Europese linkse mensen gaan nog verder en zien Poetins Rusland als een kracht aan de ‘linkerkant’ – omdat het land ’tegen het VS-imperialisme is’. Hoe leg je hen uit dat deze macht in feite erger is en dat er niets links aan is?

Je hebt gelijk, dit is een belangrijke kwestie voor westers links. Ook al zijn ze ondubbelzinnig tegen de Russische agressie, zowel Chomsky als Melanchon kunnen de militarisering van hun landen en de uitbreiding van de NAVO niet toejuichen. We hebben het hier over de noodzaak van een heel ernstige herziening van alle grondslagen van de strategie van links in de westerse landen.

Niemand met gezond links is een fan van Poetin of gelooft in zijn anti-fascistische of anti-imperialistische retoriek. Zelfs de linkse westerlingen die nog enige illusies over het Russische regime koesterden, hebben die na 24 februari verloren. Dat is zelfs gebeurd met de Duitse Die Linke, die altijd een sterke pro-Russische vleugel heeft gehad – de partij heeft haar algemene standpunt ten opzichte van Rusland en Poetin drastisch gewijzigd. Dit proces van herbezinning in de mainstream linkse partijen is nog maar net begonnen. Ons platform После/Posle zal aan deze herbezinning deelnemen, het is een van onze belangrijkste taken.

Europees links heeft nu meer dan ooit behoefte aan bevestiging of, omgekeerd, niet-bevestiging van sommige van zijn opvattingen over de rol van Rusland in deze oorlog – in de eerste plaats van Russisch en Oekraïens links, die de situatie van binnenuit bekijken. Minder dan een maand geleden bracht een grote delegatie van West-Europees links, waaronder Europarlementariërs en nationale parlementsleden, een bezoek aan Lviv en hield daar een conferentie met onafhankelijke Oekraïense vakbonden en linkse activisten. Dergelijke acties van solidariteit spelen nu ook een heel belangrijke rol bij de bewustmaking.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Cherta. Nederlandse vertaling: redactie Grenzeloos.